verschillen naargelang de versie van het in-
strumentenpaneel.
De aanwezige storingen kunnen ook hand-
matig worden geraadpleegd. Daarvoor moet
het menu Wagenstatus of Wagen
worden geopend.
Waarschuwing met prioriteit 1 (rood)
Het symbool knippert of gaat branden (deels
vergezeld van akoestische waarschuwingen).
Rijd dan niet verder! Gevaar! Controleer
de defecte functie en elimineer de oorzaak.
Vraag zo nodig hulp aan gespecialiseerd per-
soneel.
Waarschuwing met prioriteit 2 (geel)
Het symbool knippert of gaat branden (deels
vergezeld van akoestische waarschuwingen).
Storingen en gebrek aan bedrijfsvloeistoffen
kunnen schade aan de auto en panne ver-
oorzaken. Controleer zo snel mogelijk de ge-
brekkige functie. Vraag zo nodig hulp aan
gespecialiseerd personeel.
Informatietekst
Geeft informatie over processen in de auto.
Instrumenten en controlelampjes
Vermoeidheidsherkenning (aanbeve-
ling om te pauzeren)*
›››
pag. 70
Op het display van het instrumentenpa-
Afb. 57
neel: symbool van vermoeidheidsherkenning.
De detectie van vermoeidheid informeert de
bestuurder zodra het rijgedrag tekenen van
vermoeidheid vertonen.
Werking en bediening
De detectie van vermoeidheid detecteert
het rijgedrag van de bestuurder aan het be-
gin van de rit en berekent op basis daarvan
de mate van vermoeidheid. Het systeem ver-
gelijkt dit vervolgens continu met het actuele
rijgedrag. Zodra het systeem vermoeidheid
bij de bestuurder ontdekt, geeft dit een
akoestisch signaal en een optische waar-
schuwing middels een symbool in het instru-
›››
mentenpaneel
aanvullend tekstbericht. Het tekstbericht in
het instrumentenpaneel wordt ca. 5 secon-
den weergegeven en verschijnt opnieuw zo-
dra weer vermoeidheid wordt geconsta-
teerd. Het systeem onthoudt het laatst weer-
gegeven bericht.
Het bericht dat verschijnt op het scherm in
het instrumentenpaneel kan worden uitge-
zet door op de knop
tiestuurwiel te drukken
Via de multifunctie-indicatie
worden teruggekeerd naar weergave van het
bericht op het display van het instrumenten-
paneel.
Bedrijfscondities
Het rijgedrag wordt uitsluitend berekend bij
snelheden tussen 65 km/u (40 mph) en ca.
200 km/u (125 mph).
Uit- en inschakelen
De detectie van vermoeidheid kan worden
geactiveerd en gedeactiveerd in het Easy
Connect-systeem met de toets > SETUP
> Bestuurdershulpsysteem
Een markering geeft aan of de instelling is
geactiveerd.
Beperkingen aan de werking
De detectie van vermoeidheid kent een aan-
tal beperkingen. In de volgende gevallen is
afb. 57
samen met een
het mogelijk dat de detectie van vermoeid-
heid beperkt of niet werkt:
van het multifunc-
›››
pag.
81.
›››
pag. 71
kan
›››
pag.
85.
»
73