geval naar een gespecialiseerde werkplaats
en vraag om de storingen te elimineren.
Toets voor de bestuurdershulpsyste-
men*
In de knipperlicht- en grootlichthendel:
Afb. 62
toets voor de bestuurdershulpsystemen (naarge-
lang het model).
Met de toets in de knipperlicht- en groot-
lichthendel kunt u de systemen ter onder-
steuning van de bestuurder die worden
weergegeven in het menu Assistenten ac-
tiveren en deactiveren.
82
Bedienen
Een systeem ter ondersteuning van de be-
stuurder activeren of deactiveren
›››
Druk kort op de toets
afb. 62
●
om het menu Assistenten te openen.
Kies het systeem ter ondersteuning van de
●
bestuurder en activeer of deactiveer dit
›››
pag.
81. Een markering geeft aan dat het
systeem ter ondersteuning van de bestuur-
der is geactiveerd.
Bevestig vervolgens de selectie met de
●
toets
van het multifunctiestuurwiel.
De bestuurdershulpsystemen kunnen ook
worden in- en uitgeschakeld in het infotain-
mentsysteem, in het menu van de wagenin-
›››
stellingen
pag.
85.
Controlelampjes
Waarschuwings- en controlelampjes
De controle- en waarschuwingslampjes zijn
indicatoren voor mededelingen
gen of bepaalde functies. Een aantal contro-
le- en waarschuwingslampjes gaat aan wan-
neer het contact wordt ingeschakeld en
moet weer doven wanneer de motor in
werking wordt gezet, of tijdens het rijden.
Naargelang het model kunnen op het display
van het instrumentenpaneel bijkomende
tekstberichten verschijnen, die informatie
bevatten of u aansporen om een bepaalde
actie te ondernemen
mentenpaneel.
of
1
2
Volgens de uitvoering van de wagen is het
mogelijk dat, in plaats van het branden van
een lampje, een symbool weergegeven
wordt op het display van het instrumenten-
paneel.
Wanneer bepaalde controle- en waarschu-
wingslampjes gaan branden, weerklinkt ook
een geluidssignaal.
Rode lampjes
Middelste waarschuwingslampje: extra
weergave op het display van het instrumen-
tenpaneel.
Parkeerrem ingeschakeld
Storing in remsysteem
Storing in stuurinrichting
De bestuurder of voorpassagier heeft de
veiligheidsgordel niet om
›››
, storin-
Gebruik het rempedaal
Gele lampjes
Middelste waarschuwingslampje: extra
weergave op het display van het instrumen-
tenpaneel.
Remblokken voor versleten
›››
pag. 66, Instru-
›››
pag.
293.
›››
pag.
293.
›››
pag.
256.
›››
pag.
15.
›››
pag.
273.
›››
pag.
293.