72
Openen en sluiten
Als meerdere schoppende bewegingen achter
elkaar zonder succes zijn, tien seconden wach‐
ten.
Systeemgrenzen
Het systeem kan worden beïnvloed of functio‐
neert mogelijk niet:
Als het sensorbereik bijvoorbeeld door
R
strooizout of sneeuwophoping is vervuild
Bij bediening met een beenprothese
R
Het kofferdeksel kan in de volgende situaties
onbedoeld openen:
Wanneer personen armen of benen in het
R
herkenningsgebied bewegen, bijvoorbeeld bij
het poetsen van de auto, het zitten op de
bagageruimterand of het optillen van voor‐
werpen
Wanneer voorwerpen achter de auto langs
R
worden gevoerd of neergezet, bijvoorbeeld
spanbanden of bagage
Bij het werken aan de aanhangwagenkoppe‐
R
ling, aan aanhangwagens of achterfietsdra‐
gers achter
In deze en vergelijkbare situaties KEYLESS-GO
(
pagina 59) deactiveren of geen sleutel bij u
→
dragen.
Afzonderlijke vergrendeling van de bagage‐
ruimte in- en uitschakelen
Als bij een ingeschakelde afzonderlijke vergren‐
deling de auto centraal wordt ontgrendeld, blijft
de bagageruimte vergrendeld.
Inschakelen: De schakelaar in de stand 1
#
schuiven.
Uitschakelen: De schakelaar in de stand 2
#
schuiven.
%
Als een ongeval wordt herkend, wordt de
bagageruimte ontgrendeld, ook als de afzon‐
derlijke vergrendeling ingeschakeld is.