Een parkeermodus selecteren
Op het display van het instrumentenpa-
Afb. 233
neel: beperkte weergave van het inparkeersys-
teem.
Op het display van het instrumentenpa-
Afb. 234
neel: indicatie van de parkeermodi.
De parkeerhulp beschikt over 3 parkeermo-
di:
Hulpsystemen om te parkeren en manoeuvreren
Achteruit recht parkeren.
Achteruit schuin parkeren.
Vooruit schuin parkeren.
Een parkeermodus selecteren met vooraf-
gaand passeren van de parkeerplaats
Na activering van het inparkeersysteem en
detectie van een parkeerplaats wordt op het
scherm van het instrumentenpaneel een
parkeermodus voorgesteld. Het inparkeer-
sysreem selecteert automatisch de parkeer-
modus. De geselecteerde modus wordt ge-
toond op het scherm van het instrumenten-
›››
paneel
afb.
233. Ook wordt de beperkte
weergave van de andere mogelijke parkeer-
›››
modi getoond
afb.
234. Indien de modus
geselecteerd door het systeem niet over-
eenkomt met de gewenste modus, kunt u
een andere modus selecteren door opnieuw
te drukken op de toets
Er moet voldaan zijn aan de vereiste voor-
●
waarden om te kunnen inparkeren met het
›››
inparkeersysteem
pag.
Druk op toets
.
●
Als het systeem is ingeschakeld, brandt
●
een controlelampje in de toets
wordt op het scherm van het instrumenten-
paneel de geselecteerde parkeermodus ge-
toond en in de beperkte weergave de andere
parkeermodus waarnaar u kunt wisselen.
Schakel het knipperlicht in van de zijde van
●
de weg waar u wilt parkeren. Op het display
in het instrumentenpaneel wordt de desbe-
treffende zijde van het wegdek weergege-
ven. Indien geen knipperlicht wordt gekozen,
parkeert het systeem standaard aan de rech-
terzijde in rijrichting.
Druk indien nodig de toets
●
om te veranderen naar de volgende parkeer-
modus.
Nadat gewisseld is naar alle mogelijke par-
●
keermodi, wordt het systeem uitgeschakeld
wanneer u opnieuw drukt op de toets
Druk zo nodig opnieuw op de toets
●
het systeem weer te activeren.
Volg de aanwijzingen op het scherm van
●
het instrumentenpaneel zonder uw aan-
dacht van het verkeer af te wenden en ga
met de auto naast de parkeerplaats staan.
›››
afb.
232.
Speciaal geval van schuine parkeerplaats
om vooruit in te parkeren zonder vooraf-
gaand passeren van de parkeerplaats
303.
Er moet voldaan zijn aan de vereiste voor-
●
waarden om te kunnen inparkeren met het
inparkeersysteem
. Daarnaast
Rijd vooruit naar de parkeerplaats zonder
●
de aandacht van het verkeer af te wenden en
stop de auto.
Druk de toets
●
Als het systeem is ingeschakeld, brandt
●
een controlelampje in de toets
opnieuw in
.
om
›››
pag.
303.
eenmaal in.
»
. Daarnaast
305