4.
"Bestuurdersassistent"
5.
"Parkeren"
6.
Gewenste instelling selecteren.
Parkeerhulplijnen
Rijlijnen helpen u om de benodigde ruimte bij
het inparkeren en manoeuvreren op een vlakke
rijbaan in te schatten.
Afhankelijk van de stuuruitslag worden de rijlij-
nen bij stuurwielbewegingen voortdurend aan-
gepast.
De draaicirkellijnen kunnen alleen samen met
de rijlijnen in het camerabeeld worden weerge-
geven.
De lijnen geven het verloop van de kleinst mo-
gelijke draaicirkel op een vlakke rijbaan aan.
Vanaf een bepaalde stuurwieluitslag wordt al-
leen een draaicirkellijn getoond.
Online Edition for Part no. 01405A54438 - II/22
Parkeren
Parkeerhulplijnen gebruiken
1.
Auto zodanig opstellen, dat de rode draai-
cirkellijnen binnen de begrenzing van de
parkeerplaats vallen.
2.
Stuurwiel dusdanig draaien dat de groene
rijlijn over de betreffende draaicirkellijn ligt.
Obstakelmarkering
Hindernissen worden door de sensoren gede-
tecteerd.
De door de Park Distance Control herkende
obstakels worden met markeringen in het ca-
merabeeld weergegeven.
De kleurpatronen van de hindernismarkerin-
gen in de kleuren groen, geel en rood geven de
afstanden aan.
Beperkte werking
In de volgende situaties kan het systeem
slechts beperkt worden gebruikt:
▷
Bij geopend portier.
▷
Bij een geopende bagageruimte.
▷
Bij ingeklapte buitenspiegels.
Grijs gearceerde vlakken met symbool in de
cameraweergave wijzen op bereiken die mo-
menteel niet worden weergegeven, bijv. een
geopend portier.
BEDIENING
247