Uitschakeling: bij het verlagen van de
●
snelheid van de auto tot onder 100 km/u (62
mph) wordt de lichtbundel onmiddellijk weer
teruggezet in de normale stand.
Geluidssignalen om te waarschuwen dat
de lichten niet uit zijn
Wanneer de autosleutel niet in het contact-
slot zit en het bestuurdersportier open is,
hoort u enkele geluidssignalen in de onder-
staande gevallen: hierdoor wordt u eraan
herinnerd dat de lichten nog uitgezet moe-
ten worden.
Wanneer het parkeerlicht ingeschakeld is
●
›››
pag.
118.
Wanneer de lichtschakelaar in stand
●
staat.
ATTENTIE
Als de weg slecht verlicht is en andere weg-
gebruikers de wagen niet of slecht kunnen
zien, kan dit tot ongevallen leiden.
De automatische rijlichtregeling (
●
schakelt het dimlicht alleen in bij verande-
ring van de lichtsterkte, maar niet bij mist
bijvoorbeeld.
ATTENTIE
Het stads- of dagrijlicht is niet helder ge-
noeg om de weg voor u voldoende te ver-
lichten of door andere verkeersdeelnemers
te worden gezien.
Schakel daarom 's nachts, bij regen of bij
●
slecht zicht altijd het dimlicht in.
U mag nooit met dagrijlicht rijden als de
●
weg slecht verlicht is vanwege de weersom-
standigheden of als het donker is.
In wagens met achterlichten met lampen
●
gaan de achterlichten niet branden wan-
neer de dagrijverlichting wordt ingescha-
keld. Een wagen zonder ingeschakelde ach-
terlichten is 's nachts, bij regen of bij slecht
zicht voor achteropkomend verkeer niet
zichtbaar.
ATTENTIE
Als de koplampen te hoog zijn afgesteld en
verkeerd worden gebruikt, kunnen overige
of
weggebruikers hierdoor worden afgeleid en
verblind. Dit kan ernstige ongevallen tot
gevolg hebben.
Zorg er altijd voor dat de koplampen cor-
●
rect zijn afgesteld.
Let op
)
De bestaande wettelijke verlichtings-
●
voorschriften voor elk land moeten in acht
worden genomen.
Het dimlicht brandt alleen bij ingescha-
●
keld contact. Bij het uitschakelen van het
contact wordt het stadslicht automatisch
ingeschakeld.
Licht
Mistlicht
Afb. 88
Het controlelampje
kelaar of op het instrumentenpaneel ook
aan of de mistlampen branden.
●
lichtschakelaar van deze lampen volledig uit
›››
●
de lichtschakelaar in of draait u deze in stand
.
Het licht van het mistachterlicht kan het
achteropkomend verkeer verblinden. Ge-
bruik de mistachterlichten alleen bij gering
zicht.
Dashboard: lichtschakelaar.
geeft in de lichtscha-
Mistachterlicht inschakelen
afb. 88
vanaf de positie
,
1
Om de mistlampen uit te schakelen drukt u
Let op
: trek de
of
.
117