BEDIENING
paald snelheidsbereik een hoekverlichting in-
geschakeld dat de binnenbocht verlicht.
Algemeen
De hoekverlichting wordt afhankelijk van de
stuuruitslag of evt. richtingaanwijzer automa-
tisch ingeschakeld.
Bij het achteruitrijden wordt de hoekverlichting
eventueel onafhankelijk van de stuuruitslag
automatisch ingeschakeld.
Rotondeverlichting
Kort voor het oprijden van de rotonde wordt de
hoekverlichting aan beide zijden ingeschakeld.
De rand van de weg wordt beter verlicht. Kort
na het verlaten van een rotonde wordt de
hoekverlichting aan beide zijden weer uitge-
schakeld.
Handmatige
koplampverstelling
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering moet u de licht-
bundel van het dimlicht handmatig aanpassen
aan de belading van de auto, om het tege-
moetkomend verkeer niet te verblinden.
Instellingen uitvoeren
1.
"MENU"
2.
"Auto-apps"
3.
"Buiten-verlichting"
4.
"Afstelling van de koplampen"
5.
Gewenste instelling selecteren.
De waarden na het / gelden bij het trekken
van een aanhangwagen.
▷
0/1 = 1 tot 2 personen zonder bagage.
▷
1/1 = 4 of 5 personen zonder bagage.
172
Verlichting
Online Edition for Part no. 01405A54438 - II/22
▷
1/2 = 4 of 5 personen met bagage.
▷
2/2 = 1 persoon, bagageruimte vol.
Adaptieve
koplampverstelling
De adaptieve koplampverstelling compenseert
versnellingen en remacties en beladingstoe-
standen van het voertuig om het tegenlig-
gende verkeer niet te verblinden.
Grootlichtassistent
Principe
De grootlichtassistent herkent vroegtijdig an-
dere verkeersdeelnemers en schakelt afhanke-
lijk van de verkeerssituatie het grootlicht auto-
matisch in of uit.
Algemeen
De grootlichtassistent zorgt ervoor dat het
grootlicht wordt ingeschakeld als de verkeers-
situatie dit toelaat. Bij lage snelheden wordt
het grootlicht door het systeem niet ingescha-
keld.
Het systeem reageert op de verlichting van te-
genliggers en voorliggers alsook op de omge-
vingsverlichting, bijvoorbeeld in de bebouwde
kom.
Het grootlicht kan altijd handmatig worden in-
en uitgeschakeld.
Bij een uitvoering met Selective Beam wordt
het grootlicht bij tegenliggers of voorliggers
niet uitgeschakeld Alleen de gedeeltes die het
tegemoetkomend of voorliggend verkeer kun-
nen verblinden, worden uitgeschakeld. In dit
geval blijft het blauwe controlelampje gewoon
branden.
Als de koplampen worden veranderd, is de
grootlichtassistent eventueel slechts beperkt
beschikbaar.