BEDIENING
Waakzaamheidshulp
Principe
De waakzaamheidshulp kan nalatende op-
merkzaamheid of vermoeidheid van de be-
stuurder bij lange monotone ritten, bijv. snel-
wegen, herkennen. Het systeem stelt voor te
pauzeren.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van de persoon-
lijke verantwoordelijkheid om uw lichamelijke
gesteldheid juist in te schatten. Toenemende
onoplettendheid of vermoeidheid worden
mogelijk niet of niet op tijd herkend. Er be-
staat gevaar voor ongevallen. Erop letten dat
de bestuurder uitgerust en oplettend is. Rijst-
ijl aan de verkeerssituatie aanpassen.
Functie
Het systeem wordt elke keer bij het inschake-
len van rijden-stand-by geactiveerd.
Bij het begin van de rit wordt het systeem op
de bestuurder afgestemd, zodat een vermin-
derde opmerkzaamheid of vermoeidheid als
dusdanig wordt herkend.
Deze procedure houdt rekening met de vol-
gende criteria:
▷
Persoonlijke rijstijl, bijvoorbeeld stuurge-
drag.
▷
Rijomstandigheden, bijvoorbeeld tijdstip,
duur van de rit.
▷
Naargelang de uitrusting: opmerkzaamheid
van de bestuurder door de Driver Attention
Camera.
Het systeem is vanaf ongeveer 70 km/h actief
en kan een aanbeveling voor pauze weerge-
ven.
212
Veiligheid
Online Edition for Part no. 01405A54438 - II/22
Aanbeveling voor pauze
Pauzeaanbeveling instellen
De waakzaamheidshulp wordt elke keer bij het
inschakelen van rijden-stand-by automatisch
geactiveerd en kan daarmee een aanbeveling
voor pauze weergeven.
De aanbeveling voor pauze kan ook via iDrive
in- of uitgeschakeld en ingesteld worden.
1.
Toets indrukken.
2.
"Bestuurdersassistent"
3.
"Veiligheid en waarschuwingen"
4.
"Aandachtsassistent"
5.
Gewenste instelling selecteren.
Weergave
Bij toenemende onoplettendheid of vermoeid-
heid van de bestuurder wordt een melding op
het Control Display met de aanbeveling weer-
gegeven, een pauze in te lassen.
Tijdens de weergave kunnen verschillende in-
stellingen worden geselecteerd.
Na een pauze kan op z'n vroegst na circa
45 minuten weer een aanbeveling voor pauze
worden weergegeven.
Grenzen van het systeem
De werking kan bijvoorbeeld in de volgende si-
tuaties beperkt zijn en wordt er geen of een
verkeerde waarschuwing gegeven:
▷
Als de tijd verkeerd is ingesteld.
▷
Als de gereden snelheid overwegend onder
circa 70 km/h ligt.
▷
Bij sportieve rijstijl, bijvoorbeeld bij sterke
acceleratie of snel rijden door bochten.
▷
In actieve rijsituaties, bijvoorbeeld vaak ver-
anderen van rijbaan.
▷
Bij slechte toestand van het wegdek.
▷
Bij sterke zijwind.