Achteruitversnelling R inschakelen
Het rempedaal indrukken en de DIRECT
#
SELECT-keuzehendel door de eerste weer‐
stand omhoogdrukken.
Op het multifunctioneel display toont de
transmissiestandaanduiding k.
Neutraalstand N inschakelen
Het rempedaal indrukken en de DIRECT
#
SELECT-keuzehendel tot de eerste weerstand
omhoog- of omlaagdrukken.
Op het multifunctioneel display toont de
transmissiestandaanduiding i.
Als vervolgens het rempedaal wordt losgelaten
kan de auto vrij worden bewogen, bijvoorbeeld
om weg te duwen of te slepen.
Als de automatische transmissie in de neu‐
traalstand N moet blijven, ook als het con‐
tact is uitgeschakeld:
De auto starten.
#
Het rempedaal indrukken en de neutraal‐
#
stand i inschakelen.
Het rempedaal loslaten.
#
Het contact uitschakelen.
#
%
Wanneer de auto aansluitend wordt verlaten
en de sleutel zich in de auto bevindt, blijft de
automatische transmissie in de neutraal‐
stand i.
Parkeerstand P inschakelen
De toets
1
indrukken.
#
Op het multifunctioneel display toont de
transmissiestandaanduiding j.
Rijden en parkeren 153
Als aan een van de volgende voorwaarden is vol‐
daan, wordt de parkeerstand j automatisch
ingeschakeld:
De motor wordt afgezet in de transmissie‐
R
stand h of k.
Als de auto stilstaat of met zeer geringe snel‐
R
heid rijdt in de transmissiestand h of k
wordt het bestuurdersportier geopend.
Rijstand D inschakelen
Het rempedaal indrukken en de DIRECT
#
SELECT-keuzehendel door de eerste weer‐
stand omlaagdrukken.
Op het multifunctioneel display toont de
transmissiestandaanduiding h.
De automatische transmissie schakelt de ver‐
snellingen in de transmissiestand h automa‐
tisch. Dit is afhankelijk van de volgende factoren:
Het geselecteerde rijprogramma
R
De stand van het gaspedaal
R
De gereden snelheid
R