PARAMETERBESCHRIJVINGEN
functie Rustig vullen is ingesteld op 'Ingeschakeld (time-out)', werkt de frequentieregelaar
bij de rustig vullen frequentie totdat de tijd die is ingesteld in deze parameter is verstreken.
Als u de optie Ingeschakeld (time-out) hebt geselecteerd voor de parameter P3.13.8.1 Rustig
vullen functie, geeft de parameter Rustig vullen time-out aan hoelang de frequentieregelaar
werkt op de constante frequentie voor rustig vullen (P3.13.8.2 Rustig vullen frequentie)
voordat de PID-regelaar de regeling overneemt.
P3.13.8.5 RUSTIG VULLEN FOUT (ID 748)
Met deze parameter kunt u instellen hoe de frequentieregelaar reageert op een 'PID rustig
vullen-fout'. Als de PID-terugkoppelwaarde het ingestelde niveau niet binnen de tijdslimiet
bereikt, treedt er een rustig vullen-fout op.
0 = Geen actie
1 = Alarm
2 = Fout (stop volgens stopmodus)
3 = Fout (stop door uitlopen)
10.14.9
INGANGSDRUK BEWAKING
Met de functie Ingangsdruk bewaking kunt u zorgen dat er voldoende water in de pompinlaat
zit. Wanneer er genoeg water is, zuigt de pomp geen lucht aan en vindt er geen
aanzuigcavitatie plaats. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een druksensor op de
pompinlaat monteren.
Als de ingangsdruk van de pomp lager wordt dan de ingestelde alarmlimiet, wordt er een
alarm gegenereerd. De referentiewaarde van de PID-regelaar neemt af en zorgt ervoor dat
de uitgangsdruk van de pomp daalt. Als de druk lager wordt dan de foutlimiet, stopt de pomp
en wordt er een fout gegenereerd.
Afb. 86: De locatie van de druksensor
A. Netspanning
B. Inlaat
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
A
PT
B
C
C. Uitlaat
VACON · 327
10