BEDIENING
Stuuringreep
Afhankelijk van de landuitvoering: wanneer bij
snelheden tot 210 km/h niet op de trilling van
het stuurwiel wordt gereageerd en over de
rijstrookbegrenzing wordt gereden, grijpt het
systeem eventueel door een actieve stuurin-
greep in. De stuuringreep helpt de auto naar
de rijbaan terug te brengen. De stuuringreep is
in het stuurwiel voelbaar en kan op elk mo-
ment handmatig overstuurd worden.
De stuuringreep wordt pas vanaf een minimale
snelheid uitgevoerd. Deze minimumsnelheid
wordt op de controledisplay weergegeven.
Opflitsen van het lampje
Het opflitsen van de lamp in de buitenspiegel
bij het ontgrendelen van het voertuig dient
voor de zelftest van het systeem.
Grenzen van het systeem
Algemeen
De grenzen van het systeem in het hoofdstuk
Botswaarschuwingssytemen in acht nemen.
Bovenste snelheidsgrens
Bij snelheden boven circa 250 km/h wordt het
systeem tijdelijk gedeactiveerd.
Bij snelheden onder ongeveer 250 km/h rea-
geert het systeem weer zoals ingesteld.
Weergaven van de waarschuwingen
Afhankelijk van de geselecteerde instelling
voor de waarschuwingen, bijvoorbeeld het mo-
ment van waarschuwing, kunnen meer of min-
der waarschuwingen worden weergegeven. Dit
kan ook een toename van het aantal vroegtij-
dige waarschuwingen voor kritische situaties
betekenen.
Beperkte werking
De werking kan bijvoorbeeld in de volgende si-
tuaties beperkt zijn:
200
Veiligheid
Online Edition for Part no. 01405A54438 - II/22
▷
De snelheid van het naderende voertuig is
veel hoger dan de eigen snelheid.
▷
In scherpe bochten of op smalle wegen.
▷
De bumper is vervuild, met ijs bedekt of af-
gedekt, bijv. door stickers.
Afhankelijk van de landuitvoering: de stuurin-
greep kan bijv. in de volgende situaties beperkt
zijn:
▷
Bij ontbrekende, afgesleten, moeilijk zicht-
bare, samen- of uiteenlopende of onduide-
lijke rijbaanbegrenzingen, zoals bijvoor-
beeld bij wegwerkzaamheden.
▷
Bij rijstrookbegrenzingen die door sneeuw,
ijs, vuil of water zijn bedekt.
▷
Bij rijstrookbegrenzingen die niet wit zijn.
▷
Bij rijstrookbegrenzingen die door objecten
zijn bedekt.
▷
Bij dicht achter het voorliggende voertuig
rijden.
▷
Bij belemmering van de camera.
▷
Tot 10 seconden na het inschakelen van de
rijden-stand-by via de start-/stopknop.
Als de werking is beperkt, wordt er eventueel
een Check-Control-melding weergegeven. Af-
hankelijk van de landuitvoering brandt boven-
dien een geel symbool.
Bij een gebruikte aanhangwagencontactdoos
of een geactiveerde modus voor rijden met een
aanhangwagen, bijv. bij het rijden met een
aanhangwagen of fietsendrager, is het sys-
teem niet actief. Er wordt een Check-Control-
melding weergegeven.
Waarschuwing voor een
aanrijding van opzij
Principe
De Side Collision Warning helpt om aan-
staande zijdelingse botsingen te vermijden.