Advertenties
Rusttoestand (verlenging van de standtijd
van de startaccu)
Functie van de ruststand
Als de rusttoestand wordt geactiveerd, kan de
auto gedurende een langere periode zonder
energieverlies worden geparkeerd.
De ruststand heeft de volgende eigenschappen:
De startaccu wordt ontzien.
R
Op het display van het multimediasysteem
R
verschijnt de maximale standtijd.
Functies zoals de interieurbeveiliging of de
R
wegsleepbeveiliging zijn niet beschikbaar.
De verbinding met online-diensten wordt
R
onderbroken.
Wanneer aan de volgende voorwaarden is vol‐
daan, kan de ruststand via het multimediasys‐
teem worden geactiveerd of gedeactiveerd:
De motor is afgezet.
R
Het contact is ingeschakeld.
R
Wanneer de weergegeven standtijd van de auto
wordt overschreden, kan dit tot een verminderd
comfort leiden en is het mogelijk dat de start‐
accu de motor eventueel niet kan starten.
De startaccu moet in de volgende situaties van
tevoren worden opgeladen:
De standtijd van de auto moet worden ver‐
R
lengd.
Op het display van het multimediasysteem
R
verschijnt de displaymelding
voldoende voor
ruststand.
%
De ruststand wordt automatisch gedeacti‐
veerd als het contact wordt ingeschakeld.
Ruststand activeren of deactiveren
Multimediasysteem:
Voertuig
Voertuiginstellingen
,
.
stand
Functie activeren of deactiveren.
#
Wanneer u de functie activeert, verschijnt
een vraag.
Ja
selecteren.
#
De ruststand is geactiveerd.
Rij- en rijveiligheidssystemen
Rijsystemen en uw verantwoordelijkheid
Uw auto is voorzien van rijsystemen die u onder‐
steunen bij het rijden, parkeren en manoeuvre‐
ren. De rijsystemen zijn hulpmiddelen en ont‐
slaan u niet van uw verantwoordelijkheid. Voort‐
durend de verkeerssituatie in de gaten houden
Acculading niet
en indien nodig ingrijpen. De grenzen voor een
veilig gebruik in acht nemen.
Functie van de radarsensoren
Sommige rij- en rijveiligheidssystemen bewaken
met radarsensoren de omgeving voor, achter of
naast de auto (afhankelijk van de uitrusting van
Rust-
.
de auto).
De radarsensoren zijn afhankelijk van de uitrus‐
ting van de auto achter de bumpers en/of achter
de radiateurgrille geïntegreerd. Deze onderdelen
vrijhouden van vuil, ijs en aangekoekte sneeuw
(
pagina 303). De sensoren mogen niet wor‐
→
den afgedekt, bijvoorbeeld door een fietsdrager,
uitstekende bagage of radar reflecterende stic‐
kers. Na een ongeval en de daarmee verbonden,
Rijden en parkeren 169
Advertenties
