PARAMETERBESCHRIJVINGEN
Afb. 70: De werking van de onderbelastingstijdteller
A. Onderbelastingstijdteller
B. Uitschakelgebied
C. Uitschakeling/waarschuwing ID713
10.10.5
SNELLE STOP.
P3.9.5.1 QUICK STOP-MODUS (ID 1276)
Met deze parameter kunt u instellen hoe de frequentieregelaar wordt gestopt wanneer de
functie Snelle stop wordt geactiveerd via een DI of de veldbus.
P3.9.5.2 SNELLE STOP ACTIEF (ID 1213)
Met deze parameter kunt u instellen met welk digitale ingangssignaal de functie Snelle stop
kan worden geactiveerd.
De functie Snelle stop stopt de frequentieregelaar ongeacht de bedieningsplaats of de status
van de besturingssignalen.
P3.9.5.3 QUICK STOP-DECELERATIETIJD (ID 1256)
Met deze parameter kunt u instellen hoe lang de uitgangsfrequentie erover doet om van de
maximumfrequentie tot nul terug te lopen wanneer er een Quick Stop-opdracht wordt
gegeven.
De waarde van deze parameter wordt alleen toegepast wanneer de parameter Snelle stop-
modus is ingesteld op 'Quick Stop-deceleratietijd'.
P3.9.5.4 QUICK STOP-FOUTRESPONS (ID 744)
Met deze parameter kunt u instellen hoe de frequentieregelaar reageert op een 'Quick Stop-
fout'.
Als de opdracht Snelle stop wordt gegeven via een DI of veldbus, treedt er een Quick Stop-
fout op.
Met de functie Snelle stop kunt u de frequentieregelaar in bijzondere situaties stoppen via de
I/O of Veldbus. Wanneer de functie Snelle stop wordt geactiveerd, kunt u de
frequentieregelaar vertragen en tot stilstand brengen. Het is mogelijk om een alarm- of
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
A
B
ID716
E
F
D. Tijd
E. Onderbelasting
F. Geen onderbelasting
VACON · 303
C
D
10