›››
aangegeven
afb.
67, in tegenovergestelde
richting van de pijl, totdat het deksel vast-
klikt.
VOORZICHTIG
Als de batterij niet correct wordt vervan-
●
gen, kan de autosleutel beschadigd raken.
Het gebruik van ongeschikte batterijen
●
kan de autosleutel beschadigen. Vervang
daarom de lege batterij altijd door een
nieuwe van dezelfde spanning en afmetin-
gen, en met dezelfde kenmerken.
Let bij het plaatsen van de batterij op de
●
juiste poolrichting.
Milieu-aanwijzing
Lever de gebruikte batterijen met het oog
op het milieu in bij een daartoe aangewe-
zen inzamelpunt.
De autosleutel synchroniseren
Als de knop
vaak buiten de actieradius
wordt ingedrukt, is het mogelijk dat de wa-
gen niet meer met de wagensleutel vergren-
deld of ontgrendeld kan worden. In dit geval
moet de autosleutel zoals hierna aangege-
ven opnieuw gesynchroniseerd worden:
De sleutelbaard van de wagensleutel uit-
●
›››
klappen
pag.
91.
Openen en sluiten
Indien vereist, verwijder de afdekking van
●
de handgreep van het portier aan bestuur-
›››
derszijde
pag.
104.
Druk op de knop
van de autosleutel.
●
Hiervoor moet in de buurt van de wagen zijn.
Open de wagen binnen één minuut met de
●
sleutelbaard. De synchronisatie is voltooid.
Indien van toepassing, breng de afdekking
●
weer aan.
Centrale vergrendeling
Inleiding tot thema
De centrale vergrendeling werkt correct
wanneer alle portieren en de achterklep vol-
ledig gesloten zijn. Als het bestuurderspor-
tier geopend is, kan de wagen niet met de
autosleutel worden vergrendeld.
Als de wagen uitgerust is met Keyless Access
sluit- en startsysteem, kan de wagen enkel
vergrendeld worden als het contact uitge-
schakeld is en het bestuurdersportier geslo-
ten is.
Als een ontgrendelde wagen gedurende lan-
gere tijd geparkeerd staat (bijvoorbeeld in
een garage), is het mogelijk dat de accu van
de wagen zich ontlaadt en de motor niet ge-
start kan worden.
ATTENTIE
Onjuist gebruik van de centrale vergrende-
ling kan ernstig letsel veroorzaken.
De centrale vergrendeling sluit alle por-
●
tieren af. Als een wagen van binnenuit ver-
grendeld is, kunnen niet-geautoriseerde
personen de portieren van buitenaf de por-
tieren niet openen en zich toegang tot de
wagen verschaffen. In noodgevallen of bij
ongelukken kunnen de vergrendelde por-
tieren echter de toegang tot wagen om de
inzittenden te helpen in de weg staan.
Laat kinderen of hulpbehoevenden nooit
●
alleen achter in de wagen. Met de druk-
knop voor de centrale vergrendeling kun-
nen alle portieren van binnenuit vergren-
deld worden. Hierdoor komen de inzitten-
den in de wagen opgesloten te zitten. Op-
gesloten personen kunnen aan extreem
hoge of lage temperaturen blootstaan.
In een afgesloten wagen kan het, afhan-
●
kelijk van het jaargetijde, zo extreem warm
of koud worden dat dit, vooral bij kleine
kinderen, tot ernstig letsel, ziekte of zelfs
de dood kan leiden.
Laat nooit iemand in een vergrendelde
●
wagen achter. In noodgevallen kan het
voorkomen dat opgesloten inzittenden de
wagen niet zelfstandig kunnen verlaten of
geen hulp kunnen krijgen.
93