Bij uitrusting met Top View Camera*
De segmenten worden niet weergegeven
wanneer de auto Top View Camera* heeft.
De parkeerhulp waarschuwt akoestisch voor
voorwerpen die zich in de buurt van de ach-
terzijde van de auto bevinden en op het
scherm wordt het beeld van de Top View
Camera* getoond, hetgeen reeds een waar-
heidsgetrouwe weergave is van de voorwer-
pen rond de auto.
Omgevingscamerasysteem
(Top View Camera)*
Inleiding tot thema
Met behulp van 4 camera's genereert het
systeem een voorstelling die op het scherm
van het infotainmentsysteem wordt getoond.
De camera's zitten in de grille, in de buiten-
spiegels en in de achterklep.
De functies en voorstellingen van het omge-
vingscamerasysteem kunnen variëren naar-
gelang of de wagen ParkPilot heeft of niet.
ATTENTIE
Met het beeld van de camera's kan de af-
stand waarop de obstakels (personen,
voertuigen enz.) zich bevinden niet nauw-
keurig berekend worden, het onachtzaam
316
Rijden
gebruik van dit systeem kan dus ongevallen
en ernstige letsels veroorzaken.
De cameralenzen vergroten en vervor-
●
men het gezichtsveld en de voorwerpen
zien er op het scherm anders en minder
nauwkeurig uit.
Sommige voorwerpen kunnen niet of
●
slechts vaag getoond worden, bijvoorbeeld
smalle palen of hekken, wegens de resolu-
tie van het scherm of indien de lichtom-
standigheden onvoldoende zijn.
De camera's hebben dode hoeken waarin
●
personen en objecten niet kunnen worden
waargenomen.
De lens van de camera's moet schoon ge-
●
houden worden, zonder sneeuw of ijs, en
mag niet worden afgedekt.
ATTENTIE
De intelligente technologie in het omge-
vingcamerasysteem (Top View Camera*)
kan de limieten opgelegd door de natuur-
kundige wetten niet overwinnen en werkt
enkel binnen de eigen grenzen van het sys-
teem. Het grotere comfort dat het omge-
vingscamerasysteem biedt mag nooit aan-
leiding zijn tot het nemen van grotere risi-
co's. Indien het systeem nalatig of onbe-
doeld gebruikt wordt, kunnen ongevallen
en ernstige letsels veroorzaakt worden.
Ondanks het systeem moet de bestuurder
te allen tijde opmerkzaam blijven.
Snelheid en rijstijl aanpassen aan het
●
weer, het wegdek, het zicht en de verkeers-
omstandigheden.
Laat u niet afleiden van het verkeer door
●
de beelden op het scherm.
Houd altijd de omgeving van de wagen in
●
het oog, aangezien de camera's kleine kin-
deren, dieren en bepaalde voorwerpen niet
in alle situaties perfect opmerkt.
De plaatsing van een kentekenplaathou-
●
der kan de weergaven op het scherm ver-
storen, aangezien het gezichtsveld van de
camera's mogelijk op die manier beperkt
wordt.
Het systeem kan wellicht niet alle zones
●
duidelijk weergeven.
VOORZICHTIG
De beelden van de camera op het scherm
●
zijn enkel tweedimensionaal. Door gebrek
aan ruimtelijk dieptezicht is het mogelijk
dat uitstekende voorwerpen of putten in
het wegdek moeilijk of helemaal niet waar
te nemen zijn.
In bepaalde omstandigheden neemt de
●
camera voorwerpen zoals stangen, van-
grails, palen en dunne bomen niet waar,
hetgeen kan leiden tot schade aan de wa-
gen.
Het systeem toont de hulplijnen en -vak-
●
ken onafhankelijk van de omgeving van de
wagen, er worden geen voorwerpen gede-
tecteerd. De bestuurder moet zelf