De plusaansluiting
2
aan de eigen auto en
#
de pluspool van de externe accu met de
start-/laadkabel verbinden. Daarbij beginnen
met de plusaansluiting
2
van de eigen auto.
Bij starthulp: De motor van de hulpbiedende
#
auto met stationair toerental laten draaien.
De minpool van de externe accu en het mas‐
#
sapunt
3
aan de eigen auto met de start-/
laadkabel verbinden. Daarbij met de externe
accu beginnen.
Bij starthulp: De motor van de eigen auto
#
starten.
Bij opladen: Opladen starten.
#
Bij starthulp: De motoren enkele minuten
#
laten draaien.
Bij starthulp: Voordat de startkabel wordt
#
losgemaakt een elektrische verbruiker van de
eigen auto, bijvoorbeeld de achterruitverwar‐
ming of de verlichting, inschakelen.
Als de starthulp of het opladen beëindigd is:
De startkabel/laadkabel eerst van het mas‐
#
sapunt
3
en de minpool van de externe
accu losmaken, vervolgens van de plusaan‐
sluiting
2
en de pluspool van de externe
accu. Hierbij telkens beginnen bij de contac‐
ten van de eigen auto.
Na het verwijderen van de start-/laadkabels,
#
de afdekking
1
van de plusaansluiting
sluiten.
Meer informatie over starthulp is verkrijgbaar bij
elke gekwalificeerde werkplaats.
Aan- of wegslepen
Toegestane sleepmethoden
Mercedes-Benz adviseert om de auto bij pech te
transporteren in plaats van te slepen.
* AANWIJZING Schade aan de auto door
ondeskundig slepen
De aanwijzingen voor het slepen in acht
#
nemen.
2
Pechhulp 321