Advertenties
BEDIENING
Veiligheidsvoorschriften
De veiligheidsaanwijzingen in het hoofdstuk
Botswaarschuwingssystemen in acht nemen.
Voorwaarden voor een correcte
werking
De vooruitliggende voorrangssituatie moet on-
miskenbaar aangegeven zijn door verkeers-
borden of verkeerslichten.
Sensoren
Het systeem wordt gestuurd via de camera
achter de voorruit.
Voorrangswaarschuwing
inschakelen/uitschakelen
1.
"MENU"
2.
"Auto-apps"
3.
"Rij-instellingen"
4.
"Bestuurdersassistent"
5.
"Veiligheid en waarschuwingen"
6.
"Voorrangswaarschuwing"
7.
Gewenste instelling selecteren.
Waarschuwingstijdstip instellen
1.
"MENU"
2.
"Auto-apps"
3.
"Rij-instellingen"
4.
"Bestuurdersassistent"
5.
"Veiligheid en waarschuwingen"
6.
"Voorrangswaarschuwing"
7.
Gewenste instelling selecteren.
▷
"Vroeg"
▷
"Gemiddeld"
▷
"Laat": er worden alleen acute waar-
schuwingen weergegeven.
De geselecteerde instelling wordt opgeslagen
en voor de volgende rit overgenomen.
204
Veiligheid
Online Edition for Part no. 01405A54438 - II/22
Waarschuwingsfunctie
Algemeen
Het systeem waarschuwt op twee niveaus:
▷
Voorwaarschuwing: optisch door een sym-
bool op het instrumentenpaneel.
▷
Acute waarschuwing: optisch door een
symbool op het instrumentenpaneel en een
geluidssignaal.
Het moment van de waarschuwingen varieert
daarbij en is afhankelijk van de actuele rijsitua-
tie en het ingestelde moment van waarschu-
wing.
Voorwaarschuwing
Als de bestuurder een voorrangsbord dreigt te
negeren, wordt op het instrumentenpaneel een
van de volgende symbolen weergegeven:
Symbool
Betekenis
Voorrang verlenen.
Stop.
Rood licht.
Bij een voorwaarschuwing in overeenstem-
ming met de situatie ingrijpen, bijv. remmen.
Acute waarschuwing
Als de bestuurder geen voorrang verleent,
klinkt er een geluidssignaal en wordt op het in-
strumentenpaneel een van de volgende sym-
bolen weergegeven:
Advertenties
