PARAMETERBESCHRIJVINGEN
Afb. 40: De parametergroep I/f-start
A. I/f-startstroom
B. Uitg.frequentie
P3.1.4.12.1 I/F-START (ID 534)
Met deze parameter kunt u de functie I/f-start inschakelen.
Wanneer u de functie I/f-start activeert, start de frequentieregelaar in de huidige
besturingsmodus. De motor wordt gevoed met een constante stroom totdat de
uitgangsfrequentie hoger wordt dan het niveau dat is ingesteld in P3.1.4.12.2. Wanneer de
uitgangsfrequentie boven het I/f-startfrequentieniveau uitkomt, gaat de bedrijfsmodus over
naar normale U/f-besturing.
P3.1.4.12.2 I/F-STARTFREQUENTIE (ID 535)
Met deze parameter kunt u de uitgangsfrequentielimiet instellen waaronder de ingestelde
I/f-startstroom naar de motor wordt gestuurd.
Wanneer de uitgangsfrequentie van de frequentieregelaar lager is dan de grenswaarde in
deze parameter, wordt de functie I/f-start geactiveerd. Wanneer de uitgangsfrequentie hoger
is dan de grenswaarde, gaat de bedrijfsmodus over naar normale U/f-besturing.
P3.1.4.12.3 I/F-STARTSTROOM (ID 536)
Met deze parameter kunt u de stroom instellen die wordt gebruikt wanneer de functie I/f-
start is ingeschakeld.
10.3
START/STOP-INSTELLINGEN
De frequentieregelaar wordt gestart en gestopt vanaf een bedieningsplaats. Elke
bedieningsplaats heeft een andere parameter voor het selecteren van de bron van de
frequentiereferentie. U moet voor elke bedieningsplaats verschillende start- en
stopopdrachten geven.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
A
C. Motorstroom
D. I/f-startfrequentie
B
C
D
VACON · 239
[s]
10