196 Rijden en parkeren
In de volgende situaties wordt de auto weer
omlaaggebracht:
Er wordt sneller dan 80 km/h gereden.
R
Er wordt circa drie minuten met een snelheid
R
tussen 60 km/h en 80 km/h gereden.
Er wordt een rijprogramma met de DYNAMIC
R
SELECT-schakelaar geselecteerd.
De auto wordt ingesteld op de hoogte van het
laatst geselecteerde rijprogramma.
Auto omlaagbrengen
De toets
1
indrukken.
#
Het controlelampje
2
dooft. De auto wordt
ingesteld op de hoogte van het laatst gese‐
lecteerde rijprogramma.
PARKTRONIC-parkeerassistent
Functies van de PARKTRONIC-parkeerassis‐
tent
De PARKTRONIC-parkeerassistent is een elektro‐
nische parkeerhulp met ultrasone sensoren. Het
bewaakt met behulp van zes sensoren
voorbumper en zes sensoren in de achterbum‐
per de omgeving van uw auto. De PARKTRONIC-
parkeerassistent geeft de afstand tussen de auto
en een obstakel optisch en akoestisch aan.
De PARKTRONIC-parkeerassistent is slechts een
hulpmiddel. Hij kan uw waarneming van de
omgeving niet vervangen. De bestuurder blijft te
allen tijde verantwoordelijk voor het veilig
manoeuvreren en in- en uitparkeren. Bij het
manoeuvreren, in- en uitparkeren mogen zich
onder andere geen personen, dieren of voorwer‐
pen in het manoeuvreergebied bevinden; dit con‐
troleren.
In de standaardinstelling klinkt vanaf een
afstand van circa 0,3 m tot het obstakel een
onderbroken signaal. Vanaf een afstand van
circa 0,2 m klinkt een ononderbroken signaal. In
het multimediasysteem kunt u instellen, dat de
waarschuwingssignalen al bij grotere afstanden
van circa (1,0 m) hoorbaar zijn (
Als de PARKTRONIC-parkeerassistent is uitge‐
schakeld, is ook de parkeerpilot niet beschik‐
baar.
Weergave van de PARKTRONIC-parkeerassis‐
1
in de
tent in het multimediasysteem
Als de parkeerpilot niet ingeschakeld is en er
wordt een obstakel op het pad herkend, wordt
bij snelheden tot 10 km/h een pop-upvenster
van de PARKTRONIC-parkeerassistent
multimediasysteem weergegeven.
pagina 200).
→
1
op het