®
Bluetooth
Dankzij de Bluetooth
®
-technologie kan een
mobiele telefoon gekoppeld worden met het
systeem voor telefoonbediening van de auto.
Daarvoor moet eerder een koppeling tussen
beide plaatsvinden.
Sommige mobiele telefoons met Bluetooth
maken automatisch verbinding als het con-
tact wordt aangezet als er eerder al een ver-
binding tot stand was gekomen. Hiervoor
moet de Bluetooth
®
-functie van de telefoon
geactiveerd zijn. Er mag geen Bluetooth
verbinding gemaakt zijn met andere appara-
ten.
®
Bluetooth
-verbindingen zijn gratis.
Bluetooth
®
is een geregistreerd merk van
®
Bluetooth
SIG, Inc.
Bluetooth
®
-profielen
Wanneer een mobiele telefoon wordt aan-
gesloten op het systeem voor telefoonbe-
diening worden de gegevens via een van de
®
Bluetooth
-profielen uitgewisseld.
Handsfree-profiel (HFP): met het HFP-
●
profiel kunnen de gesprekken worden be-
heerd via het infotainmentsysteem.
Audio-profiel (A2DP): dit profiel maakt de
●
overdracht van audio in stereokwaliteit mo-
gelijk. Deze functie kan bovendien de aan-
sluiting van bijkomende profielen vereisen
Werkingsmodi
voor het beheer en de controle van de weer-
gave.
Profiel van download telefoonboek
●
(PBAP): hiermee kunt u de contacten uit het
telefoonboek van de mobiele telefoon
downloaden.
Berichtenprofiel (MAP): hiermee kunnen
●
®
de korte berichten (sms) worden gedown-
load en gesynchroniseerd.
Let op
De tonen van de toetsen en waarschu-
®
-
wingstonen van de mobiele telefoon moe-
ten uitgeschakeld zijn. Koppel zo nodig de
hoorn van de mobiele telefoon die u op het
systeem wenst aan te sluiten los.
Een mobiele telefoon koppelen aan
en aansluiten op het infotainmentsys-
teem
Om een mobiele telefoon via het infotain-
mentsysteem te bedienen, moeten beide
apparaten één keer worden aangesloten.
Voor uw veiligheid raden we u aan de mobie-
le telefoon aan te sluiten als de wagen stil-
staat. In sommige landen mag de mobiele
telefoon niet worden aangesloten als de wa-
gen rijdt.
Vereisten
Het contact is ingeschakeld.
●
®
De Bluetooth
-functie van de mobiele te-
●
lefoon en van het infotainmentsysteem moet
geactiveerd en zichtbaar zijn.
De toetsenblokkering van de mobiele te-
●
lefoon moet uitgeschakeld zijn.
De gebruiksaanwijzing van de mobiele tele-
foon in acht nemen.
Tijdens het aansluiten moeten gegevens via
het toetsenblok van de mobiele telefoon
worden ingegeven.
Koppeling van de mobiele telefoon starten
Druk op de infotainmenttoets
●
foon zoeken > Zoekresultaten
OF:
Druk op de infotainmenttoets
●
> Mobiele telefoon kiezen > Zoekre-
.
sultaten
OF:
Druk op de infotainmenttoets
●
> Bluetooth > Apparaten zoeken >
.
Zoekresultaten
OF:
Breng de verbinding tot stand vanaf het in-
●
stellingenmenu van de mobiele telefoon.
> Tele-
.
> Setup
> Setup
»
229