Gevallen waarin de stoelverwarming niet
mag worden ingeschakeld
Indien een van de volgende situaties zich
voordoet, mag de stoelverwarming niet wor-
den ingeschakeld:
Niemand zit op de stoel.
●
Er is een hoes over de stoel getrokken.
●
Er is een kinderzitje op de stoel geplaatst.
●
Het zitvlak van de stoel is nat of vochtig.
●
De binnen- of buitentemperatuur is hoger
●
dan +25 °C (77 °F).
ATTENTIE
Personen waarvan de gewaarwording van
pijn en warmte beïnvloed is door inname
van bepaalde medicijnen, verlamming of
chronische ziekte (bijv. diabetes), lopen
het risico op brandwonden aan de rug, het
zitvlak en de benen door het gebruik van
de stoelverwarming.
Personen met een beperkte gewaarwor-
●
ding van pijn en warmte mogen de stoelver-
warming nooit gebruiken.
Indien een storing wordt waargenomen
●
bij de temperatuurregeling van de inrich-
ting, brengt u ze naar een gespecialiseerde
werkplaats.
ATTENTIE
Als de bekleding van de zitting vochtig is,
kan dat de werking van de stoelverwarming
Airconditioning
negatief beïnvloeden en het risico op
brandwonden verhogen.
Controleer of het zitvlak droog is voordat
●
u de stoelverwarming gebruikt.
Ga niet met natte of vochtige kleding op
●
de stoel zitten.
Leg geen natte of vochtige voorwerpen
●
op de stoel en hang deze ook niet daaraan.
Mors geen vloeistoffen over de stoel.
●
VOORZICHTIG
Om de verwarmingselementen van de
●
stoelverwarming niet te beschadigen, mag
u nooit op de stoelen knielen noch gecon-
centreerde druk uitoefenen op een enkel
punt van de zitting of rugleuning.
Vloeistoffen, scherpe voorwerpen en iso-
●
lerende materialen (bijv. een stoelhoes of
een kinderzitje) op de stoel kunnen de
stoelverwarming beschadigen.
Indien u een geur waarneemt, dient u de
●
stoelverwarming onmiddellijk uit te scha-
kelen en te laten herstellen in een gespeci-
aliseerde werkplaats.
Milieu-aanwijzing
Gebruik de stoelverwarming niet langer
dan strikt nodig. Anders wordt onnodig veel
brandstof verbruikt.
Automatische voorruitverwarming*
Vochtigheids- en temperatuursensor van
Afb. 124
de voorruit.
De voorruitverwarming bestaat uit een aan-
tal verwarmingsdraden die tussen de lagen
van de ruit zijn aangebracht. Door er elektri-
sche stroom op toe te passen, warmen ze op
zodat de temperatuur van het glas stijgt.
Dit helpt het aircosysteem om het beslaan
van de voorruit te voorkomen, of om de ruit
sneller te ontwasemen indien die is beslagen.
Het systeem kan handmatig of automatisch
worden ingeschakeld.
Handmatig inschakelen
Druk op de toets
van het bedienings-
●
paneel van de Climatronic.
Druk op de functietoets
om de voor-
●
ruitverwarming in of uit te schakelen.
»
153