PARAMETERBESCHRIJVINGEN
Bijvoorbeeld: als '4mA' is geselecteerd, is het bereik van het analoge uitgangssignaal 4...20
mA.
Selecteer het type signaal (stroom/spanning) met de DIP-switches. De schaling van de
analoge uitgang is anders in P3.5.4.1.4. Zie ook P3.5.2.1.3.
P3.5.4.1.4 AO1 MINIMUMSCHAAL (ID 10053)
Met deze parameter kunt u het analoge uitgangssignaal schalen.
De schalingswaarden (min. en max.) worden weergegeven in de proceseenheid die is
ingesteld in de AO-functie.
P3.5.4.1.5 AO1 MAXIMUMSCHAAL (ID 10054)
Met deze parameter kunt u het analoge uitgangssignaal schalen.
De schalingswaarden (min. en max.) worden weergegeven in de proceseenheid die is
ingesteld in de AO-functie.
Zo kunt u bijvoorbeeld de uitgangsfrequentie van de frequentieregelaar selecteren voor de
inhoud van het analoge uitgangssignaal en de parameters P3.5.4.1.4 en P3.5.4.1.5 instellen
tussen 10 en 40 Hz. Dan loopt de uitgangsfrequentie van de frequentieregelaar van 10 tot 40
Hz en valt het analoge uitgangssignaal tussen de 0 en 20 mA.
A
[%]
100%
20 mA
50%
10 mA
0%
0 mA
0 Hz
10 Hz
Afb. 62: De schaling van het AO1-signaal
A. Analoog uitgangssignaal
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
B
40 Hz
D
C
B. AO min. schaal
VACON · 289
[Hz]
E
10