VACON · 252
P3.3.3.9 VASTE FREQUENTIE 7 (ID 130)
Met deze parameter kunt u de vaste frequentiereferenties instellen wanneer de functie voor
vaste frequenties wordt gebruikt.
Selecteer de vaste frequenties met de digitale ingangssignalen.
WAARDE 0 GESELECTEERD VOOR PARAMETER P3.3.3.1:
Als u vaste frequentie 0 wilt gebruiken als referentie, stelt u de waarde 0 Vaste frequentie 0 in
voor P3.3.1.5 (Selectie I/O-besturing referentie A).
Als u een vaste frequentie tussen 1 en 7 wilt selecteren, moet u digitale ingangen P3.3.3.10
(Vaste frequentieselectie 0), P3.3.3.11 (Vaste frequentieselectie 1) en/of P3.3.3.12 (Vaste
frequentieselectie 2) gebruiken. De verschillend sets actieve digitale ingangen bepalen de
vaste frequentie. Zie de tabel hieronder voor meer informatie. De waarden van de vaste
frequenties blijven automatisch tussen de minimale en maximale frequenties (P3.3.1.1 en
P3.3.1.2).
Noodzakelijke stap
Selecteer de waarde 0 voor parameter P3.3.1.5.
Tabel 116: De geselecteerde vaste frequenties wanneer P3.3.3.1 = Binair gecodeerd
Geactiveerde digitale ingangssignalen
Vaste freq. Sel2
(P3.3.3.12)
*
*
*
*
10
Vaste freq. Sel1
(P3.3.3.11)
*
*
*
*
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
PARAMETERBESCHRIJVINGEN
Geactiveerde frequentie
Vaste frequentie 0
Vaste freq. Sel0
(P3.3.3.10)
*
*
*
*
Geactiveerde
frequentiereferentie
Vaste frequentie 0
Alleen als Vaste frequen-
tie 0 is ingesteld als fre-
quentiereferentiebron
met P3.3.3.1.5, P3.3.1.6,
P3.3.1.7 of P3.3.1.10.
Vaste frequentie 1
Vaste frequentie 2
Vaste frequentie 3
Vaste frequentie 4
Vaste frequentie 5
Vaste frequentie 6
Vaste frequentie 7