172 Rijden en parkeren
Het ESP
®
is uitgeschakeld als het waarschu‐
wingslampje ESP
®
OFF å in het combi-instru‐
ment permanent brandt:
De rijstabiliteit wordt niet meer verbeterd.
R
Auto's met aanhangwagenvoorziening:
R
Het aanhangwagenstabilisatiesysteem is niet
meer actief.
De zijwindassistent is niet meer actief.
R
De aangedreven wielen kunnen doordraaien.
R
De tractieregeling ETS/4ETS is nog steeds
R
actief.
%
®
Ook als het ESP
is uitgeschakeld, wordt u
bij het remmen nog steeds ondersteund
door het ESP
®
.
®
Het ESP
grijpt in als het waarschuwingslampje
®
ESP
÷ in het combi-instrument knippert:
®
Het ESP
in geen geval uitschakelen.
R
Het gaspedaal bij het wegrijden slechts zo
R
ver indrukken als nodig is.
De rijstijl aan de actuele verkeers- en weers‐
R
omstandigheden aanpassen.
®
Het ESP
in de volgende situaties uitschakelen
om de tractie te verbeteren:
bij gebruik van sneeuwkettingen
R
in diepe sneeuw
R
op zand of grind
R
%
De doordraaiende wielen zorgen door frees‐
werking voor een betere tractie.
Als in het combi-instrument het waarschuwings‐
®
lampje ESP
OFF å permanent brandt, is het
®
ESP
uitgeschakeld.
Als het waarschuwingslampje ESP
nent brandt, is het ESP
®
vanwege een storing
niet beschikbaar.
De informatie die in het combi-instrument kan
worden weergegeven in acht nemen:
Waarschuwings- en controlelampjes
R
(
pagina 410)
→
Displaymeldingen (
R
ETS/4ETS (elektronisch tractiesysteem)
De tractieregeling ETS/4ETS is een onderdeel
®
van het ESP
Het ETS/4ETS kan door de volgende ingrepen de
tractie van de auto verbeteren:
Als de aangedreven wielen doordraaien, wor‐
R
den ze afzonderlijk afgeremd.
Er wordt meer aandrijfkoppel overgebracht
R
naar het wiel of de wielen met grip.
Invloed van de rijprogramma's op het ESP
De rijprogramma's maken een aanpassing van
®
het ESP
aan verschillende weersomstandighe‐
®
÷ perma‐
den, de staat van het wegdek en de gewenste rij‐
stijl mogelijk. De rijprogramma's kunnen ook
worden ingesteld met de DYNAMIC SELECT-
schakelaar.
pagina 368)
→
.
®