PARAMETERBESCHRIJVINGEN
AANWIJZING!
Deze parameters worden gebruikt in de modus Enkele frequentieregelaar omdat
de autowisselfunctie het systeem kan herstarten (afhankelijk van het aantal actieve
motoren).
Als u deze waarden in de modi Multi-follower en Multi-master instelt op de
maximumwaarde, wordt de autowissel direct uitgevoerd op de autowisseltijd. In de modi
Multi-follower en Multi-master heeft het aantal actieve pompen geen effect op de
autowissel.
P3.15.13 BANDBREEDTE (ID 1097)
Met deze parameter kunt u de bandbreedte rondom de PID-referentie voor het starten en
stoppen van de hulpmotoren instellen.
Zolang de PID-terugkoppelwaarde binnen het bandbreedtegebied blijft, worden de
hulpmotoren niet gestart of gestopt. De waarde van deze parameter wordt gegeven als
percentage van het referentiepunt.
P3.15.14 BANDBREEDTE VERTRAGING (ID 1098)
Met deze parameter kunt u de tijdsduur instellen voordat de hulpmotoren worden gestart of
gestopt.
Als de PID-terugkoppelwaarde buiten het bandbreedtegebied komt, moet de tijd die in deze
parameter is ingesteld, verstrijken voordat de hulpmotoren starten of stoppen. Het aantal
actieve pompen wordt verhoogd of verlaagd als de PID-regelaar de proceswaarde
(terugkoppeling) niet binnen de opgegeven bandbreedte rondom de referentiewaarde kan
houden.
Het bandbreedtegebied wordt opgegeven als percentage van de PID-referentie. Wanneer de
PID-terugkoppelwaarde binnen het bandbreedtegebied blijft, is het niet nodig om het aantal
actieve pompen te verhogen of te verlagen.
Wanneer de terugkoppelwaarde buiten het bandbreedtegebied komt, moet de tijd die is
ingesteld in parameter P3.15.14 verstrijken voordat het aantal actieve pompen wordt
verhoogd of verlaagd. Er moeten bovendien meer pompen beschikbaar zijn.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
VACON · 347
10