362 Technische gegevens
& WAARSCHUWING Gevaar voor brand en
letsel door antivriesmiddel
Wanneer antivriesmiddel op hete onderdelen
in de motorruimte terecht komt, kan het ont‐
steken.
De motor laten afkoelen alvorens anti‐
#
vriesmiddel bij te vullen.
Ervoor zorgen dat er geen antivriesmid‐
#
del naast de vulopening terecht komt.
Alvorens de auto te starten de met anti‐
#
vriesmiddel vervuilde onderdelen gron‐
dig reinigen.
* AANWIJZING Beschadiging door ver‐
keerde koelvloeistof
Alleen voorgemengde koelvloeistof met
#
de gewenste vorstbescherming bijvul‐
len.
Meer informatie over koelvloeistof:
In het Mercedes-Benz-bedrijfsstoffenvoor‐
R
schrift 310.1, bijvoorbeeld op internet
onder http://bevo.mercedes-benz.com
Bij een gekwalificeerde werkplaats
R
* AANWIJZING Oververhitting bij hoge
buitentemperaturen
Wanneer een niet geschikte koelvloeistof
wordt gebruikt, is het motorkoelsysteem bij
hoge buitentemperaturen niet voldoende
beschermd tegen oververhitting en corrosie.
Altijd een door Mercedes-Benz goedge‐
#
keurde koelvloeistof gebruiken.
De aanwijzingen in het Mercedes-Benz
#
bedrijfsstoffenvoorschrift 310.1 in acht
nemen.
De koelvloeistof regelmatig laten verversen bij
een gekwalificeerde werkplaats.
Aandeel anticorrosie- en antivriesmiddelconcen‐
traat in het motorkoelsysteem
ten minste 50% (vorstbescherming tot circa
R
-37 °C)
maximaal 55% (vorstbescherming tot -45 °C)
R
Aanwijzingen met betrekking tot ruitrein‐
igingsmiddel
De aanwijzingen met betrekking tot de bedrijfs‐
stoffen in acht nemen (
pagina 355).
→
& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‑
en letsel door ruitensproeiervloeistofcon‐
centraat
Ruitensproeiervloeistofconcentraat is licht
ontvlambaar. Wanneer het op hete onderde‐
len in de motorruimte of onderdelen van het
uitlaatsysteem terechtkomt, kan het ontste‐
ken.
Ervoor zorgen dat er geen ruitensproei‐
#
ervloeistofconcentraat naast de vulope‐
ning terecht komt.