ATTENTIE
›››
Veiligheidsaanwijzingen
wings- en controlelampjes op pag. 83
acht nemen.
Inleiding tot thema
Op het display van het instrumentenpa-
Afb. 207
neel: aanwijzingen van de status van de snelheids-
begrenzer.
De snelheidsbegrenzer helpt om een gepro-
grammeerde snelheid niet te overschrijden
vanaf ongeveer 30 km/u (19 mpu).
Naargelang de uitrusting kan de snelheids-
begrenzer worden bediend met de knipper-
›››
lichthendel
pag. 266
of de derde hendel
›››
pag.
267.
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Aanwijzingen van de snelheidsbegrenzer
op het scherm
in Waarschu-
›››
Status
afb.
in
De snelheidsbegrenzer is actief. De
A
laatst geprogrammeerde snelheid wordt
getoond in grote cijfers.
De snelheidsbegrenzer is niet actief. De
B
laatst geprogrammeerde snelheid wordt
getoond in kleine of donkere cijfers.
De snelheidsbegrenzer is uitgeschakeld.
C
Het totale aantal kilometer wordt ge-
toond.
Wisselen tussen de snelheidsbegrenzer en
het SRS of de ACC (met ingeschakelde
snelheidsbegrenzer)
Druk op de toets
wisselen tussen de rijhulpsystemen, maak uw
selectie met het rechterwieltje van het multi-
functiestuurwiel in het menu van het instru-
mentenpaneel en druk op het wieltje om de
selectie te bevestigen.
Er wordt gewisseld tussen de snelheidsbe-
›››
grenzer en het snelheidsregelsysteem (SRS)
of de automatische afstandsregeling (ACC).
Hellingen afdalen met de snelheidsbe-
grenzer
Indien de geprogrammeerde snelheid wordt
overschreden bij het bergaf rijden, gaat kort
erna het controlelampje
207:
›››
afb. 208
om te
2
›››
pag. 264
knipperen en klinkt mogelijk een waarschu-
wingssignaal. Rem en schakel terug.
Tijdelijk uitschakelen door het gaspedaal
volledig in te trappen
Indien de bestuurder het pedaal helemaal
intrapt (kick-down) en de geprogrammeerde
snelheid op zijn wens wordt overschreden,
wordt de regeling tijdelijk uitgeschakeld.
Om het uitschakelen te bevestigen, klinkt
eenmaal een geluidssignaal. Zolang de rege-
ling is uitgeschakeld, knippert het controle-
lampje
.
Wanneer het gaspedaal niet langer volledig
wordt ingetrapt en de snelheid daalt tot on-
der de geprogrammeerde waarde, wordt de
regeling weer geactiveerd. Het controle-
lampje
gaat branden en blijft ingescha-
keld.
Automatisch uitschakelen
De regeling van de snelheidsbegrenzer wordt
automatisch uitgeschakeld:
Als het systeem een storing detecteert die
●
de werking van de begrenzer negatief kan
beïnvloeden.
Als de airbag geactiveerd wordt.
●
»
265