ATTENTIE
Als de waarschuwing Rempedaal intrappen
wordt genegeerd, dan kan de wagen onge-
wild vooruit bewegen en tegen de voorlig-
ger botsen. Voordat u wegrijdt, moet u con-
troleren of de weg vrij is. Het kan voorko-
men dat de radarsensor hindernissen op de
weg niet zou herkennen. Dit kan een onge-
val en zware verwondingen tot gevolg heb-
ben. Trap indien nodig op de rem.
Rijstrookassistent (Lane As-
sist)*
Inleiding tot thema
Op de voorruit: gezichtsveld van de rijst-
Afb. 222
rookassistent.
Met behulp van de camera in de voorruit re-
gistreert de rijstrookassistent de grenslijnen
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
van een rijstrook. Als de auto onwillekeurig
een waargenomen grenslijn nadert, meldt
het systeem dit aan de bestuurder via een
corrigerende beweging van het stuur. Zo
wordt niet enkel de bestuurder gewaar-
schuwd, maar de wagen ook binnen de rijst-
rook gehouden. Deze beweging kan op ieder
moment overgereguleerd worden.
Als de richtingaanwijzers zijn geactiveerd,
wordt geen waarschuwing gegeven, omdat
de rijstrookassistent in dat geval weet dat u
van rijstrook wilt wisselen.
Controlelampje
Gaat geel branden
Rijstrookassistent geactiveerd maar niet beschikbaar.
Het systeem kan de rijstrook niet nauwkeurig herken-
nen.
Raadpleeg
pag.
283, Rijstrookassistent niet beschik-
baar (het controlelampje brandt geel)
Gaat groen branden
Rijstrookassistent geactiveerd en beschikbaar.
Gaat geel branden
Fout in de rijstrookassistent. Neem contact op met een
gespecialiseerde werkplaats om de storing te verhel-
pen.
Na het inschakelen van het contact gaan ter
controle kort enkele waarschuwings- en
controlelampjes branden. Na enkele secon-
den doven de lampjes.
ATTENTIE
›››
Veiligheidsaanwijzingen
in Waarschu-
wings- en controlelampjes op pag. 83
acht nemen.
in
281