PARAMETERBESCHRIJVINGEN
VACON · 321
P3.13.5.8 REF 2 SLAAPVERTRAGING (ID 1076)
Met deze parameter kunt u de minimale tijdsduur instellen die de uitgangsfrequentie van de
frequentieregelaar onder de ingestelde limiet moet blijven om de frequentieregelaar over te
laten gaan naar de slaapstand.
P3.13.5.9REF 2 ONTWAAKNIVEAU (ID 1077)
Met deze parameter kunt u instellen op welk niveau de frequentieregelaar ontwaakt uit de
slaapstand.
P3.13.5.10 SP2 ONTWAAKMODUS (ID 1020)
Met deze parameter kunt u de werking van de parameter voor het ontwaakniveau instellen.
P3.13.5.11 SP2, SLAAPBOOST (ID 1794)
Met deze parameter kunt u de waarde instellen die wordt toegevoegd aan de werkelijke
referentiewaarde wanneer de functie Slaapboost wordt gebruikt.
P3.13.5.12 MAXIMALE SLAAPBOOSTTIJD SP2 (ID 1796)
Met deze parameter kunt u de time-outtijd voor de functie Slaapboost instellen.
10.14.6
TERUGKOPPELBEWAKING
Maak gebruik van terugkoppelbewaking om te zorgen dat de PID-feedbackwaarde (de
proceswaarde of de werkelijke waarde) binnen de ingestelde grenswaarden blijft. Met deze
functie kunt u bijvoorbeeld een leidingbreuk constateren en overstromingen voorkomen.
Deze parameters bepalen het bereik waarin het PID-feedbacksignaal onder normale
omstandigheden moet blijven. Als het PID-feedbacksignaal langer dan de ingestelde
vertraging buiten het ingestelde bereik komt, wordt er een terugkoppelbewakingsfout
gegenereerd (foutcode 101).
P3.13.6.1 TERUGKOPPELBEWAKING INSCHAKELEN (ID 735)
Met deze parameter kunt u de functie Terugkoppelbewaking inschakelen.
Gebruik terugkoppelbewaking om te zorgen dat de PID-terugkoppelwaarde binnen de
ingestelde limieten blijft.
10
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/