VACON · 22
Tabel 3: M1 Quick setup
Index
Parameter
1.27
RO1 Functie
1.28
RO2 Functie
1.29
RO3 Functie
1.30
AO1 Functie
Tabel 4: M1.31 Standaard/M1.32 HVAC
Index
Parameter
1.31.1
Vaste frequentie 1
1.31.2
Vaste frequentie 2
1.31.3
Vaste frequentie 3
1.4.2
APPLICATIE PID-BESTURING
U kunt de applicatie PID-besturing gebruiken voor processen waarbij de procesvariabele
(bijvoorbeeld druk) moet worden geregeld met het toerental van de motor.
In deze applicatie wordt de interne PID-regelaar van de frequentieregelaar geconfigureerd
voor één referentiewaarde en één feedbacksignaal.
U kunt gebruikmaken van 2 bedieningsplaatsen. Selecteer bedieningsplaats A of B met DI6.
Wanneer bedieningsplaats A actief is, geeft DI1 de start- en stopopdrachten en wordt de
frequentiereferentie van de PID-regelaar gebruikt. Wanneer bedieningsplaats B actief is,
geeft DI4 de start- en stopopdrachten en wordt de frequentiereferentie van AI1 gebruikt.
Alle uitgangen van de frequentieregelaar kunnen in alle applicaties vrij worden
geconfigureerd. Op de basis-I/O-kaart zijn één analoge uitgang (uitgangsfrequentie) en drie
relaisuitgangen (run, fout, gereed) beschikbaar.
Zie hoofdstuk Tabel 1 De opstartwizard voor een beschrijving van de parameters.
1
Eenhei
Min.
Max.
d
0
73
0
73
0
73
0
31
Eenhei
Min.
Max.
d
P1.3
P1.4
Hz
P1.3
P1.4
Hz
P1.3
P1.4
Hz
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Standaar
ID
Beschrijving
d
2
11001
Zie P3.5.3.2.1.
3
11004
Zie P3.5.3.2.1.
1
11007
Zie P3.5.3.2.1.
2
10050
Zie P3.5.4.1.1.
Standaar
ID
Beschrijving
d
Selecteer deze vaste
10.0
105
frequentie met digitale
ingang DI4.
Selecteer deze vaste
15.0
106
frequentie met digitale
ingang DI5.
Selecteer deze vaste
20.0
126
frequentie met digitale
ingang DI4 en DI5.
SNELSTARTGIDS