Wanneer de voertuigsleutel zich in het sensor-
bereik bevindt, kan de bagageruimte per onge-
luk door een onbewuste of vermeend her-
kende voetbeweging worden geopend of
gesloten.
Het detectiegebied van de sensoren strekt zich
uit tot circa 1,50 m achter de achterzijde van de
auto.
Als de bagageruimte contactloos wordt ge-
opend, worden vergrendelde portieren niet
ontgrendeld.
Afhankelijk van het land is de contactloze ope-
ning van de bagageruimte ook mogelijk voor
compatibele smartphones met digitale sleutel.
Meer informatie:
BMW Digital Key, zie pagina 87.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Bij het contactloos bedienen kunnen onder-
delen van de auto worden geraakt, bijvoor-
beeld het hete uitlaatsysteem. Er bestaat
kans op letsel. Bij de voetbeweging erop let-
ten dat u stevig staat en dat de auto niet
wordt aangeraakt.
WAARSCHUWING
Bij de bediening van de achterklep kunnen li-
chaamsdelen worden ingeklemd. Er bestaat
kans op letsel. Bij het openen en sluiten erop
letten dat het bewegingsgebied van de ach-
terklep vrij is.
WAARSCHUWING
De achterklep kantelt bij het openen naar
achteren en naar boven. Er bestaat kans op
letsel of schade. Bij het openen en sluiten
erop letten dat het bewegingsgebied van de
achterklep vrij is.
Online Edition for Part no. 01405A54438 - II/22
Openen en sluiten
OPMERKING
Scherpe of spitse voorwerpen kunnen tijdens
de rit tegen de ruiten en de verwarmingsdra-
den stoten. Er bestaat gevaar voor schade.
Randen afdekken en erop letten dat spitse
voorwerpen niet tegen de ruiten stoten.
Voorwaarden voor een correcte
werking
▷
Om de bagageruimte contactloos te kun-
nen openen, mag de aanhangwagencon-
tactdoos niet in gebruik zijn.
▷
De contactloze opening en sluiting van de
bagageruimte moet in de instellingen zijn
geactiveerd.
▷
Voor contactloos openen en sluiten van de
bagageruimte met de digitale sleutel moet
op de smartphone Bluetooth geactiveerd
zijn.
Meer informatie:
Instellingen, zie pagina 92.
Bagageruimte openen
1.
In het midden achter de auto staan, onge-
veer een armlengte van de achterzijde van
de auto verwijderd.
2.
Een voet in rijrichting zo ver mogelijk onder
de auto bewegen en onmiddellijk opnieuw
terugtrekken. Bij deze beweging moet het
been door de bereiken van beide sensoren
gaan.
BEDIENING
85