Advertenties
180 Rijden en parkeren
Auto's met rijassistentiepakket: De instellin‐
gen kunnen bij ingeschakeld contact worden uit‐
gevoerd.
%
Geadviseerd wordt om het Active Brake
Assist System altijd ingeschakeld te laten.
Het tijdstip voor de waarschuwing/ingreep kan
als volgt worden aangepast:
Waarsch./remingreep: vroeg
#
selectie blijft behouden als de auto weer
wordt gestart.
Waarsch./remingr.: gemidd.
#
selectie blijft behouden als de auto weer
wordt gestart.
Waarschuw./remingreep: laat
#
Uw selectie blijft behouden als de auto weer
wordt gestart.
Waarschuw./remingreep: uit
#
Auto's zonder rijassistentiepakket: De
afstandswaarschuwingsfunctie en autonome
remfunctie worden uitgeschakeld. Als de
auto weer wordt gestart, wordt automatisch
de middelste instelling gekozen.
Auto's met rijassistentiepakket: De
afstandswaarschuwingsfunctie en autonome
remfunctie worden uitgeschakeld. De uit‐
wijkstuurassistent is niet beschikbaar. Als het
contact de volgende keer wordt ingescha‐
keld, wordt automatisch de middelste instel‐
ling gekozen en is de uitwijkstuurassistent
beschikbaar.
selecteren: Uw
%
Als het Active Brake Assist System uitge‐
schakeld is, verschijnt op het multifunctio‐
neel display in de assistentieweergave het
selecteren: Uw
symbool æ.
Functie van het adaptieve remlicht
selecteren:
Het adaptieve remlicht waarschuwt het achter‐
opkomend verkeer bij een noodstopsituatie
door:
selecteren:
knipperende remlichten
R
inschakelen van de alarmknipperlichtinstalla‐
R
tie
Wanneer de auto vanaf een snelheid hoger dan
50 km/h krachtig wordt afgeremd, knipperen de
remlichten snel. Daardoor wordt het achteropko‐
mende verkeer op zeer opvallende wijze gewaar‐
schuwd.
Als de snelheid bij het begin van het afremmen
hoger dan 70 km/h is, wordt de alarmknipper‐
lichtinstallatie ingeschakeld zodra de auto tot
stilstand is gekomen. Als vervolgens wordt ver‐
der gereden, wordt de alarmknipperlichtinstalla‐
tie bij circa 10 km/h automatisch uitgeschakeld.
De alarmknipperlichtinstallatie kan ook met de
alarmknipperlichtentoets worden uitgeschakeld.
TEMPOMAT en limiter
Functie van de TEMPOMAT
De TEMPOMAT accelereert de auto automatisch
en remt hem ook weer af om een eerdere opge‐
slagen snelheid aan te houden.
Als u bijvoorbeeld accelereert om in te halen,
wordt de opgeslagen snelheid niet gewist. Wan‐
neer u na de inhaalmanoeuvre de voet van het
gaspedaal neemt, regelt de TEMPOMAT de snel‐
heid weer terug naar de opgeslagen snelheid.
De TEMPOMAT wordt bediend met de TEMPO‐
MAT-hendel.
Advertenties
