3.2.5 Striplengte van motor- en netvoedingskabels ......18 3.2.6 Kabelinstallatie en de UL-standaard ........18 3.2.7 Isolatiemetingen van kabels en motor ........18 4. Ingebruikname ................19 4.1 Stappen voor het in gebruik nemen van de Vacon 10.....19 5. Fouttracering ...................21 6. Toepassingsinterface Vacon 10 ............24 6.1 Inleiding ...................24 6.2 Besturing-I/O...................26...
De motorklemmen U, V, W (T1, T2, T3) en de mogelijke remweerstandklemmen -/+ staan onder spanning wanneer de Vacon 10 is aangesloten op het voedingsnet, zelfs als de motor niet draait. De I/O-klemmen zijn geïsoleerd van het netpotentiaal. De...
Pagina 5
Wacht nog vijf minuten voordat u eventueel gaat werken aan de aansluitingen van de Vacon 10. De motor kan automatisch worden gestart na een foutsituatie, als de functie voor automatische herstart is geactiveerd. 24-uurs ondersteuning +358 (0)40 837 1150 • E-mail: vacon@vacon.com...
Voordat u metingen aan de motor of motorkabel uitvoert, moet u de motorkabel loskoppelen van de frequentieregelaar. Open de Vacon 10 niet. Statische spanning van uw vingers kan de onderdelen beschadigen. Als u het apparaat opent, kan dit ook beschadigd raken. De garantie vervalt als de Vacon 10 is opengemaakt.
Voordat u de draairichting van de motoras omkeert, moet u controleren of dit veilig kan gebeuren. Zorg dat er geen condensatoren voor stroomcorrectie op de motorkabel zijn aangesloten. 24-uurs ondersteuning +358 (0)40 837 1150 • E-mail: vacon@vacon.com...
Als de frequentieregelaar moet worden opgeslagen voor gebruik, zorgt u dat de omgevingscondities acceptabel zijn: Opslagtemperatuur-40…+70°C Relatieve vochtigheid < 95%, geen condensatie 2.3 Onderhoud In normale condities zijn Vacon 10 frequentieregelaars onderhoudsvrij. Tel. +358 (0)201 2121 • Fax +358 (0)201 212205...
De plaatselijke distributeur kan een garantietermijn hanteren die afwijkt van de hierboven genoemde termijnen. Die garantietermijn dient in de verkoop- en garantievoorwaarden van de betreffende distributeur te zijn opgenomen. Vacon aanvaardt geen aansprakelijkheid voor garanties die door derden zijn verleend.
• 3. INSTALLATIE 3.1 Mechanische installatie U kunt de Vacon 10 op twee manieren aan de wand monteren: met schroeven of DIN-railsmontage. De montageafmetingen zijn aangegeven op de achterkant van de aandrijving en op de volgende pagina. Afbeelding 3.2: Montage met schroeven Afbeelding 3.3: DIN-railsmontage...
1000V en die uitsluitend bedoeld zijn voor gebruik in de 2e omgeving. Categorie C4 (Vacon EMC-klasse N): De regelaars van deze klasse hebben geen EMC-emissiebescherming. Deze soort aandrijvingen wordt in kasten ingebouwd.
Zelfs wanneer u de bovenstaande procedure omgekeerd uitvoert, voldoet de frequentieregelaar niet langer aan de EMC-eisen voor klasse H/L. Vacon 10 frequentieregelaars zijn verdeeld in vijf EMC klassen ten aanzien van de emissieniveaus, de eisen die aan een voedingssysteemnetwerk worden gesteld en de installatieomgeving (zie hoofdstuk ).
1.5-6 1.5-6 0.5-1.5 0.5-1.5 Tabel 3.7: Kabel- en zekeringformaten voor Vacon 10, 380 - 480V 3.2.4 Algemene regels voor bekabeling Voordat u de installatie start, controleert u of geen van de onderdelen van de frequentieregelaar onder spanning staat. Plaats de motorkabels op enige afstand van andere kabels: •...
Meet de isolatieweerstand van elke motorwikkeling. De meetspanning moet ten minste even hoog zijn als de nominale motorspanning, maar mag niet hoger zijn dan 1000 V. De isolatieweerstand moet >1MOhm zijn. 24-uurs ondersteuning +358 (0)40 837 1150 • E-mail: vacon@vacon.com...
• 4. INGEBRUIKNAME Voordat u de Vacon 10 in gebruik neemt, leest u de waarschuwingen en instructies in hoofdstuk 1. 4.1 Stappen voor het in gebruik nemen van de Vacon 10 Lees de veiligheidsinstructies in hoofdstuk 1 zorgvuldig door en volg de instructies op.
Pagina 21
• Zorg dat de tests veilig kunnen worden uitgevoerd voordat u deze start. • Informeer uw collega's dat de tests worden uitgevoerd. • Herhaal test 7A of 7B. 24-uurs ondersteuning +358 (0)40 837 1150 • E-mail: vacon@vacon.com...
• 5. FOUTTRACERING Opmerking: De foutcodes die in dit hoofdstuk worden beschreven, zijn zichtbaar als de toepassingsinterface een display heeft, bijvoorbeeld in API FULL of API LIMITED of wanneer een pc met de aandrijving is verbonden. Wanneer de besturingselektronica van de frequentieregelaar een fout detecteert,...
Pagina 23
Verlaag de waargenomen door het motorbelasting. motortemperatuurmodel van de Controleer de Overtemperatuur bij frequentieregelaar. Motor is parameters van het motor overbelast. temperatuurmodel als er geen motoroverbelasting aanwezig is. Tabel 5.8: Foutcodes 24-uurs ondersteuning +358 (0)40 837 1150 • E-mail: vacon@vacon.com...
Pagina 24
Controleer de installatie. De dataverbinding tussen de Neem contact op met Veldbusfout veldbusmaster en de veldbus van de dichtstbijzijnde de aandrijving is verbroken. Vacon-distributeur als de installatie correct is. Tabel 5.8: Foutcodes Tel. +358 (0)201 2121 • Fax +358 (0)201 212205...
10 api vacon • 6. TOEPASSINGSINTERFACE VACON 10 6.1 Inleiding Er zijn drie soorten toepassingsinterfaces (API) beschikbaar voor de Vacon 10- aandrijving: API RS-485 (Modbus API Full API Limited RTU) 6 digitale ingangen 3 digitale ingangen 1 digitale ingang...
Pagina 26
10 api • • Beveiligingen en bewakingen (alles volledig programmeerbaar; uit, waarschuwing, fout): • Fout in stroomsignaalingang • Externe fout • Onderspanningsfout • Aardfout • Thermische motorbeveiliging, blokkering en onderbelastingsbeveiliging • Veldbuscommunicatie Speciale voorzieningen in API Full en API Limited: •...
• 7. BEDIENINGSPANEEL 7.1 Algemeen De Vacon 10-versies API Full en API Limited hebben vergelijkbare bedieningspanelen. Het paneel is geïntegreerd in de regelaar en bestaat uit een bijbehorende toepassingskaart en een overlay op de regelaarklep met een statusdisplay en uitleg bij de knoppen.
• Afbeelding 7.1: Bedieningspaneel Vacon 10 7.3 Toetsenblok bedieningspaneel Het toetsenblokgedeelte van het bedieningspaneel bestaat uit een navigatiewiel en een start- en stopknop (zie afbeelding 7.1). U kunt het navigatiewiel gebruiken om te navigeren op het paneeldisplay, maar het wiel werkt ook als referentiepotentiometer wanneer KEYPAD is geselecteerd als bedieningsplaats voor de aandrijving.
• 7.4 Navigatie in het bedieningspaneel van de Vacon 10 In dit hoofdstuk vindt u informatie over het navigeren in menu's van de Vacon 10 en het bewerken van parameterwaarden. 7.4.1 Hoofdmenu De menustructuur van de Vacon 10-bedieningssoftware bestaat uit een hoofdmenu en verschillende submenu's.
• 7.4.2 Referentiemenu Afbeelding 7.3: Referentiemenu-display Ga naar het referentiemenu met het navigatiewiel (zie afbeelding 7.2). De referentiewaarde kan worden gewijzigd met het navigatiewiel, zoals weergegeven in afbeelding 7.3. De referentiewaarde volgt de rotatie continu (= zonder dat de nieuwe waarde hoeft te worden geaccepteerd) .
(bijvoorbeeld M1.11 en waarde) zichtbaar zijn (zie afbeelding 7.2). U kunt bladeren door de controlewaarden door het navigatiewiel met de klok mee te draaien, zoals weergegeven in afbeelding 7.4. 24-uurs ondersteuning +358 (0)40 837 1150 • E-mail: vacon@vacon.com...
Pagina 34
Als percentage van de maximale M1.18 PI-feedback actuele waarde Als percentage van de maximale M1.19 PI-foutwaarde foutwaarde Als percentage van de maximale M1.20 PI-uitgang uitgangswaarde Tabel 7.1: Controlesignalen Vacon 10 Tel. +358 (0)201 2121 • Fax +358 (0)201 212205...
Door de juiste waarde op te geven voor parameter 13.1 kunt u andere geavanceerde parametergroepen openen. U vindt de parameterlijsten en beschrijvingen in de hoofdstukken 8 en 9. De volgende afbeelding bevat een weergave van het parametermenu: Afbeelding 7.5: Parametermenu 24-uurs ondersteuning +358 (0)40 837 1150 • E-mail: vacon@vacon.com...
• 7.4.5 Fouthistoriemenu Afbeelding 7.6: Fouthistoriemenu In het fouthistoriemenu kunt u bladeren in de negen laatst opgetreden fouten (zie afbeelding 7.6). Als een fout actief is, worden in het display afwisselend het relevante foutnummer (bijvoorbeeld F1 02) en het hoofdmenu weergegeven. Wanneer u in de fouten bladert, knipperen de foutcodes van actieve fouten.
• 8. TOEPASSINGSPARAMETERS VOOR ALGEMEEN GEBRUIK Op de volgende pagina's vindt u de lijsten van parameters in de respectieve parametergroepen. De parameterbeschrijvingen staan in hoofdstuk 9. OPMERKING: Parameters kunnen alleen worden gewijzigd als de aandrijving in de stopmodus staat.
Geactiveerd door digitale ingangen P3.7 Vast toerental 3 0,00 P3.2 20,00 Geactiveerd door digitale ingangen Acceleratietijd van 0 Hz tot P4.2 Acceleratietijd 0,1 3000 maximale frequentie Table 8.2: Parameters voor snel instellen 24-hour support +358 (0)40 837 1150 • Email: vacon@vacon.com...
Pagina 40
• Code Parameter Min. Max. Een- Fabrieks- Opmerking heid instelling Deceleratietijd van maximale P4.3 Deceleratietijd 3000 frequentie tot 0 Hz. API FULL en LIMITED: 0 = Spanning 0…10 V 1 = Spanning 2…10 V ALLEEN API LIMITED: 2 = Stroom 0…20 mA P6.1...
• 8.7 Analoge ingangen (Bedieningspaneel: Menu PAR -> P6) Code Parameter Min. Max. Eenheid Fabrieks- Opmerking instelling Alleen in API FULL & LIMITED API FULL en LIMITED: 0 = Spanning 0…10 V 1 = Spanning 2…10 V ALLEEN API LIMITED: 2 = Stroom 0…20 mA...
• 8.11 PI-besturingsparameters (Bedieningspaneel: Menu PAR -> P12) Code Parameter Min. Max. Eenh Fabrieksi Opmerking nstelling 0 = Niet gebruikt P12.1 PI-activering 1 = PI voor motorregeling 2 = PI voor extern gebruik Versterking PI- P12.2 1000 100,0 regelaar P12.3...
• 9. PARAMETERBESCHRIJVING Op de volgende pagina's wordt een aantal parameters beschreven. De beschrijvingen zijn gerangschikt op parametergroep en nummer. 9.1 Motorinstellingen (Bedieningspaneel: Menu PAR -> P1) OTORREGELINGSMODUS Met deze parameter kunt u de motorregelingsmodus instellen. De volgende...
Pagina 53
2 = Programmeerbare U/f-curve: De U/f-curve kan worden geprogrammeerd met drie verschillende punten: Programmeerbare U/f-curve kan worden gebruikt als de andere instellingen niet voldoen aan de behoeften van de toepassing. Afbeelding 9.2: Programmeerbare U/f-curve 24-uurs ondersteuning +358 (0)40 837 1150 • E-mail: vacon@vacon.com...
Pagina 54
• 1.10 V ELDVERZWAKKINGSPUNT Het veldverzwakkingspunt is de uitgangsfrequentie waarbij de uitgangsspanning de waarde bereikt die met par. 1.11 is ingesteld. 1.11 S PANNING BIJ VELDVERZWAKKINGSPUNT Boven de frequentie op het veldverzwakkingspunt blijft de uitgangsspanning op de waarde die met deze parameter is ingesteld. Onder de frequentie op het veldverzwakkingspunt is de uitgangsspanning afhankelijk van de instelling van de U/f-curveparameters.
Hierdoor kan de frequentieregelaar de last decelereren met een koppel die gelijk is aan de acceleratiekoppel (mits de juiste remweerstand is geselecteerd). Zie de aparte installatiehandleiding bij de remweerstand. 24-uurs ondersteuning +358 (0)40 837 1150 • E-mail: vacon@vacon.com...
Lokaal = Bedieningspaneel is de bedieningsplaats Op afstand = Bedieningsplaats wordt gedefinieerd met P2.1 TARTFUNCTIE Met deze parameter kunt u twee startfuncties selecteren voor de Vacon 10: 0 = Rampingstart De frequentieregelaar start bij 0 Hz en accelereert naar de ingestelde frequentiereferentie binnen de ingestelde acceleratietijd (P4.2).
DC-rem wordt geactiveerd wanneer het startcommando wordt gegeven. Deze parameter definieert de tijd voordat de rem wordt losgelaten. Nadat de rem is losgelaten, wordt de uitgangsfrequentie verhoogd volgens de ingestelde startfunctie met par. 2.2. Afbeelding 9.4: DC-remtijd bij starten 24-uurs ondersteuning +358 (0)40 837 1150 • E-mail: vacon@vacon.com...
• REQUENTIE VOOR STARTEN REM TIJDENS RAMPINGSTOP De uitgangsfrequentie waarbij de DC-rem wordt toegepast. Zie afbeelding 9.6. REMTIJD BIJ STOPPEN Bepaalt of rem AAN of UIT staat, en bepaalt de remtijd van de DC-rem wanneer de motor wordt gestopt. De functie van de DC-rem is afhankelijk van de stopfunctie, par.
Pagina 61
De remtijd wordt gedefinieerd met parameter 4.7. Bij hoge inertie wordt aanbevolen om een extra remweerstand te gebruiken voor een snellere deceleratie. Zie afbeelding 9.6. Afbeelding 9.6: DC-remtijd wanneer stopmodus = Ramp 24-uurs ondersteuning +358 (0)40 837 1150 • E-mail: vacon@vacon.com...
• 9.5 Digitale ingangen (Bedieningspaneel: Menu PAR -> P5) TARTSIGNAAL TARTSIGNAAL MGEKEERD XTERNE FOUT SLUITEN XTERNE FOUT OPENEN OUT RESET RIJGAVE AST TOERENTAL AST TOERENTAL 5.10 V AST TOERENTAL 5.11 PI UITSCHAKELEN De selecties voor deze parameters zijn:...
Als deze parameter wordt ingesteld op een hogere waarde dan 0, wordt hiermee de functie geactiveerd die storingen uit het inkomende analoge signaal filtert. Een langere filtertijd zorgt voor een tragere respons bij de regeling. Zie Afbeelding 9.7: Signaalfiltering AI1 en AI2 24-uurs ondersteuning +358 (0)40 837 1150 • E-mail: vacon@vacon.com...
• 9.7 Digitale en analoge uitgangen (Bedieningspaneel: Menu PAR -> P7) UNCTIE RELAISUITGANG ALLEEN IN API FULL UNCTIE RELAISUITGANG UNCTIE DIGITALE UITGANG ALLEEN IN API FULL Instelling Signaalinhoud 0 = Niet gebruikt Niet werkend 1 = Gereed De frequentieregelaar is klaar voor gebruik...
9.8 Thermische motorbeveiliging (parameters 9.7 - 9.10) De thermische motorbeveiliging dient om de motor te beschermen tegen oververhitting. De Vacon-aandrijving kan meer dan de nominale stroom aan de motor leveren. Als de belasting zoveel stroom vraagt, bestaat het gevaar dat de motor thermisch wordt overbelast.
Pagina 66
• OTORKOELFACTOR BIJ NULTOERENTAL Het koelvermogen kan worden ingesteld tussen 0-150.0% x koelkracht bij nominale frequentie. Zie afbeelding 9.8. Afbeelding 9.8: Koelvermogen motor 9.10 T HERMISCHE TIJDCONSTANTE MOTOR Deze tijd kan worden ingesteld tussen 1 en 200 minuten.
• 9.9 Parameters voor automatische herstart (Bedieningspaneel: Menu PAR -> P10) 10.2 A UTOMATISCHE HERSTART PROBEERTIJD De functie Automatische herstart start de frequentieregelaar opnieuw op nadat de fouten zijn verdwenen en de wachttijd is verstreken. De tijdmeting vangt aan vanaf de eerste automatische herstart. Als tijdens de probeertijd meer dan drie fouten optreden, wordt de foutstatus actief.
1,00 seconde, wordt de regelaaruitgang elke seconde gewijzigd met een waarde die overeenkomt met de uitgang die door de versterking wordt veroorzaakt. (Versterking*Fout)/s. 12.7 F EEDBACKMINIMUM 12.8 F EEDBACKMAXIMUM Afbeelding 9.11: Feedbackminimum en -maximum 24-uurs ondersteuning +358 (0)40 837 1150 • E-mail: vacon@vacon.com...
• 9.11 Eenvoudig menu (Bedieningspaneel: Menu PAR -> P9) 13.2 A ANDRIJVINGSINSTELLING Met deze parameter kunt u de aandrijving eenvoudig instellen voor vier verschillende toepassingen. Opmerking: Deze parameter is alleen zichtbaar als de opstartwizard actief is. De opstartwizard wordt gestart als u de aandrijving voor de eerste keer start.
• 9.12 Veldbusparameters (Bedieningspaneel: Menu PAR -> S2) De ingebouwde Modbus-verbinding van de Vacon 10 ondersteunt de volgende functiecodes: - 03 Opslagregisters lezen - 04 Ingangregisters lezen - 06 Enkelvoudige registers vooraf instellen 9.12.1 Modbus-procesgegevens Het gebied met procesgegevens is een adresgebied voor veldbusbesturing.
Pagina 73
Tabel 9.7: Besturingswoord: In Vacon-toepassingen worden de eerste drie bits van het besturingswoord gebruikt om de frequentieregelaar te besturen. U kunt echter de inhoud van het besturingswoord aanpassen voor uw eigen toepassingen, omdat het besturingswoord als zodanig naar de frequentieregelaar wordt gestuurd.
Pagina 74
• Tabel 9.8: Toerentalreferentie: Dit is referentie 1 naar de frequentieregelaar. Wordt gewoonlijk als toerental- referentie gebruikt. De toegestane schaal is 0...10000. In de toepassing wordt de waarde geschaald met een percentage van het frequentiegebied tussen de ingestelde minimum- en maximumfrequentie.
45…66 Hz THD lineaire stroom > 120% Aansluiting op netvoeding Maximaal één keer per minuut (normale situatie) Elektriciteits Netwerken Vacon 10, 400 V, kan niet gebruikt worden met hoekgeaarde netwerken netwerk Kortsluitstroom Maximale kortsluitstroom moet < 50 kA zijn Motoraansluiting...