VACON · 324
PARAMETERBESCHRIJVINGEN
In een systeem op basis van drukregeling compenseert deze functie voor drukverlies dat
optreedt aan het eind van de leiding als gevolg van de vloeistofuitstroom.
P3.13.7.2 REFERENTIE 1 MAXIMALE COMPENSATIE (ID 1190)
Met deze parameter kunt u de maximale compensatie voor de PID-referentiewaarde
instellen die kan worden toegepast wanneer de uitgangsfrequentie van de
frequentieregelaar de maximumfrequentie heeft bereikt.
De compensatiewaarde wordt opgeteld bij de werkelijke referentiewaarde op basis van de
uitgangsfrequentie.
Referentiecompensatie = max. compensatie * (FreqUit - MinFreq) / (MaxFreq - MinFreq).
De sensor wordt op locatie 1 geplaatst. De druk in de leiding blijft constant wanneer er geen
flow is. Als er wel flow is, neemt de druk verderop in de leiding echter af. Als u daarvoor wilt
compenseren, moet u de referentie verhogen naarmate de flow toeneemt. Er wordt op basis
van de uitgangsfrequentie een schatting van de flow gemaakt. Op basis daarvan neemt de
referentie lineair toe met de flow.
10
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/