systeem niet op de maximumgrootte kan
worden ingesteld, bijvoorbeeld door mogelijk
contact met het dak.
Zorg ervoor dat de voeten van het kind de
R
voorstoel niet kunnen raken. De voorstoel zo
nodig iets naar voren zetten.
Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag
R
niet het dak raken of door de hoofdsteun
worden belast. De hoofdsteunen overeen‐
komstig instellen.
Bij het openen en sluiten van de cabriokap
R
moet bij kinderzitjesbevestigingssystemen
Gewichtsgroepen
Babydraagzak
Groep 0: tot 10 kg en tot circa 6 maanden
van de gewichtsgroepen II of III het kinderzit‐
jesbevestigingssysteem worden verwijderd,
of moet de hoofdsteun van het kinderzitjes‐
bevestigingssysteem in de onderste positie
worden ingesteld.
De montagehandleiding van de fabrikant van
R
het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht
nemen.
Legenda bij de tabel:
X
Niet geschikt voor een ISOFIX-kinderzit‐
jesbevestigingsysteem in deze
gewichtsgroep en/of grootteklasse.
IUF
Geschikt voor naar voren ISOFIX-kinder‐
zitjesbevestigingsystemen van de cate‐
gorie "Universal" in deze gewichts‐
groep.
IL
Geschikt voor ISOFIX-kinderzitjesbeves‐
tigingsystemen overeenkomstig de
tabel in "Overzicht van de geadviseerde
kinderzitjesbevestigingssystemen" of
als de auto en de zitplaats in de autoty‐
pelijst van de fabrikant van het kinder‐
zitjesbevestigingssysteem zijn vermeld.
Grootteklasse
Systeem
F
ISO/L1
G
ISO/L2
E
ISO/R1
Veiligheid voor inzittenden
51
Zitplaats achterin
Links, rechts
X
X
IL