Advertenties
Waarschuwings- en controlelampjes
Overzicht waarschuwings- en controlelamp‐
jes
Als het contact wordt ingeschakeld, voeren ver‐
schillende systemen een zelfdiagnose uit. Enkele
waarschuwings- en controlelampjes kunnen
daarbij tijdelijk branden of knipperen. Dit gedrag
is niet kritisch. Pas als deze waarschuwings- en
controlelampjes na het starten van de motor of
tijdens het rijden gaan branden of knipperen,
geven ze een storing aan.
Instrumentendisplay (standaard)
Waarschuwings- en controlelampjes:
L
Dimlicht (
pagina 115)
→
T
Standlicht (
pagina 115)
→
K
Grootlicht (
pagina 116)
→
#! Knipperlichten (
→
R
Mistachterlicht (
→
Veiligheidsgordel niet omgegespt
ü
(
pagina 418)
→
J
Remmen (rood) (
→
!
ABS vertoont een storing
(
pagina 411)
→
÷
®
ESP
(
pagina 411)
→
å
®
ESP
OFF(
pagina 411)
→
!
Elektrische parkeerrem
(
pagina 411)
→
Ð
Stuurbekrachtiging vertoont een sto‐
ring (
pagina 420)
→
#
Elektrische storing(
6
Veiligheidssysteem (
Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 409
;
8
?
pagina 116)
·
pagina 115)
%
h
pagina 411)
j
pagina 422)
→
pagina 411)
→
Motordiagnose (
pagina 422)
→
Brandstofreserve met aanduiding
tankdopkleppositie (
pagina 422)
→
Koelvloeistof te heet/koud
(
pagina 422)
→
Afstandswaarschuwing
(
pagina 419)
→
Voorgloeien
Bandenspanningscontrole
(
pagina 425)
→
Aanhangwagenvoorziening niet
bedrijfsklaar of beweegt
(
pagina 420)
→
Advertenties
