AANWIJZINGEN
eenheden voor comfort- of infotainmentfunc-
ties.
In het voertuig opgeslagen gegevens kunnen
altijd worden gewist. Een overdracht van deze
gegevens aan derden gebeurt uitsluitend op
persoonlijke vraag in het kader van het gebruik
van online diensten. De overdracht is afhanke-
lijk van de geselecteerde instellingen bij het
gebruik van de diensten.
Sensorgegevens
Rijhulpsystemen, bijv. Active Cruise Control,
botsingswaarschuwing of vermoeidheidsassis-
tent, verwerken sensorgegevens waarmee de
omgeving van het voertuig en evt. het gedrag
van de bestuurder wordt geanalyseerd.
Daartoe behoren bijv.:
▷
Statusmeldingen van het voertuig en van
de afzonderlijke componenten hiervan, bijv.
wieltoerental, wielsnelheid, bewegingsver-
traging, dwarsversnelling, gesloten veilig-
heidsgordels.
▷
Omgevingstoestanden, bijv. temperatuur,
signalen van de regensensor.
De gegevens worden in het voertuig verwerkt
en zijn doorgaans vluchtig. Ze worden alleen
langer dan noodzakelijk opgeslagen wanneer
ze noodzakelijk zijn om de met de klant over-
eengekomen diensten te verlenen.
Elektronische onderdelen
Elektronische onderdelen, bijv. regeleenheden
en voertuigsleutels, bevatten componenten
voor de opslag van technische informatie.
Deze kunnen informatie over de toestand van
het voertuig, de belasting van onderdelen, de
onderhoudsbehoeften, de gebeurtenissen of
de fouten tijdelijk of permanent opslaan.
Deze informatie documenteert in het alge-
meen de toestand van een onderdeel, een mo-
dule, een systeem of de omgeving van het
voertuig, bijv.:
12
Aanwijzingen
Online Edition for Part no. 01405A54438 - II/22
▷
Bedrijfstoestanden van systeemcompo-
nenten, bijvoorbeeld vulpeil, bandenspan-
ning, accutoestand.
▷
Storingen en defecten in belangrijke sys-
teemcomponenten, bijvoorbeeld verlichting
en remmen.
▷
Reacties van het voertuig in speciale rijsi-
tuaties, bijv. activering van een airbag, ge-
bruik van de rijstabiliteitsregelsystemen.
▷
Informatie over gebeurtenissen die de auto
beschadigen.
De gegevens zijn nodig om de regeleenheid-
functies te kunnen uitvoeren. Daarnaast die-
nen ze om storingen te detecteren en te ver-
helpen en om de functies van het voertuig te
optimaliseren.
Het grootste deel van deze gegevens is vluch-
tig en wordt alleen in de auto zelf verwerkt.
Slechts een klein gedeelte van de gegevens
wordt per geval in de gebeurtenis- of storings-
geheugens opgeslagen.
Persoonlijke instellingen
Comfortfuncties, bijv. stoel-, airco- of lichtin-
stellingen, maken elke rit nog aangenamer. De
persoonlijke instellingen van deze functies
kunnen in een BMW ID of in een profiel in het
voertuig worden opgeslagen en kunnen indien
gewenst worden opgeroepen, bijv. wanneer de
instellingen in de tussentijd door een andere
bestuurder werden gewijzigd. Afhankelijk van
de uitrusting kunnen deze profielen in veilige
gegevenssystemen van de fabrikant van het
voertuig worden opgeslagen. Bij een voertuig-
wissel kunnen deze opgeslagen profielen een-
voudig in een ander voertuig worden overge-
nomen.
De in een BMW ID of in het voertuigprofiel op-
geslagen voertuiginstellingen kunnen altijd
worden gewijzigd of gewist.
Multimedia en navigatie
Gegevens kunnen bovendien in het entertain-
ment- en communicatiesysteem van het voer-