Aanwijzingen met betrekking tot sneeuw‐
kettingen
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door verkeerde montage van de
sneeuwkettingen
Wanneer sneeuwkettingen op de voorwielen
worden gemonteerd, kunnen de sneeuwket‐
tingen tegen de carrosserie of onderdelen
van het onderstel schuren.
Daardoor kan schade aan de auto of de ban‐
den ontstaan.
Nooit sneeuwkettingen op de voorwie‐
#
len monteren.
Sneeuwkettingen op de achterwielen
#
altijd paarsgewijs monteren.
* AANWIJZING Beschadiging van de wiel‐
doppen door gemonteerde sneeuwkettin‐
gen
Wanneer u sneeuwkettingen op stalen velgen
monteert, kunnen de wieldoppen beschadi‐
gen.
Voor de montage van sneeuwkettingen
#
de wieldoppen van de stalen velgen ver‐
wijderen.
Sneeuwkettingen zijn slechts voor bepaalde
R
velg-bandcombinatie toegestaan. Informatie
hierover is verkrijgbaar bij een Mercedes-
Benz-servicewerkplaats.
Om veiligheidsredenen alleen de voor
R
Mercedes-Benz goedgekeurde sneeuwkettin‐
gen of sneeuwkettingen met dezelfde kwali‐
teitsstandaard gebruiken.
De toegestane maximumsnelheid met
R
gemonteerde sneeuwkettingen is 50 km/h.
Auto's met parkeerpilot: Met gemonteerde
R
sneeuwkettingen niet de PARKTRONIC-par‐
keerassistent gebruiken.
Auto's met AIR BODY CONTROL: Met
R
gemonteerde sneeuwkettingen alleen met
hogere voertuighoogte rijden.
%
De maximumsnelheid van de auto kan voor
het rijden met winterbanden permanent wor‐
den begrensd (
pagina 183).
→
Banden en velgen 331
%
Het ESP
®
kan voor het wegrijden worden uit‐
geschakeld (
pagina 174). Zo kunnen de
→
wielen doordraaien en een hogere aandrijf‐
kracht opwekken.
Bandenspanning
Aanwijzingen met betrekking tot de banden‐
spanning
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door te lage of te hoge bandenspan‐
ning
Banden met een te lage of een te hoge ban‐
denspanning vormen de volgende gevaren:
De banden kunnen klappen, in het bijzon‐
R
der bij toenemende belading en snelheid.
De banden kunnen overmatig en/of
R
ongelijkmatig slijten, hetgeen de grip
sterk nadelig beïnvloedt.
De rij-eigenschappen en het stuur‑ en
R
remgedrag kunnen sterk nadelig beïn‐
vloed worden.