Nooit een naar achteren gericht kinderzitjesbe‐
vestigingssysteem op de passagiersstoel monte‐
ren.
Beslist de volgende aanwijzingen in acht nemen:
Aanwijzingen met betrekking tot naar achte‐
R
ren en naar voren gerichte kinderzitjesbeves‐
tigingssystemen op de passagiersstoel
(
pagina 47).
→
Aanwijzingen met betrekking tot de bevesti‐
R
ging van geschikte kinderzitjesbevestigings‐
systemen (
pagina 48).
→
Naar achteren en naar voren gericht kinder‐
zitjesbevestigingssysteem op de passagiers‐
stoel
Bij het gebruik van naar achteren gerichte kin‐
derzitjesbevestigingssystemen op de passagiers‐
stoel moet altijd de passagiersairbag uitgescha‐
keld zijn. Dit is alleen het geval als het controle‐
lampje PASSENGER AIR BAG OFF continu brandt
(
pagina 35).
→
Bij gebruik van een kinderzitjesbevestigingssys‐
teem op de passagiersstoel beslist de volgende
punten in acht nemen:
De passagiersstoel zo ver mogelijk naar ach‐
R
teren zetten.
De rugleuning vrijwel rechtop instellen.
R
De zitting volledig omlaag brengen.
R
Het draagvlak van het kinderzitjesbevesti‐
R
gingssysteem moet volledig op het zitvlak
van de passagiersstoel rusten.
Veiligheid voor inzittenden
De leuning van een naar voren gericht kinder‐
R
zitjesbevestigingssysteem moet zo volledig
mogelijk tegen de rugleuning van de passa‐
giersstoel aan liggen. Het kinderzitjesbevesti‐
gingssysteem mag niet het dak raken of door
de hoofdsteun worden belast.
De hoek van de rugleuning en de instelling
R
van de hoofdsteunen zo nodig overeenkom‐
stig aanpassen.
De zittinghoek zo instellen dat de voorste
R
rand van de zitting zich in de bovenste en de
achterste rand van de zitting zich in de
onderste positie bevindt.
Altijd de correcte ligging van de schoudergor‐
R
del vanaf de gordeldoorvoeropening van de
auto naar de schoudergordelgeleiding van
het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht
nemen. De schoudergordelband moet vanaf
de gordeldoorvoeropening naar voren en
omlaag verlopen.
Indien noodzakelijk de gordeldoorvoerope‐
R
ning en de passagiersstoel overeenkomstig
instellen.
47