PARAMETERBESCHRIJVINGEN
9. De STOP-knop op het bedieningspaneel
wordt ingedrukt en de
uitgangsfrequentie gaat naar 0. (Dit
signaal werkt alleen als P3.2.3
Bedieningspaneel Stopknop is ingesteld
op Ja.)
10. De frequentieregelaar start omdat de
START-knop op het bedieningspaneel
wordt ingedrukt.
Nummer
Naam optie
optie
CS1 = Start (flank)
4
CS2 = Achteruit
VOORUIT
Uitgangsfrequentie
Ingestelde
frequentie
0 Hz
Ingestelde
frequentie
ACHTERUIT
Vrijgave
Stuursignaal 1
Stuursignaal 2
Stopknop
bedieningspaneel
1
2
Afb. 46: Start/stop-logica I/O A = 4
1. Stuursignaal (CS) 1 wordt actief en zorgt
ervoor dat de uitgangsfrequentie
toeneemt. De motor draait vooruit omdat
CS2 inactief is.
2. CS2 wordt actief en zorgt ervoor dat de
richting wordt omgekeerd (VOORUIT
naar ACHTERUIT).
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
11. De frequentieregelaar wordt weer
gestopt door op de stopknop op het
bedieningspaneel te drukken.
12. De poging om de frequentieregelaar te
starten door op de START-knop te
drukken, is mislukt omdat CS1 inactief
is.
Gebruik deze functie om onbedoeld starten te voorkomen.
Voordat u de motor kunt herstarten, moet u het start/stop-
contact openen.
3 4
6
7
5
3. CS2 wordt inactief waardoor de
draairichting begint te veranderen
(ACHTERUIT naar VOORUIT) omdat CS1
nog steeds actief is.
4. CS1 wordt inactief en de frequentie
neemt af naar 0.
5. CS2 wordt actief maar de motor start
niet omdat CS1 inactief is.
Beschrijving
8
9
10
VACON · 247
t
11
10