PARAMETERBESCHRIJVINGEN
10.10.6
AI LAAG NIVEAU BEVEILIGING
P3.9.8.1 ANALOGE INGANG LAAG NIVEAU BEVEILIGING (ID 767)
Met deze parameter kunt u instellen wanneer de bewaking voor te laag AI-signaal wordt
ingeschakeld.
Met de functie AI laag niveau beveiliging kunt u problemen met het analoge ingangssignaal
opsporen. Deze functie beschermt alleen analoge ingangen die als frequentiereferentie of
door PID-/ExtPID-regelaars worden gebruikt.
U kunt de beveiliging inschakelen wanneer de frequentieregelaar zich in de runtoestand
bevindt of wanneer deze zich in de run- of stoptoestand bevindt.
Nummer
Naam optie
optie
1
Beveiliging uitgeschakeld
Beveiliging ingeschakeld in
2
runtoestand
Beveiliging ingeschakeld in
3
run- en stoptoestand
P3.9.8.2 FOUT ANALOGE INGANG TE LAAG (ID 700)
Met deze parameter kunt u instellen hoe de frequentieregelaar reageert op een 'Fout AI te
laag'.
Als het analoge ingangssignaal gedurende 500 ms lager blijft dan 50% van het minimale
signaal, wordt een alarm of Fout AI te laag gegenereerd.
Als AI laag niveau beveiliging is ingeschakeld met parameter P3.9.8.1, geeft deze parameter
een respons met foutcode 50 (fout-ID 1050).
De functie AI laag niveau beveiliging bewaakt het signaalniveau van de analoge ingangen 1–6.
Als het analoge ingangssignaal gedurende 500 ms lager blijft dan 50% van het minimale
signaal, wordt een alarm of fout AI te laag gegenereerd.
AANWIJZING!
U kunt de waarde Alarm + laatste frequentie alleen gebruiken wanneer u analoge
ingang 1 of 2 gebruikt als frequentiereferentie.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Beschrijving
De beveiliging is alleen ingeschakeld als de frequentierege-
laar zich in de runtoestand bevindt.
De bescherming is ingeschakeld in zowel de run- als de
stoptoestand.
VACON · 305
10