PARAMETERBESCHRIJVINGEN
Als de PID-terugkoppelwaarde hoger wordt dan de ingestelde grenswaarde voor
overdrukbewaking, worden alle hulpmotoren direct gestopt. Alleen de regulerende motor
blijft actief.
10.16.6
POMPDRAAITIJDTELLERS
In het multipompsysteem wordt de tijd die elke pomp actief is, bijgehouden met een
draaitijdteller. De waarde van de draaitijdteller wordt bijvoorbeeld gebruikt om de
startvolgorde van de pompen te bepalen zodat elke pomp ongeveer evenveel slijt.
Aan de hand van de pompdraaitijdtellers kan de gebruiker bovendien zien wanneer een pomp
aan onderhoud toe is (parameters P3.15.19.4–P3.15.19.5 hieronder).
De pompdraaitijdtellers vindt u in het menu Monitoring. Zie Tabel 23 Bewaking multi-pomp.
P3.15.19.1 DRAAITIJDTELLER INSTELLEN (ID 1673)
Met deze parameter kunt u de waarde die is ingesteld in de parameter 'Instellen draaitijd:
waarde' instellen voor de draaitijdteller van de geselecteerde pomp.
P3.15.19.2 INSTELLEN DRAAITIJD: WAARDE (ID 1087)
Met deze parameter kunt u de waarde van de draaitijdteller van de geselecteerde pomp
instellen wanneer de parameter 'Draaitijdteller instellen' wordt geselecteerd.
AANWIJZING!
In de modi Multi-master en Multi-follower kunt u alleen de waarde van Pomp (1)
draaitijd resetten (of op de gewenste waarde instellen). In de modi Multi-master en
Multi-follower toont de controlewaarde Pomp (1) draaitijd het aantal uren van de
pomp die is verbonden met de desbetreffende frequentieregelaar. Het ID-nummer
van de pomp heeft geen effect.
VOORBEELD
In het multipompsysteem (SingleDrive) wordt pomp nummer 4 vervangen door een nieuwe
pomp. De tellerwaarde van Pomp 4 draaitijd moet dan worden gereset.
1. Selecteer Pomp 4 met parameter P3.15.19.3.
2. Stel parameter P3.15.19.2 in op 0 u.
3. Activeer de knopparameter P3.15.19.1.
4. De parameter Pomp 4 draaitijd wordt gereset.
P3.15.19.3 INSTELLEN DRAAITIJD: POMPSELECTIE (ID 1088)
Met deze parameter kunt u de pompen selecteren waarvoor u de draaitijdtellerwaarde wilt
instellen met de parameter 'Instellen draaitijd: waarde'.
Als de modus Multi-pomp (SingleDrive) is geselecteerd, kunt u de volgende opties
selecteren:
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
VACON · 351
10