VACON · 302
U kunt de waarde van deze parameter instellen tussen 10,0 en 150,0% * TnMotor. Deze
parameter geeft de waarde voor het minimumkoppel wanneer de uitgangsfrequentie hoger
is dan het veldverzwakkingspunt.
Als u de parameter P3.1.1.4 (Nominale motorstroom) verandert, wordt deze parameter
automatisch teruggezet naar de standaardwaarde. Zie 10.10.4 Onderbelastingsbescherming
(droogloop).
Afb. 69: De minimumbelasting instellen
P3.9.4.3 ONDERBELASTINGSBEVEILIGING: NULFREQUENTIEBELASTING (ID 715)
Met deze parameter kunt u het minimale koppel instellen dat de motor nodig heeft wanneer
de uitgangsfrequentie van de frequentieregelaar nul is.
Als u de waarde van parameter P3.1.1.4 wijzigt, wordt deze parameter weer automatisch
teruggezet naar de standaardwaarde.
P3.9.4.4 ONDERBELASTINGSBEVEILIGING: TIJDSLIMIET (ID 716)
Met deze parameter kunt u de maximale tijdsduur van een onderbelastingstoestand
instellen.
Dit is de maximale tijd die de onderbelastingstoestand actief mag zijn voordat er een
onderbelastingsfout optreedt.
U kunt de tijdslimiet instellen tussen 2,0 en 600,0 s.
Een interne teller houdt de onderbelastingstijd bij. Als de waarde van de
onderbelastingstijdteller deze grenswaarde overschrijdt, schakelt de bescherming de
frequentieregelaar uit. De frequentieregelaar wordt uitgeschakeld zoals ingesteld in
parameter P3.9.4.1 Fout onderbelasting. Als de frequentieregelaar stopt, gaat de
onderbelastingsteller terug naar 0.
10
Koppel
ID714
ID715
Veldverzwakkingspunt
Onderbelastingsgebied
5 Hz
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
PARAMETERBESCHRIJVINGEN
f