Softwareversie: FW0065V032 INFORMATIE OVER DEZE HANDLEIDING Het auteursrecht op deze handleiding berust bij Vacon Ltd. Alle rechten voorbehouden.Deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. In deze handleiding leest u over de functies van de Vacon frequentieregelaar en hoe u deze ®...
Pagina 4
VACON · 4 VOORWOORD Parameters gebruiken • Digitale en analoge ingangen programmeren • Applicatiespecifieke functies • Hoofdstuk 11 – Fouttracering Fouten en bijbehorende oorzaken • Fouten resetten • Deze handleiding bevat een groot aantal tabellen met parameters.Hieronder wordt uitgelegd hoe u deze tabellen moet interpreteren.
VOORWOORD VACON · 5 FUNCTIES VAN DE VACON FREQUENTIEREGELAAR ® Wizards voor opstarten, PID-besturing, multipompmodus en fire modus, voor • eenvoudige inbedrijfstelling. FUNCT-knop voor het eenvoudig schakelen tussen lokale en externe bediening.De • externe bedieningsplaats kan een I/O- of veldbusverbinding zijn.U kunt de externe bedieningsplaats selecteren met een parameter.
Pagina 6
VACON · 6 LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/...
INHOUDSOPGAVE VACON · 7 INHOUDSOPGAVE Voorwoord Informatie over deze handleiding Functies van de Vacon frequentieregelaar ® 1 Snelstartgids Bedieningspaneel De displays De eerste keer starten Beschrijving van de applicaties 1.4.1 Vacon HVAC-applicatie 2 Wizards PID Mini-Wizard Mini-wizard Multi-pomp Fire modus wizard...
Pagina 8
VACON · 8 INHOUDSOPGAVE Groep 3.3: Instellingen besturingsreferenties Groep 3.4: Instellingen voor ramping en remmen Groep 3.5: I/O-configuratie Groep 3.6: Veldbusdatamap Groep 3.7: Verboden frequenties Groep 3.8: Grenswaardebewaking Groep 3.9: Beveiligingen 5.10 Groep 3.10: Automatische reset. 5.11 Groep 3.11: Timerfuncties 5.12...
Pagina 9
INHOUDSOPGAVE VACON · 9 10 Parameterbeschrijvingen 10.1 Motorinstellingen 10.1.1 Parametergroep Motor naamplaat 10.1.2 Parametergroep Motorregeling 10.2 Start/Stop-instellingen 10.3 Referenties 10.3.1 frequentiereferentie 10.3.2 Vaste frequenties 10.3.3 Parametergroep Motorpotentiometer 10.4 Instellingen voor Ramping en Remmen 10.5 I/O-configuratie 10.5.1 Programmering van digitale en analoge ingangen 10.5.2...
Pagina 10
VACON · 10 INHOUDSOPGAVE 11 Fouttracering 11.1 Er wordt een fout getoond 11.1.1 Resetten met de resetknop 11.1.2 Resetten met een parameter in het grafische display 11.1.3 Resetten met een parameter in het tekstdisplay 11.2 Foutenhistorie 11.2.1 De foutenhistorie bekijken in het grafische display 11.2.2...
SNELSTARTGIDS VACON · 11 SNELSTARTGIDS BEDIENINGSPANEEL Het bedieningspaneel vormt de interface tussen de frequentieregelaar en de gebruiker. Met het bedieningspaneel kunt u het toerental van een motor regelen en de status van de frequentieregelaar bewaken. Bovendien kunt u hiermee de parameters van de frequentieregelaar instellen.
VACON · 12 SNELSTARTGIDS READY STOP Main Menu Quick Setup ( 17 ) Monitor ( 5 ) Parameters ( 12 ) Afb. 2: Het grafische display A. Het eerste statusveld: STOP/RUN F. Het locatieveld: het ID-nummer van de B. De draairichting van de motor parameter en de huidige locatie in het C.
Activeren. BESCHRIJVING VAN DE APPLICATIES 1.4.1 VACON HVAC-APPLICATIE De Vacon AC frequentieregelaar wordt geleverd met een Vacon HVAC-applicatie die onmiddellijk gebruikt kan worden. U kunt de frequentieregelaar bedienen vanaf het bedieningspaneel of via de veldbus, PC of I/O-klemmen. LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/...
Seriële bus, positief RS-485 Afb. 4: Aansluitvoorbeelden van de besturingsaansluitingen voor de Standaard-I/O-kaart * = Gebruik DIP-switches om deze te selecteren.Raadpleeg de Vacon 100 installatiehandleiding voor wandgemonteerde frequentieregelaars. ** = U kunt de digitale ingangen van de aarde isoleren met een DIP-schakelaar.
Pagina 15
AANWIJZING! Raadpleeg de installatiehandleiding van de Vacon 100 X voor DIP- switchconfiguratie in Vacon 100 X-systemen. LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/...
Pagina 16
VACON · 16 SNELSTARTGIDS Digitale ingangen Zwevend Verbonden met GND (standaard!) Afb. 7: DIP-switch LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/...
Pagina 17
SNELSTARTGIDS VACON · 17 Tabel 2: Parametergroep Quick setup Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving Neem de waarde U Nominale motor- over van de motor- P1.1 varieert varieert varieert spanning naamplaat. Zie P3.1.1.1. Neem de waarde f Nominale motorfre- over van de motor- P1.2...
Pagina 18
VACON · 18 SNELSTARTGIDS Tabel 2: Parametergroep Quick setup Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving Selecteren met digitale ingang:Vaste frequen- P1.12 Vaste frequentie 2 P3.3.1 300.00 15.00 tieselectie 1 (P3.5.1.16) (standaard = Digitale ingang 5) De tijd die de uitgangs- frequentie nodig heeft P1.13...
Pagina 19
SNELSTARTGIDS VACON · 19 Tabel 2: Parametergroep Quick setup Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving 0 = Inactief 1 = Activeren P1.20 Opstartwizard** 1171 Zie hoofdstuk 1.3 De eerste keer starten. 0 = Inactief P1.21 Fire modus wizard** 1672 1 = Activeren * = De parameter wordt alleen getoond op het grafische bedieningspaneel.
VACON · 20 WIZARDS WIZARDS PID MINI-WIZARD De applicatiewizard helpt u om de basisparameters voor de geselecteerde applicatie in te stellen. Als u de PID Mini-Wizard wilt starten, selecteert u de optie Activeren voor parameter P1.17 PID Mini-Wizard in het menu Quick setup De PID-regelaar is standaard ingesteld voor het gebruik van één terugkoppelsignaal en één...
WIZARDS VACON · 21 Als u Bedieningspaneel Referentie 1 of Bedieningspaneel Referentie 2 instelt, gaat de wizard direct door naar vraag 10. Stel het signaalbereik van de analoge ingang in. 0 = 0–10 V/0–20 mA 1 = 2–10 V/4–20 mA Zie Tabel 15 Instellingen voor analoge ingan- gen.
VACON · 22 WIZARDS Stel een waarde in voor Frequentieregelaar opne- men (P3.14.3). 0 = Uitgeschakeld 1 = Ingeschakeld Stel een waarde in voor Autowissel interval 0,0–3000,0 u (P3.14.5). Stel een waarde in voor Autowissel frequentielimiet 0.00–50.00 Hz (P3.14.6) Stel een waarde in voor Bandbreedte (P3.14.8).
Pagina 23
WIZARDS VACON · 23 Stel een waarde in voor parameter P3.17.3 Fire 8,00 Hz…P3.3.1.2 (MaxFreqReferentie) modus frequentie. Stel in of het signaal moet worden geactiveerd wan- neer het contact wordt geopend of gesloten. 0 = Open contact 1 = Gesloten contact Stel een waarde in voor de parameters P3.17.4 Fire...
VACON · 24 GEBRUIKERSINTERFACES GEBRUIKERSINTERFACES NAVIGATIE MET HET BEDIENINGSPANEEL De gegevens van de frequentieregelaar zijn ondergebracht in menu's en submenu's.Met de pijlknoppen Omhoog en Omlaag op het bedieningspaneel kunt u door de menu's navigeren.Druk op OK om een groep of parameter te openen.Druk op de knop BACK/RESET om terug te keren naar het vorige niveau.
Pagina 25
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 25 Afb. 8: De menustructuur van de frequentieregelaar LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/...
VACON · 26 GEBRUIKERSINTERFACES HET GRAFISCHE DISPLAY READY STOP Main Menu Quick Setup ( 17 ) Monitor ( 5 ) Parameters ( 12 ) Afb. 9: Het hoofdmenu van het grafische display A. Het eerste statusveld: STOP/RUN F. Het locatieveld: de parameter-ID en de B.
Pagina 27
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 27 Druk twee keer op OK of druk op de pijltoets STOP READY RECHTS om de bewerkingsmodus te activeren. Rem Control Place M3.2.1 Edit Help Add to favourites Druk op de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om de READY nieuwe waarde te selecteren.
Pagina 28
VACON · 28 GEBRUIKERSINTERFACES Als de waarde numeriek is, kunt u met de STOP READY pijltoetsen LINKS en RECHTS van cijfer naar cijfer gaan. Wijzig de cijfers met de pijltoetsen OMHOOG MinFreqReference en OMLAAG. ID:101 P3.3.1.1 00.00 Hz Min: 0.00Hz Max: 50.00Hz...
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 29 Gebruik de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om STOP READY door de lijst met waarden te bladeren. Days M 3.12.1.3.1 Sunday Monday Tuesday Wednesday Thursday Friday Druk op de pijltoets RECHTS om het keuzevakje READY naast de gewenste waarde te activeren en de STOP waarde toe te voegen.
Pagina 30
VACON · 30 GEBRUIKERSINTERFACES bedieningspaneel de bedieningsplaats zodra u Lokaal selecteert.Gebruik de FUNCT-knop of de parameter P3.2.2 Lokaal/Afstand om te schakelen tussen de lokale en externe bediening. DE BEDIENINGSPLAATS SELECTEREN Druk op de FUNCT-knop. Het maakt niet uit waar u zich in het menu bevindt.
Pagina 31
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 31 DE BEDIENINGSPAGINA OPENEN Met de bedieningspagina kunt u gemakkelijk de belangrijkste waarden bewaken. Druk op de FUNCT-knop. Het maakt niet uit waar u zich in het menu bevindt. STOP READY Main Menu Monitor ( 12 )
Pagina 32
VACON · 32 GEBRUIKERSINTERFACES bewerken.De andere waarden op de pagina zijn multimonitorwaarden.U kunt zelf bepalen welke waarden hier worden getoond (zie de instructies in hoofdstuk4.1.1 Multimonitor). DE DRAAIRICHTING WIJZIGEN Met de FUNCT-knop kunt u de draairichting van de motor snel wijzigen.
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 33 De draairichting wordt direct gewijzigd.U kunt zien dat de pijlindicator in het statusveld van het display READY STOP verandert. Main Menu Monitor ( 7 ) Parameters ( 15 ) Diagnostics ( 6 ) 3.2.4 PARAMETERS KOPIËREN AANWIJZING! Deze functie is alleen beschikbaar op het grafische bedieningspaneel.
Pagina 34
VACON · 34 GEBRUIKERSINTERFACES Open het submenu Parameter back-up. READY Keypad STOP User settings M6.5 Language selection English Parameter backup ( 7 ) Drive name Drive Gebruik de pijlknoppen Omhoog en Omlaag om een functie te selecteren.Druk op OK om uw keuze te...
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 35 3.2.5 PARAMETERS VERGELIJKEN Met deze functie kunt u de huidige parameterset vergelijken met een van de volgende vier sets. Set 1 (P6.5.4 Opslaan in set 1) • Set 2 (P6.5.6 Opslaan in set 2) • De standaardwaarden (P6.5.1 Fabrieksinstellingen herstellen) •...
VACON · 36 GEBRUIKERSINTERFACES Vergelijk de huidige waarde met de waarde in de READY andere set. STOP Active set-Set 1 ID:113 Motor Nom Currnt 0.56A 1.90A Motor Cos Phi 0.68 1.74 A. Huidige waarde B. Waarde in de andere set C.
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 37 Druk op OK om de helptekst te openen. READY STOP Ctrl signal 1 A ID:403 M3.5.1.1 Start Signal 1 for control Place I/O A. Start Signal 1 functionality chosen with I/O A Logic in Start/Stop Setup Menu.
VACON · 38 GEBRUIKERSINTERFACES Afb. 10: Het hoofdmenu van het tekstdisplay A. De statusindicatoren D. De huidige locatie in het menu B. De alarm- en foutindicatoren E. De indicatoren voor de bedieningsplaats C. De naam van de huidige groep of het F.
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 39 Druk op de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om de nieuwe waarde te selecteren. Druk op OK om de wijziging te accepteren. Druk op de BACK/RESET-knop om de wijziging te annuleren en terug te keren naar het vorige niveau.
Pagina 40
VACON · 40 GEBRUIKERSINTERFACES afstand.Wanneer u bijvoorbeeld gebruikmaakt van bediening op afstand en parameter P3.5.1.5 de bedieningsplaats heeft overgenomen met de digitale ingang, wordt het bedieningspaneel de bedieningsplaats zodra u Lokaal selecteert.Gebruik de FUNCT-knop of de parameter P3.2.2 Lokaal/Afstand om te schakelen tussen de lokale en externe bediening.
Pagina 41
GEBRUIKERSINTERFACES VACON · 41 Druk op de FUNCT-knop. Het maakt niet uit waar u zich in het menu bevindt. Gebruik de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om Bedieningspagina te selecteren.Open de pagina door op OK te drukken.De bedieningspagina verschijnt. Als u de lokale bedieningsplaats en de bedieningspaneelreferentie gebruikt, kunt u P3.3.6...
Pagina 42
VACON · 42 GEBRUIKERSINTERFACES Gebruik de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om Verandering draairichting te selecteren.Druk op Selecteer de gewenste draairichting.De huidige draairichting knippert.Druk op OK.De draairichting verandert onmiddellijk en de pijlindicator in het statusveld van het display wordt verplaatst. LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/...
Het menu Quick setup omvat de minimale set met meest gebruikte parameters voor installatie en inbedrijfstelling van de HVAC-applicatie van de Vacon 100. Ze zijn verzameld in de eerste parametergroep zodat ze snel en gemakkelijk te vinden zijn. U kunt deze parameters ook vinden en bewerken in de eigen parametergroepen.
17 talen: Chinees, Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Italiaans, Nederlands, Pools, • Portugees, Roemeens, Russisch, Slowaaks, Spaans, Tsjechisch, Turks en Zweeds U kunt verbinding maken tussen de frequentieregelaar en de pc-tool met de Vacon-kabel voor seriële communicatie. De drivers voor seriële communicatie worden automatisch LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/...
Pagina 46
VACON · 46 GEBRUIKERSINTERFACES geïnstalleerd bij de installatie van Vacon Live. Nadat u de kabel hebt aangesloten, vindt Vacon Live de verbonden frequentieregelaar automatisch. Raadpleeg het menu Help in het programma voor meer informatie over het gebruik van Vacon Live.
MENU MONITORING VACON · 47 MENU MONITORING MENUGROEP MONITOR U kunt de werkelijke waarden van parameters en signalen bewaken. Daarnaast kunt u statussen en metingen bewaken. U kunt bovendien bepaalde controlewaarden aanpassen. 4.1.1 MULTIMONITOR Op de pagina Multimonitor kunt u 9 controlewaarden bij elkaar zetten.
VACON · 48 MENU MONITORING Als u een nieuw item in de lijst wilt selecteren, READY drukt u op OK. STOP FreqReference ID:1 M2.1.1.1 0.00 Hz Output frequency 10.00 Hz FreqReference 0.00 rpm Motor Speed 0.00 A Motor Current 0.00 % Motor Torque 0.00 %...
MENU MONITORING VACON · 53 4.1.7 BEWAKING VAN VELDBUSPROCESDATA Tabel 8: Bewaking van veldbusgegevens Index Controlewaarde eenheid Beschrijving VeldBus-Control V2.8.1 Word VeldBus-toerental V2.8.2 referentie V2.8.3 VeldBus-data in 1 V2.8.4 VeldBus-data in 2 V2.8.5 VeldBus-data in 3 V2.8.6 VeldBus-data in 4 V2.8.7...
VACON · 54 MENU PARAMETERS MENU PARAMETERS De HVAC-applicatie heeft de volgende parametergroepen: Menu en parametergroep Beschrijving Groep 3.1: Motorinstellingen Standaard- en geavanceerde motorinstellingen. Groep 3.2: Start/Stop-instellingen Start- en stopfuncties. Groep 3.3: Instellingen besturingsreferenties Instellingen voor de frequentiereferentie. Groep 3.4: Instellingen voor ramping en remmen Instellingen voor acceleratie/deceleratie.
Pagina 55
MENU PARAMETERS VACON · 55 Tabel 9: Parametergroep Motor naamplaat Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving Nominale motor- P3.1.1.1 varieert varieert varieert spanning Nominale motorfre- P3.1.1.2 8.00 320.00 50 / 60 quentie Nominaal motortoe- P3.1.1.3 19200 varieert rental Nominale motor- P3.1.1.4...
Pagina 56
VACON · 56 MENU PARAMETERS Tabel 10: Instellingen voor motorregeling Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving P3.1.2.1 Schakelfrequentie varieert varieert 0 = Uitgeschakeld P3.1.2.2 Motorschakelaar 1 = Ingeschakeld P3.1.2.4 Spanning bij 0 Hz 0.00 40.00 varieert 0 = Niet gebruikt...
VACON · 62 MENU PARAMETERS GROEP 3.5: I/O-CONFIGURATIE Tabel 14: Instellingen voor digitale ingangen Index Parameter Standaard Beschrijving P3.5.1.1 Stuursignaal 1 A DigIN SlotA.1 P3.5.1.2 Stuursignaal 2 A DigIN SlotA.2 P3.5.1.3 Stuursignaal 1 B DigIN Slot0.1 P3.5.1.4 Stuursignaal 2 B DigIN Slot0.1...
Pagina 63
MENU PARAMETERS VACON · 63 Tabel 14: Instellingen voor digitale ingangen Index Parameter Standaard Beschrijving OPEN = Geen versterking P3.5.1.22 PID1 versterkingsreferentie DigIN Slot0.1 1046 GESLOTEN = Versterking OPEN = Referentie 1 P3.5.1.23 PID1 SP selectie DigIN Slot0.1 1047 GESLOTEN = Referentie 2 OPEN = PID2 gestopt P3.5.1.24...
Pagina 64
VACON · 64 MENU PARAMETERS Tabel 14: Instellingen voor digitale ingangen Index Parameter Standaard Beschrijving P3.5.1.43 kWh-tripteller resetten DigIN Slot0.1 1053 Fire modus vaste frequentie- P3.5.1.44 DigIN Slot0.1 15531 selectie 0 Fire modus vaste frequentie- P3.5.1.45 DigIN Slot0.1 15532 selectie 1 OPEN = Parameterset 1 P3.5.1.46...
Pagina 65
MENU PARAMETERS VACON · 65 Tabel 15: Instellingen voor analoge ingangen Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving AnIN P3.5.2.1 AI1 signaalselectie SlotA.1 P3.5.2.2 AI1 Filter Tijd 300.0 0 = 0–10 V/0–20 mA P3.5.2.3 AI1 SignaalBer. 1 = 2–10 V/4–20 mA P3.5.2.4...
Pagina 66
VACON · 66 MENU PARAMETERS Tabel 15: Instellingen voor analoge ingangen Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving P3.5.2.24 AI4 signaalinversie Zie P3.5.2.6. AnIN Zie P3.5.2.1. P3.5.2.25 AI5 signaalselectie Slot0.1 P3.5.2.26 AI5 Filtertijd 300.0 Zie P3.5.2.2. P3.5.2.27 AI5 signaalbereik Zie P3.5.2.3.
Pagina 67
MENU PARAMETERS VACON · 67 Tabel 16: Instellingen voor digitale uitgangen op standaard-I/O-kaart eenhei Standaa Index Parameter min. max. Beschrijving Functieselectie voor basis-R01 0 = Geen 1 = Gereed 2 = In bedrijf 3 = Fout 4 = Fout inverteren...
Pagina 68
VACON · 68 MENU PARAMETERS Tabel 16: Instellingen voor digitale uitgangen op standaard-I/O-kaart eenhei Standaa Index Parameter min. max. Beschrijving 29 = Besturing Motor 3 30 = Besturing Motor 4 31 = Besturing Motor 5 32 = Gereserveerd 33 = Gereserveerd...
Pagina 69
MENU PARAMETERS VACON · 69 Tabel 17: Instellingen voor analoge uitgangen op de standaard-I/O-kaart Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving 0 = TEST 0% (niet gebruikt) 1 = TEST 100% 2 = Uitgangsfrequentie (0 – fmax) 3 = Frequentiereferen- tie (0 –...
VACON · 70 MENU PARAMETERS Tabel 17: Instellingen voor analoge uitgangen op de standaard-I/O-kaart Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving P3.5.4.1.5 AO1 maximumschaal varieert varieert varieert 10054 ANALOGE UITGANGEN IN SLOT C, D EN E Toont alleen parameters voor aanwezige uitgangen in slot C/D/E. De selecties zijn hetzelfde als die in Basis A01.
MENU PARAMETERS VACON · 71 Tabel 19: De standaardwaarden voor Procesdata uit via de veldbus. Data Standaardwaarde Schaal Procesdata uit 1 Uitgangsfrequentie 0,01 Hz Procesdata uit 2 Motortoerental 1 rpm Procesdata uit 3 Motorstroom 0,1 A Procesdata uit 4 Motorkoppel 0.1%...
MENU PARAMETERS VACON · 73 GROEP 3.9: BEVEILIGINGEN Tabel 22: Instellingen voor beveiligingen Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving 0 = Geen actie 1 = Alarm 2 = Alarm + vaste fout- Respons op Fout frequentie (P3.3.19) P3.9.1 analoge ingang te...
Pagina 74
VACON · 74 MENU PARAMETERS Tabel 22: Instellingen voor beveiligingen Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving Blokkeerfrequentie- P3.9.14 1.00 P3.3.2 25.00 limiet Fout onderbelasting Zie P3.9.2. (defecte aandrijf- P3.9.15 riem/drooglopende pomp) Onderbelastingsbe- veiliging: veldver- P3.9.16 10.0 150.0 50.0 zwakkingsgebiedbe-...
Pagina 75
MENU PARAMETERS VACON · 75 Tabel 22: Instellingen voor beveiligingen Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving 0 = Geen actie Respons bij Safe Dis- 1 = Alarm P3.9.29 * able uit-fout (STO) 2 = Fout (stop door uit- lopen) *) Deze parameter is niet zichtbaar als de frequentieregelaar de functie Safe Disable uit niet ondersteunt.
VACON · 80 MENU PARAMETERS 5.12 GROEP 3.12: PID-REGELAAR 1 Tabel 32: Basisinstellingen voor PID-regelaar 1 Eenhei Standaa Index Parameter Min. Max. Beschrijving P3.12.1.1 PID Versterking 0.00 1000.00 100.00 P3.12.1.2 PID Integratietijd 0.00 600.00 1.00 P3.12.1.3 PID Dempingstijd 0.00 100.00 0.00...
Pagina 81
MENU PARAMETERS VACON · 81 Tabel 33: Instellingen voor referentiewaarden Eenhei Standaa Index Parameter Min. Max. Beschrijving Bedieningspaneel P3.12.2.1 varieert varieert varieert referentie 1 Bedieningspaneel P3.12.2.2 varieert varieert varieert referentie 2 Referentie ramping- P3.12.2.3 0.00 300.0 0.00 1068 tijd 0 = Niet gebruikt...
Pagina 82
VACON · 82 MENU PARAMETERS Tabel 33: Instellingen voor referentiewaarden Eenhei Standaa Index Parameter Min. Max. Beschrijving Referentie 2 bronse- Zie P3.12.2.4. P3.12.2.12 lectie Referentie 2 mini- Zie P.12.2.5. P3.12.2.13 -200.00 200.00 0.00 1073 Referentie 2 maxi- Zie P3.12.2.6. P3.12.2.14 -200.00...
Pagina 83
MENU PARAMETERS VACON · 83 Tabel 34: Instellingen voor terugkoppeling Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving 1 = Alleen Bron1 in gebruik 2 = SQRT(Bron1);(Flow = Constante x SQRT(Druk)) 3 = SQRT(Bron1 - Bron2) 4 = SQRT(Bron1) + SQRT P3.12.3.1...
Pagina 84
VACON · 84 MENU PARAMETERS Tabel 35: Instellingen voor vooruitsturing eenhei Standaar Index Parameter min. max. Beschrijving Vooruitsturingsfunc- Zie P3.12.3.1. P3.12.4.1 1059 Vooruitsturingsfunc- Zie P3.12.3.2. P3.12.4.2 -1000 1000 100.0 1060 tie versterking Vooruitsturing 1 Zie P3.12.3.3. P3.12.4.3 1061 bronselectie Vooruitsturing 1 Zie P3.12.3.4.
MENU PARAMETERS VACON · 89 5.15 GROEP 3.16: FIRE MODUS Tabel 43: Parametergroep Fire modus Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving Fire modus wacht- 1002 = Ingeschakeld P3.16.1 9999 1599 woord 1234 = Testmodus OPEN = Fire modus Activering fire modus...
Geef een resetsignaal via de I/O-klemmen. • Geef een resetsignaal met de veldbus. • Geef een resetsignaal in Vacon Live. • Het submenu Actieve fouten kan maximaal tien fouten bewaren. Het submenu toont de fouten in de volgorde waarin ze zijn opgetreden.
VACON · 92 MENU DIAGNOSE TOTAALTELLERS Tabel 46: De totaaltellerparameters in het menu Diagnose Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving De hoeveelheid energie die is afgenomen van het elektriciteitsnet. Deze teller kan niet worden gereset. In het tekstdisplay: de groot- ste eenheid voor ener- V4.4.1...
Pagina 93
MENU DIAGNOSE VACON · 93 Tabel 46: De totaaltellerparameters in het menu Diagnose Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving Netvoeding-aanwe- De totale inschakel- V4.4.13 zig tijd (tekstbedie- duur van de voeding in ningspaneel) dagen. Netvoeding-aanwe- De inschakelduur van uu:mm: V4.4.14...
VACON · 94 MENU DIAGNOSE TRIPTELLERS Tabel 47: De parametergroep Triptellers in het menu Diagnose Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving Deze teller kan worden gereset. In het tekst- display: de grootste eenheid voor energie die het display toont is MW.
MENU DIAGNOSE VACON · 95 SOFTWARE-INFO Tabel 48: De parametergroep Software-info in het menu Diagnose Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving Softwarepakket (gra- De code voor identifi- V4.6.1 fisch bedieningspa- 2524 catie van de software. neel) Softwarepakket-ID V4.6.2 (tekstbedieningspa-...
VACON · 96 MENU I/O EN HARDWARE MENU I/O EN HARDWARE Dit menu bevat verschillende instellingen die afhankelijk zijn van andere opties. BASIS I/O In het menu Basis I/O kunt u de statussen van in- en uitgangen bewaken. LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/...
Pagina 97
MENU I/O EN HARDWARE VACON · 97 Tabel 49: De basis I/O-parameters in het menu I/O en hardware Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving De status van het digi- V5.1.1 Digitale ingang 1 2502 tale ingangssignaal. De status van het digi- V5.1.2...
VACON · 98 MENU I/O EN HARDWARE Tabel 49: De basis I/O-parameters in het menu I/O en hardware Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving Toont de modus die is ingesteld voor het ana- loge ingangssignaal. De optie kan worden...
MENU I/O EN HARDWARE VACON · 99 Tabel 50: Parameters met betrekking tot optiekaarten Menu Functie Beschrijving Instellingen De instellingen die betrekking hebben op optiekaarten. Slot C Monitoring Hiermee kunt u gegevens bewaken die betrekking hebben op de optiekaart. Instellingen De instellingen die betrekking hebben op optiekaarten.
VACON · 100 MENU I/O EN HARDWARE INSTELLINGEN POWERUNIT In dit menu kunt u de instellingen van de ventilator en het sinusfilter instellen. De ventilator kent twee standen: geoptimaliseerd of altijd-aan. In de stand Geoptimaliseerd regelt de interne regelelektronica van de frequentieregelaar de ventilatorsnelheid aan de hand van informatie over de temperatuur.
MENU I/O EN HARDWARE VACON · 101 BEDIENINGSPANEEL Tabel 54: De parametergroep Bedieningspaneel in het menu I/O en hardware Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving De tijd waarna het dis- play terugkeert naar de pagina die is ingesteld P5.7.1 Time-out tijd met parameter P5.7.2.
Zie Tabel 56 De parame- tergroep Parameter- M6.5 Parameterback-up back-up in het menu Gebruikersinstellingen. Parameters vergelij- M6.6 Als dat nodig is, kunt u Naam frequentiere- de frequentieregelaar P6.7 gelaar met de pc-tool Vacon Live een naam geven. LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/...
DE MENU'S GEBRUIKERSINSTELLINGEN, FAVORIETEN EN GEBRUIKERSNIVEAUS VACON · 103 8.1.1 PARAMETERBACK-UP Tabel 56: De parametergroep Parameterback-up in het menu Gebruikersinstellingen Eenhei Standaar Index Parameter Min. Max. Beschrijving Hiermee kunt u de standaardparameter- Fabrieksinstellingen P6.5.1 waarden terugzetten. herstellen Daarna wordt de opstartwizard gestart.
AANWIJZING! Dit menu is niet beschikbaar in het hulpprogramma Vacon Live. Als u dezelfde opties regelmatig gebruikt, kunt u deze toevoegen aan het menu Favorieten. Zo kunt u een set parameters of controlewaarden uit alle menu's van het bedieningspaneel verzamelen.
DE MENU'S GEBRUIKERSINSTELLINGEN, FAVORIETEN EN GEBRUIKERSNIVEAUS VACON · 105 Selecteer Toevoegen aan favorieten en druk op OK. READY STOP Motor Nom Freq Edit Help Add to favourites De stappen zijn nu voltooid. Lees de instructies op het display om door te gaan.
VACON · 106 DE MENU'S GEBRUIKERSINSTELLINGEN, FAVORIETEN EN GEBRUIKERSNIVEAUS GEBRUIKERSNIVEAUS Gebruik de parameters in de parametergroep Gebruikersniveau om te voorkomen dat personeel dat geen parameters mag wijzigen, toegang krijgt tot de parameters.U kunt bovendien onbedoelde wijzigingen in de parameters voorkomen.
Pagina 107
DE MENU'S GEBRUIKERSINSTELLINGEN, FAVORIETEN EN GEBRUIKERSNIVEAUS VACON · 107 Ga naar de optie Toegangscode en druk op de READY ALARM Keypad pijltoets RECHTS. STOP Main Menu ID:2362 P8.2 User level Normal Access code 00000 Gebruik de pijltoetsen om de cijfers van de toegangscode te wijzigen.
VACON · 108 BESCHRIJVING VAN MONITORING WAARDES BESCHRIJVING VAN MONITORING WAARDES Dit hoofdstuk bevat een korte beschrijving van alle controlewaarden. BASIS V2.2.1 UITGANGSFREQUENTIE (ID 1) Deze controlewaarde toont de huidige uitgangsfrequentie naar de motor. V2.2.2 FREQUENTIEREFERENTIE (ID 25) Deze controlewaarde toont de actuele frequentiereferentie voor de motorbesturing.
Pagina 109
BESCHRIJVING VAN MONITORING WAARDES VACON · 109 V2.2.12 MOTORTEMPERATUUR (ID 9) Deze controlewaarde toont de berekende motortemperatuur als percentage van de nominale bedrijfstemperatuur. Wanneer de waarde hoger wordt dan 105%, treedt er een thermische motorbeveiligingsfout V2.2.13 ANALOGE INGANG 1 (ID 59) Deze controlewaarde toont de waarde van het analoge ingangssignaal als percentage van het gebruikte bereik.
VACON · 110 BESCHRIJVING VAN MONITORING WAARDES V2.2.23 APPLICATIE- STATUS WOORD 1 (ID 89) Deze controlewaarde toont de bitcodestatussen van de applicatie. V2.2.24 APPLICATIE- STATUS WOORD 2 (ID 90) Deze controlewaarde toont de bitcodestatussen van de applicatie. V2.2.25 KWH-TRIPTELLER LAAG (ID 1054) Deze controlewaarde toont de actuele waarde van de kWh-teller (energieteller).
BESCHRIJVING VAN MONITORING WAARDES VACON · 111 V2.3.2 INTERVAL 1 (ID 1442) Deze controlewaarde toont de status van de intervalfunctie. V2.3.3 INTERVAL 2 (ID 1443) Deze controlewaarde toont de status van de intervalfunctie. V2.3.4 INTERVAL 3 (ID 1444) Deze controlewaarde toont de status van de intervalfunctie.
VACON · 112 BESCHRIJVING VAN MONITORING WAARDES Dit is de afwijking van de PID-terugkoppeling ten opzichte van de PID-referentiewaarde in de proceseenheid. V2.4.4 PID1-UITGANG (ID 23) Deze controlewaarde toont het uitgangssignaal van de PID-regelaar als percentage (0– 100%). V2.4.5 PID1-STATUS (ID 24) Deze controlewaarde toont de status van de PID-regelaar.
BESCHRIJVING VAN MONITORING WAARDES VACON · 113 VELDBUSGEGEVENS V2.8.1 VELDBUS-CONTROL WORD (ID 874) Deze controlewaarde toont de status van het veldbusbesturingswoord dat de applicatie gebruikt in de bypassmodus. Afhankelijk van het veldbustype of -profiel worden de gegevens die van de veldbus worden ontvangen, omgezet voordat ze naar de applicatie worden verstuurd.
Pagina 114
VACON · 114 BESCHRIJVING VAN MONITORING WAARDES V2.8.10 VELDBUS-DATA IN 8 (ID 883) Deze controlewaarde toont de procesgegevens als onbewerkte waarde in 32-bits indeling met teken. V2.8.11 VELDBUS-STATUS WORD (ID 864) Deze controlewaarde toont de status van het veldbusstatuswoord dat de applicatie gebruikt in de bypassmodus.
Pagina 115
BESCHRIJVING VAN MONITORING WAARDES VACON · 115 V2.8.19 VELDBUS-DATA UIT 7 (ID 872) Deze controlewaarde toont de procesgegevens als onbewerkte waarde in 32-bits indeling met teken. V2.8.20 VELDBUS-DATA UIT 8 (ID 873) Deze controlewaarde toont de procesgegevens als onbewerkte waarde in 32-bits indeling met teken.
PARAMETERBESCHRIJVINGEN In dit hoofdstuk vindt u gegevens over de speciale parameters van de applicatie. Voor de meeste parameters van de Vacon 100-applicatie is een eenvoudige beschrijving voldoende. Deze eenvoudige beschrijving vindt u in de parametertabellen in hoofdstuk 5 Menu Parameters. Als u andere gegevens nodig hebt, kunt u contact opnemen met uw distributeur.
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 117 P3.1.1.8 MOTORTYPE (ID 650) Met deze parameter kunt u het type motor voor uw proces instellen. Selecteer het type motor. U kunt bijvoorbeeld Asynchrone inductiemotor (IM) of Synchrone permanente-magneetmotor (PM) selecteren. 10.1.2 PARAMETERGROEP MOTORREGELING P3.1.2.1 SCHAKELFREQUENTIE (ID 601) Met deze parameter kunt u de schakelfrequentie van de frequentieregelaar instellen.
Pagina 118
VACON · 118 PARAMETERBESCHRIJVINGEN P3.1.2.5 FUNCTIE MOTOR VOORVERWARMING (ID 1225) Met deze parameter kunt u de functie Motorvoorverwarming in- en uitschakelen. De voorverwarmingsfunctie voor de motor geeft DC-stroom aan de frequentieregelaar en de motor wanneer deze zich in de stoptoestand bevinden, zodat ze warm blijven.
Pagina 119
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 119 U[V] Nominale motorspanning Veldverzwakkingspunt Lineair Kwadratisch Nominale motorfrequentie f[Hz] Afb. 13: Lineaire en kwadratische aanpassing van de motorspanning P3.1.2.15 OVERSPANNINGSREGELAAR (ID 607) Met deze parameter kunt u de overspanningsregelaar buiten bedrijf instellen. Zie de beschrijving in P3.1.2.16 Onderspanningsregelaar.
Pagina 120
VACON · 120 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Wanneer u de waarde van P3.1.1.8 (Motortype) wijzigt naar PM-motor, wordt de U/f-curve automatisch verhoogd naar de uitgangsspanning van de frequentieregelaar. De ingestelde U/f-ratio wordt niet gewijzigd. Dat wordt gedaan om te voorkomen dat de PM-motor in het veldverzwakkingsgebied actief is.
START/STOP-INSTELLINGEN P3.2.1 EXTERNE BEDIENINGSPLAATS (ID 172) Met deze parameter kunt u de externe bedieningsplaats (start/stop) selecteren. Met deze parameter kunt u terugschakelen naar externe besturing via Vacon Live, bijvoorbeeld wanneer het bedieningspaneel kapot is. P3.2.2 LOKAAL/AFSTAND (ID 211) Met deze parameter kunt u schakelen tussen lokale bediening en bediening op afstand.
Pagina 122
VACON · 122 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u de frequentieregelaar altijd stoppen door op de stopknop op het bedieningspaneel te drukken (ongeacht de bedieningsplaats). Wanneer deze functie is uitgeschakeld, kunt u de frequentieregelaar alleen stoppen door op deze knop te drukken wanneer lokale bediening is ingeschakeld.
Pagina 123
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 123 De opties met het woord 'flank' helpen voorkomen dat de frequentieregelaar onbedoeld wordt gestart. Een onbedoelde start is bijvoorbeeld mogelijk onder de volgende omstandigheden. Wanneer u de voeding aansluit. • Wanneer de stroom weer wordt ingeschakeld na stroomuitval.
Pagina 124
VACON · 124 PARAMETERBESCHRIJVINGEN 5. CS2 wordt weer actief waardoor de 10. De STOP-knop op het bedieningspaneel motor versnelt (ACHTERUIT) naar de wordt ingedrukt en de ingestelde frequentie. uitgangsfrequentie gaat naar 0. (Dit 6. CS2 wordt inactief en de signaal werkt alleen als P3.2.3 uitgangsfrequentie zakt naar 0.
Pagina 125
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 125 VOORUIT Uitgangsfrequentie Ingestelde frequentie 0 Hz Ingestelde frequentie ACHTERUIT Vrijgave Stuursignaal 1 Stuursignaal 2 Bedieningspaneel Stopknop Afb. 16: Start/stop-logica I/O A = 1 1. Stuursignaal (CS) 1 wordt actief en zorgt 7. De stopknop op het bedieningspaneel...
Pagina 127
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 127 VOORUIT Uitgangsfrequentie Ingestelde frequentie 0 Hz Ingestelde frequentie ACHTERUIT Vrijgave Stuursignaal 1 Stuursignaal 2 Startknop bedieningspaneel Stopknop bedieningspaneel Afb. 18: Start/stop-logica I/O A = 3 1. Stuursignaal (CS) 1 wordt actief en zorgt 8. Het vrijgavesignaal wordt op GESLOTEN...
Pagina 128
VACON · 128 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Nummer Naam optie Beschrijving optie Gebruik deze functie om onbedoeld starten te voorkomen. Voordat u de motor kunt herstarten, moet u het start/stop- CS1 = Start (flank) contact openen. CS2 = Achteruit VOORUIT Uitgangsfrequentie Ingestelde frequentie...
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 129 P3.2.7 START/STOP-LOGICA I/O B (ID 363) Met deze parameter kunt u de digitale signalen voor start/stop-opdrachten van de frequentieregelaar instellen. De opties met het woord 'flank' helpen voorkomen dat de frequentieregelaar onbedoeld wordt gestart. Zie P3.2.6 voor meer informatie.
VACON · 130 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Deze parameter geeft de frequentiereferentie van de frequentieregelaar wanneer de frequentiereferentiebron 'Bedieningspaneelreferentie' is. P3.3.7 DRAAIRICHTING BEDIENINGSPANEEL (ID 123) Met deze parameter kunt u de draairichting van de motor instellen wanneer het bedieningspaneel is ingesteld als bedieningsplaats.
Pagina 131
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 131 P3.3.12 VASTE FREQUENTIE 1 (ID 105) Met deze parameter kunt u de vaste frequentiereferenties instellen wanneer de functie voor vaste frequenties wordt gebruikt. Selecteer de vaste frequenties met de digitale ingangssignalen. P3.3.13 VASTE FREQUENTIE 2 (ID 106) Met deze parameter kunt u de vaste frequentiereferenties instellen wanneer de functie voor vaste frequenties wordt gebruikt.
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 133 Nummer Naam optie Beschrijving optie De laatste frequentiereferentie van de motorpotentiometer Geen reset blijft behouden in de stoptoestand en in het geheugen wan- neer de stroom wordt uitgeschakeld. De frequentiereferentie van de motorpotentiometer wordt ingesteld op 0 wanneer de frequentieregelaar overgaat naar...
Pagina 134
VACON · 134 PARAMETERBESCHRIJVINGEN [Hz] ID103, ID104 ID500 ID500 Afb. 20: De acceleratie-/deceleratiecurve (S-vormig) P3.4.2 ACCELERATIETIJD 1 (ID 103) Met deze parameter kunt u instellen hoe lang de uitgangsfrequentie erover doet om van nul tot de ingestelde maximumfrequentie op te lopen.
Pagina 135
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 135 [Hz] ID103, ID104 ID500 ID500 Afb. 21: De acceleratie-/deceleratiecurve (S-vormig) P3.4.5 ACCELERATIETIJD 2 (ID 502) Met deze parameter kunt u instellen hoe lang de uitgangsfrequentie erover doet om van nul tot de ingestelde maximumfrequentie op te lopen.
VACON · 136 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Als de waarde van deze parameter is ingesteld op 0, is de functie DC-rem uitgeschakeld. P3.4.11 STARTFREQUENTIE VOOR DC-REMMEN BIJ RAMPINGSTOP (ID 515) Met deze parameter kunt u de uitgangsfrequentie instellen waarbij het DC-remmen wordt gestart.
Pagina 137
DigIN/dI = Digitale ingang AnIN/aI = Analoge ingang Type slot Slot A Het kaarttype: A/B = standaardkaart voor Vacon frequentieregelaar C/D/E = Optiekaart 0 = Het parametersignaal is niet verbonden met een klem. Klemnummer Het nummer van de klem op de geselecteerd kaart.
VACON · 138 PARAMETERBESCHRIJVINGEN A.2 A.3 A.4 A.5 A.6 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 30 A B Slot A 21 22 23 24 25 26 33 34 Slot B Afb. 22: De optiekaartslots en programmeerbare ingangen A.
Pagina 139
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 139 READY STOP Digital Inputs ID:405 P3.5.1.7 Ext Fault Close DigINSlotA.3 Ext Fault Open DigINSlot0.2 Fault Reset Close DigINSlotA.6 Afb. 23: Het menu Digitale ingangen op het grafische display A. Het grafische display C. De waarde van de parameter (de B.
Pagina 140
VACON · 140 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Type ingang (gra- Type Slot Ingangnr. Verklaring fisch display) ingang (tekstdis- play) Digitale ingang nr. 1 (klem 8) op de kaart in slot DigIN A (standaard-I/O-kaart). Digitale ingang nr. 2 (klem 9) op de kaart in slot DigIN A (standaard-I/O-kaart).
Pagina 141
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 141 In de bewerkingsmodus is de optie DigIN SlotA READY onderstreept en knippert de waarde. Als u meer STOP digitale ingangen in uw I/O-systeem beschikbaar Ext Fault Close hebt, bijvoorbeeld omdat u optiekaarten hebt ID:405 P3.5.1.7 toegevoegd in slot C, D of E, kunt u ook deze selecteren.
Pagina 142
VACON · 142 PARAMETERBESCHRIJVINGEN PROGRAMMEREN OP HET TEKSTDISPLAY Selecteer een parameter. Druk op OK om de bewerkingsmodus te openen. In de bewerkingsmodus knippert de letter D. Als u meer digitale ingangen in uw I/O-systeem beschikbaar hebt, bijvoorbeeld omdat u optiekaarten hebt toegevoegd in slot D of E, kunt u ook deze selecteren.
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 143 Als de digitale ingang DI6 reeds voor een andere functie wordt gebruikt, schuift er een melding over het display. Pas een van de opties aan. Nadat u deze stappen hebt uitgevoerd, wordt de functie Externe fout sluiten bestuurd door digitale ingang DI6.
Pagina 144
VACON · 144 PARAMETERBESCHRIJVINGEN U kunt de status van de digitale in- en uitgangen bewaken in de Multimonitorweergave. P3.5.1.1 STUURSIGNAAL 1 A (ID 403) Met deze parameter kunt u instellen met welk digitale ingangssignaal (Stuursignaal 1) de frequentieregelaar kan worden gestart en gestopt wanneer de bedieningsplaats is ingesteld op I/O A (VOORUIT).
Pagina 145
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 145 P3.5.1.10 FOUTRESET OPENEN (ID 213) Met deze parameter kunt u instellen welk digitale ingangssignaal alle actieve fouten reset. Actieve fouten worden gereset wanneer de status van de digitale ingang wijzigt van gesloten naar open (neergaande flank).
Pagina 146
VACON · 146 PARAMETERBESCHRIJVINGEN P3.5.1.16 VASTE FREQUENTIESELECTIE 1 (ID 420) Met deze parameter kunt u instellen welk digitale ingangssignaal wordt gebruikt om de vaste frequenties te selecteren. P3.5.1.17 VASTE FREQUENTIESELECTIE 2 (ID 421) Met deze parameter kunt u instellen welk digitale ingangssignaal wordt gebruikt om de vaste frequenties te selecteren.
Pagina 147
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 147 P3.5.1.24 PID2-STARTSIGNAAL (ID 1049) Met deze parameter kunt u instellen met welk digitale ingangssignaal de externe PID- regelaar kan worden gestart en gestopt. P3.5.1.25 SELECTIE PID2-REFERENTIE (ID 1048) Met deze parameter kunt u instellen met welk digitale ingangssignaal de PID- referentiewaarde kan worden geselecteerd.
Pagina 148
U kunt parameterwaarden opslaan als Set 1 en Set 2 met de parameters B6.5.4 Opslaan in Set 1 en B6.5.4 Opslaan in Set 2. Deze parameters kunt u gebruiken met het bedieningspaneel of de pc-tool Vacon Live. LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/...
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 149 10.5.3 ANALOGE INGANGEN P3.5.2.1 AI1 SIGNAALSELECTIE (ID 377) Met deze parameter kunt u het AI-signaal koppelen aan de analoge ingang van uw keuze. Met deze parameter kunt u het AI-signaal aan de gewenste analoge ingang koppelen.
VACON · 150 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Tabel 60: De uitgangssignalen via RO1 Nummer Naam optie Beschrijving optie Niet gebruikt De uitgang wordt niet gebruikt. Gereed De frequentieregelaar is gereed voor gebruik. In bedrijf De frequentieregelaar is actief (de motor loopt). Algemene fout Er is een foutuitschakeling opgetreden.
Pagina 151
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 151 Tabel 60: De uitgangssignalen via RO1 Nummer Naam optie Beschrijving optie Gereserveerd PID1-bewakingslimieten De feedbackwaarde van de PID1-regelaar valt niet binnen de bewakingsgrenswaarden. PID2-bewakingslimieten De feedbackwaarde van de PID2-regelaar valt niet binnen de bewakingsgrenswaarden. Besturing Motor 1 De contactorbesturing voor de functie Multi-pomp.
VACON · 152 PARAMETERBESCHRIJVINGEN 10.5.5 ANALOGE UITGANGEN P3.5.4.1.1 AO1 FUNCTIE (ID 10050) Met deze parameter kunt u selecteren welke functie of welk signaal is verbonden met de analoge uitgang. LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/...
Pagina 153
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 153 Nummer Naam optie Beschrijving optie Test 0% (Niet gebruikt) De analoge uitgang wordt ingesteld op 0% of 20%, afhanke- lijk van parameter P3.5.4.1.3. TEST 100% De analoge uitgang wordt ingesteld op 100% van het signaal (10 V/20 mA).
Pagina 154
VACON · 154 PARAMETERBESCHRIJVINGEN AANWIJZING! Gebruik voor Procesdata in een waarde zonder decimaal teken, bijvoorbeeld: 5000 =50,00%. P3.5.4.1.2 AO1 FILTERTIJD (ID 10051) Met deze parameter kunt u de filtertijd voor het analoge signaal instellen. De filterfunctie wordt uitgeschakeld wanneer de filtertijd is ingesteld op 0.
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 155 100% 20 mA 10 mA [Hz] 0 mA 0 Hz 10 Hz 40 Hz Afb. 25: De schaling van het AO1-signaal A. Analoog uitgangssignaal D. Max.freq.referentie B. AO min. schaal E. Uitg.frequentie C. AO max. schaal 10.6...
VACON · 156 PARAMETERBESCHRIJVINGEN P3.6.3 SELECTIE VELDBUSDATA UITGANG 3 (ID 854) Met deze parameter kunt u met behulp van de ID van een parameter of controlewaarde instellen welke gegevens naar de veldbus worden verzonden. De gegevens worden volgens de notatie op het bedieningspaneel omgezet naar 16bits- notatie zonder teken.
Pagina 157
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 157 P3.7.1 VERBODEN FREQUENTIEGEBIED 1 LAGE GRENSWAARDE (ID 509) Met deze parameter kunt u voorkomen dat de frequentieregelaar bij de verboden frequenties werkt. In sommige processen kan het nodig zijn om specifieke frequenties te vermijden omdat deze mechanische resonantie kunnen veroorzaken.
Pagina 158
VACON · 158 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Afb. 26: Verboden frequenties A. Werkelijke referentie C. Ondergrenswaarde B. Bovengrens D. Gevraagde referentie P3.7.7 RAMP TIJDFACTOR (ID 518) Met deze parameter kunt u de vermenigvuldigingsfactor van de geselecteerde rampingtijden instellen wanneer de uitgangsfrequentie van de frequentieregelaar tussen de verboden frequentielimieten ligt.
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 159 F. Tijd 10.8 GRENSWAARDEBEWAKING P3.8.1 BEWAKINGSITEM 1 SELECTIE (ID 1431) Met deze parameter kunt u het bewakingsitem selecteren. Het uitgangssignaal van de bewakingsfunctie kan aan de relaisuitgang worden gekoppeld. P3.8.2 BEWAKINGSMODUS 1 (ID 1432) Met deze parameter kunt u de bewakingsmodus instellen.
VACON · 160 PARAMETERBESCHRIJVINGEN 10.9 BEVEILIGINGEN P3.9.1 RESPONS OP FOUT ANALOGE INGANG TE LAAG (ID 700) Met deze parameter kunt u instellen hoe de frequentieregelaar reageert op een 'Fout AI te laag'. Als het analoge ingangssignaal gedurende 500 ms lager blijft dan 50% van het minimale signaal, wordt een alarm of Fout AI te laag gegenereerd.
Pagina 161
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 161 De thermische motorbeveiliging is gebaseerd op berekeningen.De beschermingsfunctie berekent de belasting van de motor op basis van de uitgangsstroom van de frequentieregelaar.Als de besturingskaart niet van stroom is voorzien, worden de berekeningen gereset. U kunt de thermische motorbeveiliging aanpassen met de parameters P3.9.6 tot en met P3.9.10.De thermische stroom I...
Pagina 162
VACON · 162 PARAMETERBESCHRIJVINGEN De afsnijdfrequentie voor de thermische beveiliging is 70% van de waarde van de parameter P3.1.1.2 Nominale motorfrequentie. koeling Overbelastingsgebied 100% ID706=40% Kantelfre- quentie Afb. 28: De motor thermische stroom I -curve P3.9.9 MOTOR THERMISCHE TIJDCONSTANTE (ID 707) Met deze parameter kunt u de thermische tijdconstante van de motor instellen.
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 163 I/I T Stroom Fout/ alarm Uitschakelgebied 105% Belastbaarheid 80% Belastbaarheid 100% Belastbaarheid 130% Afb. 29: De berekening van de motortemperatuur 10.9.2 BEVEILIGING MOTORBLOKKERING De beveiligingsfunctie tegen motorblokkering beschermt de motor tegen korte overbelastingen. Overbelasting kan bijvoorbeeld optreden wanneer de as stil komt te staan.
Pagina 164
VACON · 164 PARAMETERBESCHRIJVINGEN AANWIJZING! Als u lange motorkabels gebruikt (max. 100 m) in combinatie met kleine frequentieregelaars (≤1,5 kW), kan de motorstroom die wordt gemeten bij de frequentieregelaar, veel hoger zijn dan de werkelijke motorstroom. Dat is omdat er capacitieve stromen optreden in de motorkabel.
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 165 Als de waarde van de blokkeertijdteller deze grenswaarde overschrijdt, schakelt de bescherming de frequentieregelaar uit. P3.9.14 BLOKKEERFREQUENTIELIMIET (ID 712) Met deze parameter kunt u de grenswaarde instellen waaronder de uitgangsfrequentie van de frequentieregelaar moet blijven voordat er een blokkeertoestand optreedt.
Pagina 166
VACON · 166 PARAMETERBESCHRIJVINGEN U kunt deze parameter instellen op een waarde tussen 10,0 en 150,0% * T . Deze nMotor parameter geeft de waarde voor het minimumkoppel wanneer de uitgangsfrequentie hoger is dan het veldverzwakkingspunt. Als u de parameter P3.1.1.4 (Nominale motorstroom) verandert, wordt deze parameter automatisch teruggezet naar de standaardwaarde.
Pagina 167
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 167 Onderbelastingstijdteller Uitschakelgebied ID716 Uitschakeling/ waarschuwing ID713 Tijd Onderbelasting Geen onderbel. Afb. 32: De werking van de onderbelastingstijdteller P3.9.19 RESPONS OP VELDBUSCOMMUNICATIEFOUT (ID 733) Met deze parameter kunt u instellen hoe de frequentieregelaar reageert op de fout 'Veldbus time-out'.
VACON · 168 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Zie P3.9.2 voor meer informatie. P3.9.25 TEMPERATUURSIGNAAL 1 (ID 739) Met deze parameter kunt u de temperatuuringangssignalen selecteren die worden gecontroleerd. De maximumwaarde wordt overgenomen van de ingestelde signalen en gebruikt voor het genereren van alarmen en fouten.
Pagina 169
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 169 AANWIJZING! De functie Automatische reset is alleen beschikbaar voor bepaalde typen fouten. P3.10.2 HERSTARTFUNCTIE (ID 719) Met deze parameter kunt u de startmodus voor de functie Automatische reset instellen. P3.10.3 WACHTTIJD (ID 717) Met deze parameter kunt u de wachttijd voordat de eerste reset wordt uitgevoerd instellen.
Pagina 170
VACON · 170 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Wachttijd Wachttijd Wachttijd ID717 ID717 ID717 Fouttrigger Alarm Reset 1 Reset 2 Auto reset Probeertijd Probeertijd ID718 Fout actief Aantal pogingen: (ID759 = 2) Afb. 33: De functie Automatische reset P3.10.6 AUTO RESET: ONDERSPANNING (ID 720) Met deze parameter kunt u de functie Automatische reset na een onderspanningsfout inschakelen.
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 171 P3.10.11 AUTO RESET: OVERTEMPERATUUR MOTOR (ID 725) Met deze parameter kunt u de functie Automatische reset na overtemperatuurfout van de motor inschakelen. P3.10.12 AUTO RESET: EXTERNE FOUT (ID 726) Met deze parameter kunt u de functie Automatische reset na een externe fout inschakelen.
Pagina 172
VACON · 172 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Toewijzen aan kanaal Interval 1 Timer 1 Interval 2 Interval 3 Interval 4 Timer 2 Interval 5 Tijdkanaal 1 Tijdkanaal 2 Timer 3 Tijdkanaal 3 Afb. 34: Intervallen en timers kunnen flexibel worden toegewezen aan een tijdkanaal.Elk interval en tijdrelais heeft een parameter waarmee u deze kunt toewijzen aan een tijdkanaal.
Pagina 173
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 173 Resterende tijd Tijd Activering Duur Afb. 35: Het activeringssignaal is afkomstig van een digitale ingang of een virtuele digitale ingang zoals een tijdkanaal.Het tijdrelais telt af vanaf de neergaande flank. Met de parameters hieronder wordt de timer geactiveerd wanneer digitale ingang 1 in slot A gesloten is.Ze zorgen er bovendien voor dat de timer gedurende 30 seconden actief blijft...
VACON · 174 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Interval 2 P3.11.2.1:AAN-Tijd:09:00:00 P3.11.2.2:UIT-Tijd:13:00:00 P3.11.2.3:Vanaf dag:Zaterdag P3.11.2.4:T/m dag:Zondag P3.11.2.5:Toewijzen aan kanaal:Tijdkanaal 1 Timer 1 Buiten de tijden die zijn ingesteld met de intervallen kunt u de motor starten met de digitale ingang 1 in slot A.In dit geval bepaalt de timer hoe lang de motor draait.
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 175 P3.11.1.5 TOEWIJZEN AAN KANAAL (ID 1468) Met deze parameter kunt u het tijdkanaal selecteren waaraan het uitgangssignaal van de intervalfunctie is toegewezen. U kunt tijdkanalen gebruiken om aan/uit-functies te besturen, zoals relaisuitgangen of andere functies die met een DI-signaal kunnen worden aangestuurd.
Pagina 176
VACON · 176 PARAMETERBESCHRIJVINGEN P3.12.1.5 MIN. PROCESEENHEID (ID 1033) Met deze parameter kunt u de minimumwaarde van het PID-terugkoppelingssignaal instellen. Bijvoorbeeld: een analoog signaal van 4...20 mA komt overeen met een druk van 0...10 bar. P3.12.1.6 MAX. PROCESEENHEID (ID 1034) Met deze parameter kunt u de maximumwaarde van het PID-terugkoppelingssignaal instellen.
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 177 Afb. 37: De functie Dode zone A. Dode zone (ID1056) D. Werkelijke waarde B. Dode zone vertraging (ID1057) E. Uitgang vergrendeld C. Reference 10.12.2 REFERENTIEPUNTEN P3.12.2.1 BEDIENINGSPANEELREFERENTIE 1 (ID 167) Met deze parameter kunt u de referentiewaarde van de PID-regelaar instellen wanneer de referentiebron is ingesteld op 'Bedieningspaneelreferentie'.
Pagina 178
VACON · 178 PARAMETERBESCHRIJVINGEN P3.12.2.4 SELECTIE REFERENTIEBRON 1 (ID 332) Met deze parameter kunt u de bron van het PID-referentiepuntsignaal instellen. P3.12.2.5 REFERENTIE 1 MINIMUM (ID 1069) Met deze parameter kunt u de minimumwaarde van het referentiepuntsignaal instellen. P3.12.2.6 REFERENTIE 1 MAXIMUM (ID 1070) Met deze parameter kunt u de maximumwaarde van het referentiepuntsignaal instellen.
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 179 Referentie PID-referentie Ontwaakniveau Afb. 38: Ontwaakmodus: absoluut niveau Referentie PID-referentie Ontwaakniveau Afb. 39: Ontwaakmodus: relatief referentiepunt P3.12.2.11 REFERENTIE 1 VERSTERKING (ID 1071) Met deze parameter kunt u de vermenigvuldigingsfactor voor de functie Referentieversterking instellen. Wanneer de opdracht voor referentieverhoging wordt gegeven, wordt de referentiewaarde vermenigvuldigd met de factor die is ingesteld in deze parameter.
VACON · 180 PARAMETERBESCHRIJVINGEN overeenkomen met de schaal van de kaart voor temperatuurmeting: Min. proceseenheid = -50 °C en Max. proceseenheid = 200 °C. P3.12.3.4 TERUGKOPPELING 1 MINIMUM (ID 336) Met deze parameter kunt u de minimumwaarde van het terugkoppelingssignaal afregelen.
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 181 Niveauref. Vooruitsturing Uitstroom- besturing Niveaubesturing Afb. 40: Vooruitsturing P3.12.4.2 VERSTERKING VOORUITSTURING (ID 1060) Met deze parameter kunt u de versterking van het vooruitsturingssignaal aanpassen. P3.12.4.3 BRONSELECTIE VOORUITSTURING 1 (ID 1061) Met deze parameter kunt u de bron van het PID-vooruitsturingssignaal instellen.
Pagina 182
VACON · 182 PARAMETERBESCHRIJVINGEN P3.12.5.1 PROCESBEWAKING INSCHAKELEN (ID735) Werkelijke waarde Bovengrens- waarde (ID736) Referentie Ondergrens- waarde (ID758) Vertraging (ID737) Reguleermodus Alarm of fout Afb. 41: De functie Terugkoppelbewaking Met deze parameter kunt u de functie Terugkoppelbewaking inschakelen. Stel de bovengrenswaarde en de ondergrenswaarde rondom de referentiewaarde in.
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 183 P3.12.5.4 VERTRAGING (ID 737) Met deze parameter kunt u de maximale tijdsduur instellen die het PID- terugkoppelingssignaal buiten de bewakingslimieten mag blijven voordat de terugkoppelingsbewakingsfout optreedt. Als de streefwaarde niet binnen deze tijd wordt bereikt, wordt er een fout of alarm gegenereerd.
Pagina 184
VACON · 184 PARAMETERBESCHRIJVINGEN De sensor wordt op locatie 1 geplaatst. De druk in de leiding blijft constant wanneer er geen flow is. Als er wel flow is, neemt de druk verderop in de leiding echter af. Als u daarvoor wilt compenseren, moet u de referentie verhogen naarmate de flow toeneemt.
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 185 10.13 PID-REGELAAR 2 10.13.1 BASISINSTELLINGEN P3.13.1.1 PID ACTIVEREN (ID 1630) Met deze parameter kunt u de PID-regelaar inschakelen. AANWIJZING! Deze regelaar dient alleen voor extern gebruik. Hij kan worden gebruikt met een analoge uitgang. P3.13.1.2 UITGANG IN STOP (ID 1100) Met deze parameter kunt u de uitgangswaarde van de PID-regelaar instellen als percentage van de maximale uitgangswaarde wanneer deze wordt gestopt met de digitale uitgang.
Pagina 186
VACON · 186 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Bandbreedte Referentie Terugkoppeling Vertraging Frequentieregelaar werkt op maximale frequentie of dicht daarbij Afb. 44: De functie Multi-pomp Als de PID-regelaar de feedbackwaarde niet binnen de ingestelde bandbreedte kan houden, worden er een of meer motoren in- of uitgeschakeld.
Pagina 187
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 187 De vergrendelingen geven aan welke motoren niet beschikbaar zijn voor het multipompsysteem. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een motor voor onderhoud of handmatige besturing buiten het systeem wordt geplaatst. Als u vergrendelingen wilt gebruiken, moet u parameter P3.14.2 inschakelen. Selecteer de status van elke motor met een digitale ingang (de parameters van P3.5.1.25 tot P3.5.1.28).
Pagina 188
VACON · 188 PARAMETERBESCHRIJVINGEN ID428 = WAAR Nieuwe startvolgorde van motoren Afb. 47: Vergrendelingslogica 3 Wanneer het systeem stopt of overgaat naar de slaapmodus, wordt de volgorde hersteld naar 1, 2, 3, 4, 5. P3.14.3 FR OPNEMEN (ID 1028) Met deze parameter kunt u de bestuurde motor/pomp opnemen in het autowissel- en vergrendelingssysteem.
Pagina 189
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 189 Netspanning Motor 1 Motor 2 Motor 3 besturing door relais besturing door relais besturing door relais NIET GEBRUIKT Afb. 48: Optie 0 OPTIE 1, INGESCHAKELD Als u de motor wilt opnemen in de autowissel- of vergrendelingslogica, moet u de instructies in de afbeelding hieronder opvolgen.
Pagina 190
VACON · 190 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Netspanning K1.1 K2.1 K3.1 Motor 1 besturing Motor 1 besturing Motor 1 besturing door relais door relais door relais K1.1 K2.1 K3.1 K1.1 K2.1 K3.1 Afb. 49: Optie 1 P3.14.4 AUTOWISSEL (ID 1027) Met deze parameter kunt u de rotatie van de opstartvolgorde en de prioriteit van motoren in- en uitschakelen.
Pagina 191
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 191 Nummer Naam optie Beschrijving optie Bij normale werking is de volgorde van de motoren altijd 1, 2, 3, 4, 5. Tijdens de werking kan de volgorde veranderen wan- Disabled neer u vergrendelingen toevoegt of verwijdert. Wanneer de frequentieregelaar stopt, wordt de volgorde altijd teruggezet.
Pagina 192
VACON · 192 PARAMETERBESCHRIJVINGEN P3.14.7 AUTOWISSEL: MOTORLIMIET (ID 1030) Met deze parameter kunt u instellen hoeveel pompen er worden gebruikt voor de functie Multi-pomp. De autowissel wordt uitgevoerd wanneer het autowisselinterval is verstreken als het aantal actieve motoren kleiner is dan de autowisselmotorlimiet en de stuurfrequentie van de actieve frequentieregelaar lager is dan de autowisselfrequentielimiet.
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 193 ID 1098 ID 1098 ID 1097 Afb. 50: Het starten en stoppen van hulppompen (P3.14.8 = Bandbreedte, P3.14.9 = Bandbreedtevertraging) A. De regulerende pomp werkt bij een C. Het aantal actieve pompen wordt frequentie die het maximum benadert verhoogd of verlaagd als de PID- (-2 Hz).
Pagina 194
VACON · 194 PARAMETERBESCHRIJVINGEN P3.16.1 FIRE MODUS WACHTWOORD (ID 1599) Met deze parameter kunt u de functie Brandmodus inschakelen. AANWIJZING! Zodra de Brandmodus is geactiveerd en het juiste wachtwoord is ingesteld in deze parameter, worden alle andere parameters voor de Brandmodus vergrendeld.
Pagina 195
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 195 Normale start Vrijgave Startver- grendeling 1 Startver- grendeling 2 Activering fire modus (contact sluiten) Motortoerental Fire modus toerental Normaal toerental Gestopt Afb. 51: De functie Fire modus P3.16.3 FIRE MODUS ACTIVERING SLUITEN (ID 1619) Met deze parameter kunt u instellen met welk digitale ingangssignaal de functie Fire modus kan worden geactiveerd.
VACON · 196 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Als de motor in de Fire modus altijd VOORUIT of altijd ACHTERUIT moet draaien, selecteert u de bijbehorende digitale ingang. DigIn Slot0.1 = altijd VOORUIT DigIn Slot0.2 = altijd ACHTERUIT P3.16.7 VASTE FREQUENTIE 1 BRANDMODUS (ID 15535) Met deze parameter kunt u de vaste frequentie voor de Brandmodus instellen.
PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON · 197 P3.17.2 SELECTIE °C/°F (ID 1197) Met deze parameter kunt u de meeteenheid voor de temperatuur instellen. Het systeem toont alle temperatuurparameters en controlewaarden in de ingestelde eenheid. P3.17.3 SELECTIE KW/PK (ID 1198) Met deze parameter kunt u de meeteenheid voor het vermogen instellen.
VACON · 198 FOUTTRACERING FOUTTRACERING De besturing van de frequentieregelaar bewaakt de werking voortdurend. Als bij diagnose een ongewone situatie wordt vastgesteld, geeft de regelaar een melding. Deze melding wordt getoond op het bedieningspaneel. Daar staan code, naam en een korte omschrijving van de fout of het alarm.
FOUTTRACERING VACON · 199 Er zijn twee manieren om een fout te resetten: met de resetknop of met een parameter. RESETTEN MET DE RESETKNOP Houd de resetknop op het bedieningspaneel 2 seconden ingedrukt. RESETTEN MET EEN PARAMETER IN HET GRAFISCHE DISPLAY Ga naar het menu diagnose.
VACON · 200 FOUTTRACERING Selecteer de parameter Reset fouten. STOP READY Reset faults M4.2 Reset faults Help RESETTEN MET EEN PARAMETER IN HET TEKSTDISPLAY Ga naar het menu Diagnose. Ga met de pijlknoppen omhoog of omlaag naar de parameter Reset fouten.
FOUTTRACERING VACON · 201 11.2 FOUTENHISTORIE In de foutenhistorie vindt u nadere gegevens over de fouten. De foutenhistorie kan maximaal 40 fouten vasthouden. DE FOUTENHISTORIE BEKIJKEN IN HET GRAFISCHE DISPLAY Als u meer gegevens over een fout wilt zien, gaat u naar Foutenhistorie.
VACON · 202 FOUTTRACERING De gegevens worden getoond in een lijst. READY STOP Fault history M4.3.3.2 Code Info old State 7.12.2009 Date Time 04:46:33 Operating time 862537s Source 1 Source 2 Source 3 DE FOUTENHISTORIE BEKIJKEN IN HET TEKSTDISPLAY Druk op OK om naar de foutenhistorie te gaan.
Pagina 203
FOUTTRACERING VACON · 203 Met de pijlknop omlaag kunt u alle data bekijken. LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/...
VACON · 204 FOUTTRACERING 11.3 FOUTCODES Tabel 61: Foutcodes Foutcod Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing Overstroom (hardwa- Er loopt te veel stroom door Controleer de belasting. refout) de motorkabel (>4*I Controleer de motor. H).Mogelijke oorzaken: Controleer de kabels en aansluitin- Overstroom (softwa- gen.
Pagina 205
FOUTTRACERING VACON · 205 Tabel 61: Foutcodes Foutcod Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing Systeemfout Er is geen communicatie Reset de fout en start de frequen- tussen de besturingskaart tieregelaar opnieuw op. en de voeding. Vraag als de fout opnieuw optreedt...
Pagina 206
VACON · 206 FOUTTRACERING Tabel 61: Foutcodes Foutcod Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing Systeemfout Softwarefout. Download de nieuwste software van de Danfoss-website.Installeer Ongeldig functieblok die op de frequentieregelaar. gebruikt in de applicatie.De Vraag als de fout opnieuw optreedt systeemsoftware is niet...
Pagina 207
FOUTTRACERING VACON · 207 Tabel 61: Foutcodes Foutcod Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing Overtemperatuur fre- Te hoge temperatuur in het Controleer of er voldoende koel- quentieregelaar (fout, koellichaam van de voe- lucht is en of die voldoende door- koellichaam) dingseenheid of in de voe- stroomt.
Pagina 208
VACON · 208 FOUTTRACERING Tabel 61: Foutcodes Foutcod Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing Veilig UIT Signaal A voor veilige uit- Reset de fout en start de frequen- schakeling verhindert dat de tieregelaar opnieuw op. frequentieregelaar overgaat Controleer de signalen van de naar de status GEREED.
Pagina 209
FOUTTRACERING VACON · 209 Tabel 61: Foutcodes Foutcod Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing Veiligheidsdiagnose De STO-ingangen hebben Controleer de externe veiligheids- een verschillende status. schakelaar.Controleer de ingangs- aansluiting en de kabel van de vei- ligheidsschakelaar. Reset de frequentieregelaar en start deze opnieuw op.
Pagina 210
VACON · 210 FOUTTRACERING Tabel 61: Foutcodes Foutcod Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing Veiligheidsdiagnose Interne storing in de CPU Reset de frequentieregelaar en van de veiligheidsoptiekaart start deze opnieuw op. of de geheugenafhandeling. Vraag als de fout opnieuw optreedt instructies aan de dichtstbijzijnde distributeur.
Pagina 211
FOUTTRACERING VACON · 211 Tabel 61: Foutcodes Foutcod Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing Encoderfout Kanaal A van encoder 1 ont- Controleer de encoderaansluitin- breekt. gen. Controleer de encoder en de enco- Kanaal B van encoder 1 ont- derkabel. breekt. Controleer de encoderkaart.
Pagina 212
VACON · 212 FOUTTRACERING Tabel 61: Foutcodes Foutcod Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing 1354 Slot A-fout Optiekaart of slot defect Controleer de optiekaart en het slot. 1454 Slot B-fout 1654 Slot D-fout 1754 Slot E-fout 1065 Pc-communicatiefout De gegevensverbinding tus- sen de pc en de frequentie- regelaar is verbroken.
Pagina 213
Document ID: Vacon Ltd Member of the Danfoss Group Rev. K Runsorintie 7 65380 Vaasa Sales code: DOC-APP100HVAC+DLNL Finland...