Bijzonderheden bij rijden met aanhang-
wagen
Bij een aanhangwagen met oplooprem
●
eerst zacht, daarna snel remmen. Zo voor-
komt u remstoten door blokkerende wielen
van de aanhangwagen.
Door het gewicht van de combinatie wa-
●
gen en aanhangwagen vergroot de remaf-
stand.
Wanneer u een helling af rijdt, schakel dan
●
naar een lagere versnelling (bij een schakel-
bak) of gebruik de tiptronic-modus (bij auto-
matische versnellingsbak) om op de motor
af te remmen. Als u dit niet doet, kan het
remsysteem oververhit raken en niet meer
goed werken.
Het getrokken gewicht en hoge totale ge-
●
wicht van de combinatie wagen en aanhang-
wagen wijzigen het zwaartepunt en de rijei-
genschappen van de wagen.
Als de trekkende wagen leeg is en de aan-
●
hangwagen beladen, is de verdeling van de
lading niet optimaal. In die omstandigheden
dient u uiterst voorzichtig en voldoende
langzaam te rijden.
Starten met aanhangwagen op helling
Naargelang de gradiënt van de helling en het
totale gewicht van de combinatie wagen en
1)
Dit is niet geldig voor wagens met Full LED-ko-
plampen.
Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen*
aanhangwagen kan het zijn dat u bij het weg-
rijden licht naar achteren gaat.
Om op een helling te starten met aangekop-
pelde aanhangwagen doet u het volgende:
Rempedaal intrappen en ingetrapt hou-
●
den.
Toets
een keer indrukken om de elek-
●
tronische parkeerrem uit te schakelen
›››
pag.
295.
Als de wagen een schakelbak heeft, kop-
●
pelingspedaal helemaal intrappen.
De keuzehendel in stand D/S zetten
●
›››
pag.
247.
Aan de toets
trekken en deze uitgetrok-
●
ken houden om de combinatie wagen en
aanhangwagen tegen te houden met de
elektronische parkeerrem.
Het rempedaal lossen.
●
Langzaam beginnen te rijden. Daarvoor in
●
het geval van de schakelbak het koppelings-
pedaal langzaam lossen.
De toets
niet loslaten tot de motor vol-
●
doende aandrijfkracht heeft om het rijden te
starten.
ATTENTIE
Als u een aanhangwagen op verkeerde wij-
ze trekt, kunt u de controle over de wagen
verliezen met ernstige letsels tot gevolg.
Het rijden met aanhangwagen en het
●
transporteren van zware of grote voorwer-
pen heeft invloed op de rijeigenschappen
en vergroot de remafstand.
Rijd altijd verstandig en voorzichtig. Rem
●
sneller dan gebruikelijk.
De snelheid en de rijstijl aanpassen aan
●
het zicht, het weer, het wegdek en het ver-
keer. De snelheid verminderen, met name
wanneer u hellingen af rijdt.
Bijzonder voorzichtig gas geven. Plots
●
remmen en bruuske manoeuvres vermij-
den.
Zeer goed opletten bij het inhalen. De
●
snelheid meteen verlagen wanneer u merkt
dat de aanhangwagen slingert.
Probeer in geen geval de wagen met aan-
●
hangwagen weer "recht te krijgen" door te
accelereren.
Houd rekening met de maximaal toege-
●
stane snelheid in het land in kwestie voor
voertuigen met aanhangwagen; deze snel-
heid kan lager zijn dan die voor voertuigen
zonder aanhangwagen.
329