PARAMETERBESCHRIJVINGEN
* = De ingang is actief.
WAARDE 1 GESELECTEERD VOOR PARAMETER P3.3.3.1:
U kunt de Vaste frequenties 1 tot en met 3 gebruiken met verschillende combinaties van
actieve digitale ingangen. Het aantal actieve ingangen bepaalt welke wordt gebruikt.
Tabel 117: De selectie van vaste frequenties wanneer P3.3.3.1 = Aantal ingangen
Geactiveerde digitale ingangssignalen
Vaste freq. Sel2
(P3.3.3.12)
*
*
*
*
* = De ingang is actief.
P3.3.3.10 VASTE FREQUENTIESELECTIE 0 (ID 419)
Met deze parameter kunt u instellen welk digitale ingangssignaal wordt gebruikt om de vaste
frequenties te selecteren.
Deze parameter is een binaire selector voor vaste toerentallen (0–7). Zie parameters P3.3.3.2
tot P3.3.3.9.
P3.3.3.11 VASTE FREQUENTIESELECTIE 1 (ID 420)
Met deze parameter kunt u instellen welk digitale ingangssignaal wordt gebruikt om de vaste
frequenties te selecteren.
Deze parameter is een binaire selector voor vaste toerentallen (0–7). Zie parameters P3.3.3.2
tot P3.3.3.9.
P3.3.3.12 VASTE FREQUENTIESELECTIE 2 (ID 421)
Met deze parameter kunt u instellen welk digitale ingangssignaal wordt gebruikt om de vaste
frequenties te selecteren.
LOCAL CONTACTS: HTTP://DRIVES.DANFOSS.COM/DANFOSS-DRIVES/LOCAL-CONTACTS/
Vaste freq. Sel1
(P3.3.3.11)
*
*
*
*
Vaste freq. Sel0
(P3.3.3.10)
*
*
*
*
VACON · 253
Geactiveerde
frequentiereferentie
Vaste frequentie 0
Alleen als Vaste frequen-
tie 0 is ingesteld als fre-
quentiereferentiebron
met P3.3.3.1.5, P3.3.1.6,
P3.3.1.7 of P3.3.1.10.
Vaste frequentie 1
Vaste frequentie 1
Vaste frequentie 1
Vaste frequentie 2
Vaste frequentie 2
Vaste frequentie 2
Vaste frequentie 3
10