vastgeschroefd aan het motorblok of
aan het motorblok zelf, echter niet in de
buurt van de accu.
6.
Leg de kabels zo, dat ze niet door draai-
ende delen in de motorruimte kunnen
worden geraakt.
Starten
7.
De motor van de stroomgevende wagen
starten en stationair laten draaien.
8.
De motor van de wagen met de ontla-
den accu starten en twee tot drie minu-
ten wachten tot de motor draait.
Startkabels verwijderen
9.
Vóór het losmaken van de startkabels
het dimlicht - wanneer dit aan is - uit-
schakelen.
10.
In de wagen met de ontladen accu de
aanjager en achterruitverwarming in-
schakelen, opdat spanningspieken wor-
den afgebouwd die ontstaan bij het los-
maken.
11.
Kabels bij draaiende motoren verwijde-
ren in omgekeerde volgorde van het
aansluiten.
Let erop dat de klemmen voldoende contact
met het metaal hebben.
Als de motor niet aanslaat, na 10 seconden
ophouden met starten en daarna na ca. 1 mi-
nuut weer starten.
50
Noodgevallen
ATTENTIE
Volg de waarschuwingen op bij werk-
●
›››
zaamheden in de motorruimte
De stroomgevende accu moet dezelfde
●
spanning (12V) en dezelfde capaciteit (zie
tekst op de accu) hebben als de lege accu.
Anders bestaat er gevaar voor explosie!
Voer nooit een starthulp uit als een van
●
de accu's bevroren is – gevaar voor explo-
sie! Ook wanneer de accu is ontdooid, be-
staat er gevaar voor verbrandingen bij het
uitvloeien van accuvloeistof. Bevroren accu
vervangen.
Ontstekingsbronnen (open vuur, sigaret-
●
ten, enz) zover mogelijk uit de buurt van de
accu's houden. Ontploffingsgevaar!
Let op de gebruiksaanwijzing van de fa-
●
brikant van de startkabels.
Minkabel bij de andere wagen niet direct
●
op de minpool van de ontladen accu aan-
sluiten. Door vonkvorming zou het knalgas
dat uit de accu stroomt, kunnen ontsteken
- gevaar voor explosie!
Minkabel bij de andere wagen niet op de-
●
len van het brandstofsysteem of op de rem-
leidingen vastklemmen.
De niet-geïsoleerde delen van de pool-
●
tangen mogen elkaar niet raken. Bovendien
mag de op de pluspool van de accu aange-
sloten kabel niet met elektrisch geleidende
delen van de wagen in aanraking komen -
gevaar voor kortsluiting!
Kabels zo leggen dat ze niet door draai-
●
ende delen in de motorruimte kunnen wor-
den geraakt.
pag.
338.
Buig u niet over de accu's - u zou ver-
●
brandingen kunnen oplopen!
Let op
De wagens mogen elkaar niet aanraken, an-
ders zou er al bij de verbinding van de plus-
polen een stroomverbinding zijn.
Motor starten door slepen en
auto wegslepen
Inleiding tot thema
Motor starten door slepen (of "aanslepen")
is het aanzetten van de motor van een voer-
tuig terwijl een ander voertuig eraan trekt.
Wegslepen is het trekken van een voertuig
dat niet in staat is om te rijden.
Houd steeds rekening met de wettelijke be-
palingen over het aan- en wegslepen.
Om technische redenen mag de auto niet
gesleept worden met lege accu. Gebruik in
plaats daarvan de starthulp
Als de wagen uitgerust is met het Keyless
Access-systeem, mag hij enkel gesleept wor-
den met contact ingeschakeld!
›››
pag.
49.