Kettingen
Het gebruik van sneeuwkettingen op het
noodreservewiel is om technische redenen
niet toegestaan.
Als u toch met sneeuwkettingen moet rijden
en bandenpech bij een voorwiel hebt, het
noodreservewiel op de plaats van een ach-
terwiel plaatsen. Bevestig de sneeuwkettin-
gen op het achterwiel en verwissel dit met
het lekke voorwiel.
ATTENTIE
Na montage van het noodreservewiel
●
moet u de bandenspanning zo snel moge-
lijk controleren - gevaar voor ongelukken!
U vindt de bandenspanning achteraan op
de portierstijl linksvoor
Rij met het noodreservewiel niet harder
●
dan 80 km/u (50 mph): gevaar op ongeluk-
ken!
Rijd nooit meer dan 200 km indien een
●
reservewiel is gemonteerd.
Acceleraties, stevig remmen en snel door
●
bochten rijden vermijden - gevaar op onge-
lukken!
Nooit met meer dan één noodreservewiel
●
rijden - gevaar voor ongelukken!
Om de velg van het noodreservewiel mag
●
geen normale of winterband worden ge-
legd.
Bij het rijden met noodreservewiel wordt
●
het ACC-systeem mogelijk automatisch
362
uitgeschakeld tijdens de rit. Schakel het
systeem uit wanneer u begint te rijden.
›››
afb.
263.
Advies en actie