BEDIENING
Afzetten van de motor
Voorwaarden voor een correcte
werking
De motor wordt tijdens het stilstaan onder de
volgende omstandigheden automatisch uitge-
schakeld:
▷
Keuzehendel in keuzehendelstand D.
▷
Zonder Mild Hybrid technologie: het rempe-
daal blijft tijdens de stilstand van het voer-
tuig ingetrapt of het voertuig wordt door
Automatic Hold tegengehouden.
▷
Veiligheidsgordel bestuurder is omgegespt
of het bestuurdersportier is gesloten.
Handmatige motorstop
Als de motor bij het stoppen van de auto niet
automatisch werd afgezet, dan kan de motor
handmatig worden afgezet:
▷
Rempedaal uit actuele positie vlot natrap-
pen.
▷
Keuzehendelstand P inschakelen.
Als aan alle functievoorwaarden is voldaan,
wordt de motor afgezet.
Airconditioning bij afgezette motor
Bij afgezette motor wordt de luchthoeveelheid
van de airconditioning gereduceerd.
Weergave in het instrumentenpaneel
De weergave in het instrumen-
tenpaneel geeft aan dat de au-
tomatische start-stop-functie
klaar is voor het automatisch
starten van de motor.
Beperkte werking
De motor wordt in de volgende situaties niet
automatisch afgezet:
▷
Op steile hellingen.
▷
Rempedaal niet krachtig genoeg ingetrapt.
128
Rijden
Online Edition for Part no. 01405A54438 - II/22
▷
Hoge buitentemperatuur en airconditioning
ingeschakeld.
▷
Interieur nog niet zoals gewenst verwarmd
of gekoeld.
▷
Als de ruiten zouden kunnen beslaan wan-
neer de automatische airconditioning is in-
geschakeld.
▷
Motor of andere componenten niet op be-
drijfstemperatuur.
▷
Motorkoeling is nodig.
▷
Sterke stuuruitslag of stuurhandeling.
▷
Accu is zwaar ontladen.
▷
Op grotere hoogten.
▷
De motorkap is ontgrendeld.
▷
Inparkeersysteem is geactiveerd.
▷
Stilstaand en langzaam rijdend verkeer.
▷
Keuzehendelstand N, S, L of R.
▷
Na het achteruitrijden.
▷
Gebruik van brandstof met hoog ethanol-
gehalte.
Starten van de motor
Voorwaarden voor een correcte
werking
Voor het wegrijden start de motor onder de
volgende voorwaarden automatisch:
▷
Door het loslaten van het rempedaal.
▷
Als Automatic Hold is geactiveerd: rijpedaal
intrappen.
Wegrijden
Na motorstart zoals op de gebruikelijke wijze
accelereren.
Veiligheidsfunctie
De motor start na een automatische uitscha-
keling niet automatisch, wanneer aan een van
de volgende voorwaarden voldaan is: