Belangrijke aanwijzingen voor de voorair-
bag van de bijrijder
Op de zonneklep van de bijrijder en/of ach-
terste omlijsting van het bijrijdersportier zit
een sticker met belangrijke informatie over
de airbag aan de bijrijderszijde
Neem de veiligheidsaanwijzingen van de vol-
gende hoofdstukken in acht:
Veiligheidsafstand tot de airbag aan bijrij-
●
›››
derszijde
pag.
22.
Voorwerpen tussen de bijrijder en de air-
●
›››
bag aan bijrijderszijde
in Voorairbags
op pag. 26
Indien de voorairbag aan bijrijderszijde wordt
geactiveerd, vormt dat een groot gevaar
voor een kind dat met de rug naar het dash-
board is gekeerd, aangezien de airbag met
zo'n grote kracht tegen de stoel kan slaan dat
dit levensgevaarlijke letsels kan opleveren.
Kinderen t/m 12 jaar moeten altijd op de zit-
plaatsen achterin worden vervoerd.
Om deze reden raden wij u met klem aan om
kinderen op de zitplaatsen achterin te ver-
voeren. Het is de veiligste plek van de wagen.
Met de sleutelschakelaar kan de bijrijdersair-
bag buiten werking worden gesteld
26. Vervoer kinderen in een geschikt kinder-
zitje dat in overeenstemming is met de leef-
›››
tijd en de grootte van het kind
Veilig vervoer van kinderen
ATTENTIE
Als op de bijrijdersstoel een kinderzitje
●
wordt gemonteerd, betekent dit bij een
aanrijding een grotere kans op, mogelijk
dodelijk, lichamelijk letsel bij het kind.
›››
afb.
22.
Een geactiveerde bijrijdersairbag kan een
●
kinderzitje, dat met de rug naar het dash-
board is gekeerd, raken en dit met volle
kracht tegen het portier, de hemelbekle-
ding of de rugleuning werpen.
Nooit een kinderzitje op de bijrijdersstoel
●
bevestigen waarbij het kind met de rug
naar het dashboard is gekeerd en de voor-
airbag in paraatheid is – levensgevaar! In-
dien nodig moet echter de voorairbag van
de bijrijder buiten werking worden gesteld
›››
pag.
26. Indien de bijrijdersstoel over een
hoogteregeling bezit, plaats deze dan zo
ver mogelijk naar achteren en in de hoog-
ste positie. Als de stoel over een vast zitje
bezit, plaats daar dan geen kinderzitje op.
In de versies zonder sleutelschakelaar
●
voor het uitschakelen van de airbag dient
de uitschakeling door een Technische
Dienst te worden verricht. Vergeet niet de
airbag opnieuw in te schakelen wanneer
een volwassene plaats wenst te nemen
naast de bestuurder.
›››
pag.
Sta nooit toe dat kinderen onbeschermd
●
in de wagen meegaan of tijdens het rijden
in de wagen gaan staan resp. geknield op de
pag.
31.
stoelen zitten. Bij een ongeval wordt uw
kind zelf ook door de wagen geslingerd en
kunnen andere inzittenden daardoor le-
vensgevaarlijk worden verwond.
Laat een kind nooit alleen op het kinder-
●
zitje of in de wagen.
Kinderen kleiner dan 1,50 m mogen niet
●
zonder kinderzitje met een normale veilig-
heidsgordel worden vastgegespt omdat ze
anders bij plotseling remmen of een onge-
val letsel kunnen oplopen aan buik en hals.
Wanneer een kinderzitje gemonteerd
●
wordt op de achterbank, wordt aanbevolen
om het kinderslot te activeren
Bevestigingssystemen
Afhankelijk van het land worden verschillen-
de bevestigingssystemen gebruikt om de
kinderzitjes veilig in te bouwen.
Overzicht van de bevestigingssystemen
ISOFIX: ISOFIX is een gestandaardiseerd
●
bevestigingssysteem dat het mogelijk maakt
om kinderzitjes snel en veilig vast te zetten in
de auto. De ISOFIX-bevestiging zorgt voor
een starre verbinding tussen het kinderzitje
en de carrosserie.
Het kinderzitje heeft twee bevestigingspun-
ten of "ankers". Deze bevestigingspunten
klikken vast in ISOFIX-ogen die zich tussen
de achterbank en de rugleuning van de ach-
terbank bevinden (buitenste zitplaatsen).
›››
pag.
105.
»
33